DE WERELD NU

Zijne Majesteits loyale oppositie

hoe een parlement de democratie af schaft

Had ik het gisteren al over het door de PVV doorbroken plafond van veertig zetels, dat naar mijn gevoelen een nieuwe bodem zal vormen. Maar de politieke consequenties in breder verband liet ik er gisteren nog even buiten.

De consequentie van een dergelijk grote aanhang in den lande, waarbij een partij (en haar standpunten) in de peilingen groter zijn dan de regeringspartijen tezamen, kunnen moeilijk worden overschat. Nu is het inderdaad waar, dat ik de PVV niet snel in haar eentje een meerderheid zie verwerven. Maar de manier waarop andere partijen acteren vergroot de kans daarop aanzienlijk. Dat heeft gevolgen. Voor het imago van de politieke verhoudingen, en van de partijen die dat imago vorm geven.

Politiek leeft van tegenstellingen. Als een bepaalde denkrichting geen tegenstand oproept, heet dat consensus. Als een groep die consensus gaat doorbreken, is een politiek strijdpunt geboren. Als voldoende kiezers het zo’n belangrijk punt vinden dat dat voldoende reden is die groep politiek te steunen, is een nieuwe politieke richting geschapen. Oude partijen kunnen in zo’n geval niets anders doen dan zichzelf en hun standpunten aanpassen of zich met alle vroegere tegenstanders (over door het electoraat minder belangrijk geachte politieke verschillen) aaneen sluiten tegen de nieuwe denkrichting.

Dit is de essentie van het politieke proces, iets wat men in de media nog wel eens onvoldoende beseft. Over het algemeen, omdat dergelijke veranderingen altijd langzaam lijken te gaan. Of omdat je door de menigte partijen de werkelijkheid niet meer ziet. Tenzij je ze negeert, en er de ogen voor sluit. Wie tien jaar lang de ogen gesloten hield, zal de wereld die hij kende niet meer terug vinden, en gedwongen zijn de nieuwe realiteit te nemen voor wat zij is.

In steeds rapper tempo zien we dat in de Nederlandse politiek gebeuren. Een paar jaar terug noemde ik dat samenklonteren van de gevestigde orde nog de Regentenpartij. Daarvoor is nog steeds alle reden, maar nu wordt het steeds openlijker allen tegen één. Wat men slechts schijnt te begrijpen, is dat men over een strijdpunt geneigd is een politiek midden te moeten ontdekken. Wie weigert naar het midden te komen, beweegt de facto naar een systeem waarbij een tweepartijenstelsel ontstaat. Dat zien we nu dan ook terug in de peilingen.

Het is best mogelijk dat binnen de kaders van de huidige politieke werkelijkheid de PVV lang weinig meer zal zijn dan Zijne Majesteits Loyale Oppositie (term ontleend aan de Britse politiek). Maar wanneer de tweedeling niet langer omkeerbaar zal blijken is tevens het moment aangebroken waarop de partij in haar eentje de mogelijkheden zal krijgen te gaan regeren. Opnieuw: snel zie ik dat nog niet gebeuren, maar als het komt zal het snel gaan. Als zich over een politiek punt twee blokken vormen, kan het niet anders dan dat op een dag het oppositieblok van nu de meerderheid verwerven zal. Zo werkt democratie nu eenmaal. En dat het komt lijkt onvermijdelijk, gezien de huidige onwrikbaarheid van partijpolitiek gedachtegoed.

2 reacties

  1. G. Gonggrijp schreef:

    Okay, maar dan? Dat Wilders ervoor gekozen heeft, de PVV als een éénmanspartij op te zetten, is op zich niet onbegrijpelijk. Scheuringen en afsplitsingen zijn een wezenskenmerk van dit soort clubs. Dan liever geen gedoe met lastige leden. Nadeel is alleen wel het uitblijven van kadervorming en uitwisseling van gedachten over concrete vraagstukken. Waar moeten straks die sterk vergrote fractie en misschien zelfs een capabele ploeg ministers vandaan komen?

  2. Hannibal schreef:

    @G.Gonggrijp U heeft een punt, maar niet meer dan beperkt.

    Veel afsplitsingen zijn een gevolg van a) hetzelf beter denken te kunnen doen b) niet goed vooraf hebben geweten wat het Kamerwerk in de PVV precies inhouden zou.
    Dat zijn problemen die zichzelf beiden oplossen in het geval van een situatie zoals ik die hierboven schets.

    Er is trouwens bij de PVV wel kadervorming, maar die is niet openbaar.

    Het probleem is ook niet hoe de fractie te vullen, maar de plekken op te vullen van waar die toekomstige fractieleden worden betrokken. Ministers zijn er altijd te vinden, zie de LPF, die toch een aantal capabele mensen aan zich wist te binden in Balkenende 1. In de huidige Kamerploeg zijn er 3 a 4 ministeriabel, en dat is een voldoende goede basis.