DE WERELD NU

Wel een schreeuw misschien

Het boek Een schreeuw om recht van Dries van Agt heeft veel weg van een lange pleitnota van een niet heel erg goede advocaat. Er staat alles in wat de schrijver heeft kunnen vinden dat in het voordeel pleit van zijn cliënt.

Veel samenhang in het verhaal van Van Agt zie ik niet, wat voor een belangrijk deel het gevolg lijkt te zijn van zijn besluit om alles weg te laten wat tegen de Palestijnen zou kunnen worden gebruikt, ook als dat de lijn van het verhaal wat begrijpelijker zou maken.

Zoals Van Agt terecht opmerkt [1], ‘is Israël een naar vrede snakkend land en een voorbeeldige democratie te midden van hele en halve dictaturen’. Dat land verkeert in staat van oorlog. Het heeft wapenstilstanden met zijn buren maar die worden niet erkend door veel van de bewoners daar. Voordat Israël een muur bouwde tussen haar territoir en de rest van het Palestijnse gebied, waren de aanslagen in Israël frequent en het aantal dat door tijdige arrestaties kon worden voorkomen nog veel groter. Die muur staat niet overal op het gebied dat na 1967 in Israëlische handen kwam, maar wel overal daar waar het in verband met de veiligheid hoort te staan. Ik denk niet dat Van Agt dat zou ontkennen maar hij gaat er niet op in.

Hoe dan ook gaat zijn voorkeur uit naar de bewoners van de Gaza strip en de West Bank en van de andere autonome en semiautonome vluchtelingenkampen, die in Libanon, Jordanië en op andere plaatsen in het Midden-Oosten zijn gelegen. Hier schrijft hij over in zijn boek, dat als ondertitel draagt De Tragedie van het Palestijnse Volk.

In dat boek staan weinig dingen die perse onwaar zijn, maar wel veel dat uit zijn context is gelicht en er staat ook veel niet in dat wel relevant zou zijn voor wie de loop van de gebeurtenissen probeert te volgen.

Ik verwijs bij het hierna volgende commentaar naar de teksten bij een aantal kaartjes, die hij afgedrukt heeft na pagina 32 van zijn boek.

Kaart 1
Deze betreft Palestina onder het Brits mandaat en suggereert dat het mandaat Palestina bestond uit het land dat in 1948 door de VN werd verdeeld en dat zich in dat land toen 4 steden bevonden, te weten Jeruzalem, Haifa, Jaffa en Gaza. De juiste kaart van het mandaatgebied treft U hier aan. U vindt daar ook een kaart van de VN waar de steden in het gebied op staan in het tegenwoordige Israël, zoals die bestonden ten tijde van de verdeling.

Hij zegt in de tekst bij kaart 1 dat in de periode van het mandaat veel Joodse immigranten naar Palestina trokken en dat is juist. Wat hij niet vermeldt is dat er tegelijkertijd veel Arabische immigranten naar Palestina trokken. Niemand weet bij benadering hoeveel, want er bestond geen registratie van de inwoners[2]. Joden zowel als Arabieren hadden er tijdens de Ottomaanse periode belang bij om zich niet te laten registreren in verband met belastingverplichtingen en het leveren van zonen voor militaire dienst in het Ottomaanse leger. Die gewoonte bleef bestaan tijdens de mandaatperiode.

Ergens in de negentiende eeuw heeft er wel een landregistratie plaats gevonden. Om de bovengenoemde redenen lieten veel bewoners van de streek, die toen nog deel van Syrië uitmaakte, het land dat zij bewerkten niet op hun naam stellen. Dat deden toen familieleden en vrienden van de Ottomaanse ambtenaren, meestal uit Damascus of Caïro, die de census verrichten. Hun nakomelingen zijn regelmatig de ‘eigenaren’ geweest van wie de Joodse zionistische organisaties later de grond kochten. Overigens was een groot deel van de grond buiten Galilea voor de komst van de Joden braakliggende woestijn of moeras en niet of heel spaarzaam bewoond.

Door de massale Joodse immigratie namen de spanningen toe, zegt Van Agt. Dat de spanningen toenamen is juist, maar dat kwam omdat op hetzelfde territorium zowel de Joodse als de Arabische bevolking toenam. De Arabische aanwas was met name groot in de buurt van Joodse nederzettingen, want daar kon het meeste geld worden verdiend. In de Ottomaanse tijd was het gebied armer dan de buurlanden. Tijdens en na het mandaat, en dus gelijktijdig met de joodse immigratie waren de Arabieren in het tegenwoordige Israël twee keer zo welvarend als in de buurlanden. Dus wat nu de oorzaken waren van de spanningen blijft de vraag. Dat de preken van imams als Hoesseini, de grootmoefti van Jeruzalem en vriend van Hitler, er mee te maken hadden is niet onwaarschijnlijk.

Kaart 2
Bij de tweede kaart zegt hij dat de joden minder dan 7 procent van het land bezaten in 1947. Dat is juist als men in aanmerking neemt dat het grootste deel van het land woestijn was (Negeb) en het merendeel bovendien op naam stond van absentee landowners.

Kaart 3
Bij de derde kaart vermeldt hij dat toen de spanningen steeds hoger opliepen. Lees dat het aantal aanslagen en moorden op Joden toenam, toen de VN in 1947 een verdelingsplan maakte. Maar dat is weer half juist. Het verdelingsplan werd gemaakt omdat het onderdeel was van het mandaat dat aan Groot Brittannië was verstrekt door de Volkenbond. Het mandaat moest zorgen voor een veilig tehuis voor Joden in het gebied. Het is waar dat de vorm die het later heeft gekregen bij de mandaatverlening niet voorzien was. Maar die tegenwoordige vorm heeft te maken gehad met de veiligheid van de Joden. Die kon niet gegarandeerd worden in gebieden waar Arabieren het in 1947 voor het zeggen kregen. In 1929 was in Hebron een groep Joden uitgemoord en verdreven die daar al sinds mensenheugenis woonde en in 1936 vond daar een tweede pogrom plaats. Veel van de tegenwoordige spanningen in Hebron zijn nog steeds op die gebeurtenissen terug te voeren. De Joodse bewoners van de stad zijn vastbesloten dat het niet nog een keer zal gebeuren. Het is ook niet waar dat de Arabieren het verdelingsplan van de hand wezen omdat ze vonden dat de Joden te veel gebied werd toegewezen. Ze waren tegen iedere vorm van verdeling en iedere vorm van aanwezigheid van Joden. Van het oorspronkelijk mandaatgebied, zoals dat op de kaart staat waar ik eerder naar verwees , hadden de Arabieren niet 45 % maar ruim 90 % gekregen. Van heel Arabië maakt het bewoonde deel van Israël nog geen promille uit. De derde kaart van Van Agt, die het verdelingsplan weergeeft, vertoont daarnaast nog een opmerkelijke vergissing. Jeruzalem en de voorsteden staan bij hem Arabisch gekleurd. Dat is onjuist. In de plannen van de VN zouden Jeruzalem en het gebied eromheen geïnternationaliseerd worden. Het zou noch onder Joods noch onder Arabisch bewind komen, terwijl toch de meerderheid van de bevolking van de stad Joods was ten tijde van de deling. Jeruzalem is zoals bekend door het Hashemitische koninkrijk, dat eerst Transjordanië en later Jordanië heette, bezet in de onafhankelijkheidsoorlog. Pas in 1967 is het in Joodse handen teruggekeerd.

Kaart 4
Bij deze kaart staat dat Ben Goerion eenzijdig de onafhankelijkheid uitriep. Dat is weer half waar. Hij riep de onafhankelijkheid uit in het gebied dat de Joden door de VN was toegewezen, maar pas nadat de verdeling door de Arabieren van de hand was gewezen en toen de Arabische legers uit de omringende landen klaar stonden om binnen te vallen om een verdeling te voorkomen.

Die legers waren geen partij voor Israël merkt hij op. Dat was niet zoals de Arabieren en de Israëli’s het van te voren zagen. De Israëliërs waren helemaal niet overtuigd dat ze de onafhankelijkheidsoorlog konden winnen. Helemaal gewonnen hebben ze hem ook niet. Het Arabische legioen van de Jordaanse koning Abdoellah was het beste leger uit het Midden-Oosten en met zijn Engelse commandant Glubb Pasha won het legioen de slag om Jeruzalem. Ook de Arabieren uit Syrië, Irak en Egypte waren door hun voormalige koloniale heersers, de Engelsen en de Fransen, veel beter bewapend dan de Joden. Alleen dankzij de steun van het Sovjetblok, met name door de wapenleveranties van Tsjechië, konden de Joden het in eerste instantie bolwerken tegenover het enorme materiële overwicht van de Arabieren. Ook wel dank zijn hun veel betere organisatie natuurlijk. Dat de Sovjet-Unie Israël een paar jaar gesteund heeft, omdat Engeland de Arabieren steunde en de Russen Engeland in het Midden-Oosten als hun grote vijand beschouwden, weet haast niemand meer.

Kaart 5
De volgende kaart gaat over de gevolgen van de oorlog van 1967, de zesdaagse oorlog. Het voorspel van de zesdaagse oorlog is bekend. Egypte en Syrië fuseerden tot de Verenigde Arabische Republiek met het doel Israël beter gecoördineerd te kunnen aanvallen. Jordanië hield er zich voorlopig buiten maar zegde wel medewerking toe in geval van oorlog. Die combinatie hield geen stand, volgens Syrische bronnen als gevolg van de arrogantie van Nasser en de Egyptenaren. Om zijn positie te kunnen handhaven in de Arabische wereld verhoogde Nasser de militaire druk op Israël, hetgeen er uiteindelijk toe leidde dat de troepen van de VN die tussen Egypte en Israël gelegerd waren zich op bevel van Oe Thant terugtrokken. De Egyptische marine bezette Sharm el Sheik in de Golf van Akaba en sloot de haven van Eilat af van de Rode Zee. Egyptische troepen betrokken stellingen aan de grens met Israël. De westerse mogendheden waren onder de druk van de Sovjet-Unie niet bereid om Egypte een ultimatum te sturen. De enige overgebleven mogelijkheid om een aanval van de Arabieren te pareren was de preemptive strike tegen de Egyptische luchtmacht, die veel groter was dan de Israëlische, maar minder goed geoefend.

Wat zegt Van Agt over de zesdaagse oorlog?

‘In 1967 raakten de Palestijnen de resterende 22 procent van hun land kwijt. In juni van dat jaar viel Israël de omringende Arabische landen aan en veroverde de westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. Israël veroverde daarna de Sinaï op Egypte en de Golanhoogten op Syrië.’

Niet onwaar dus, maar wel erg uit zijn verband gerukt. Zoals Van Agt ons bij dezelfde kaart vertelt waren de Westoever en Gaza helemaal niet in handen van de lokale Arabieren, die zich pas later de Palestijnen gingen noemen, maar toen nog gewoon Arabieren heetten. De Westoever was bezet door Jordanië en Gaza door Egypte, twee van de drie agressoren. De derde, Syrië raakte inderdaad de Golan kwijt maar de Golanhoogten waren jaren gebruikt om de lager gelegen Israëlische kibboetziem met artillerie te bestoken. Op de Golan stond het Syrische leger klaar om Israël binnen te vallen en toezeggingen daarover aan Nasser waren al gedaan. Libanon dat zich buiten de oorlogsvoorbereidingen had gehouden werd door Israël met rust gelaten. Kortom, het korte verslag van de zesdaagse oorlog van Van Agt draait de zaak op zijn kop. Het wekt de indruk alsof Israël de agressor was terwijl het Syrië en Egypte waren die met steun van de Sovjet-Unie een overval op Israël voorbereidden. Jordanië werd het kind van de rekening, omdat het zich ter bescherming van haar positie in de Arabische wereld niet buiten de oorlog durfde te houden. Zij vielen pas aan toen de oorlog met Egypte al aan de gang was en Israël heeft van die onberaden aanval gebruik gemaakt om haar hoofdstad Jeruzalem terug te krijgen..

Kaart 6
De volgende kaart heeft betrekking op de Israëlische nederzettingen. Zoals bekend worden die nederzettingen gebouwd door kolonisten die in meerderheid van mening zijn dat heel het land ten westen van de Jordaan aan Israël toebehoort. Verder menen sommigen dat als Arabieren het recht hebben in het Joodse gedeelte van het land te wonen, de Joden zich omgekeerd ook in het Arabische deel mogen vestigen. De regering van Israël heeft de kolonisten hun gang laten gaan uit militaire overwegingen. De nederzettingen, waar intussen vijfhonderdduizend gewapende mensen wonen, vormen militaire buitenposten die het eigenlijke Israël beschermen. In het kader van de vredesonderhandelingen heeft Israël de nederzettingen in de Gazastrook die met een soortgelijk doel waren gesticht weer ontmanteld. Bij die zelfde gelegenheid heeft het zich vrijwillig en zonder vredesverdrag met de Palestijnen uit Gaza teruggetrokken. Dat vredesgebaar heeft geen enkel positief gevolg gehad, integendeel. Hamas verwoestte de achtergelaten nederzettingen en gebruikte het gebied waar ze gelegen hadden om raketten af te schieten op Israël.

Kaart 7
De een na laatste kaart heeft betrekking op de afscheidingsmuur. Die muur werd gebouwd na de tweede Intifada om het toenemende aantal Arabische zelfmoordaanslagen onder controle te krijgen. Dat is gelukt. In het eerste jaar na de bouw liep het aantal Israëlische slachtoffers terug met de helft, maar ook het aantal door geweld omgekomen Palestijnen daalde drastisch. Tegenwoordig worden er wel weer aanslagen gepleegd, maar toch minder dan voor de muur, omdat er nauwelijks nog Palestijnen uit Gaza of van de West Bank naar Israël komen. Het bouwen van de muur werd veroordeeld door een advisory court van Arabische en derdewereldjuristen uit het Internationale Gerechtshof, maar ten onrechte. Elk redelijk mens dat moet kiezen tussen Israëlische levens en Palestijnse olijfbomen zou horen te kiezen voor de mensenlevens. De uitspraak had geen rechtskracht, maar de publicitaire waarde ervan voor de Arabieren was enorm. Als andere landen om soortgelijke redenen een muur aanleggen zwijgt de wereldopinie. In Marokko is – om de bewoners van de voormalige Spaanse Sahara in bedwang te houden – een muur aangelegd van 2.800 km lengte. Saoedi-Arabië bouwde in 2004 een afscheidingsmuur met Jemen – grotendeels op Jemenitisch grondgebied – om terroristen uit het Zuiden tegen te houden. Beide landen stemden voor de VN resolutie tegen de Israëlische muur.

Het is waar dat deze laatste muren niet hetzelfde effect op de lokale populatie hebben als de Israëlische, maar dat is een omstandigheid die niet aan Israël kan worden verweten. Die lokale populatie had desgewenst de aanslagen in Israël kunnen tegenhouden, maar in plaats ervan juichten zij die toe, zoals op de West Bank een soortgelijk enthousiasme te zien was bij de aanslagen van 9/11.

Kaart 8
De laatste kaart is van de Gazastrook, die 41 k.m. lang en zes tot twaalf kilometer breed is. In dit kleine gebied van twee keer Texel wonen anderhalf miljoen mensen. Ze worden geregeerd door Hamas waar de Palestijnen in vrije verkiezingen voor gekozen hebben, zoals de Egyptenaren later voor de Moslimbroederschap. Die anderhalf miljoen die daar wonen, dat zijn er ruim twee keer zoveel als het aantal vluchtelingen dat volgens de hoogste schattingen uit het Israëlische deel van het mandaatgebied zijn gevlucht tijdens de Israëlisch –Arabische oorlogen. En daarnaast wonen er nog zo’n negen miljoen Palestijnen op andere plaatsen in het Midden-Oosten.

Voorafgaande aan de tweede Intifada was de welvaart in Gaza en op de West Bank groter dan in de omringende Arabische landen en al voor de bevrijdingsoorlog was hun welvaart dubbel de M.O.-norm. Tegenwoordig is het als gevolg van vijandelijkheden daar veel slechter gesteld. Maar per hoofd van de bevolking krijgen de bewoners nog steeds meer door Amerika en Europa gefinancierde hulp dan wie ook in de wereld. Vanuit de Arabische landen komt in hoofdzaak wapenhulp. De bevolkingstoename in de kampen is een directe functie van de verleende westerse hulp. Zelfs tijdens de diverse oorlogen die er gevoerd zijn was de demografische groei er groter dan in alle andere Arabische landen. Dat staat in contrast met de genocidebeschuldigingen die tegen Israël worden geuit. Toch staan ook de andere Arabische landen al aan de spits van de wereldbevolkingsgroei. De vluchtelingenkampen en Gaza zijn een demografische tijdbom en zouden dat ook blijven als de kampen groter waren, bijvoorbeeld zo groot als het tegenwoordige Israël.

De indruk wordt gewekt door Van Agt alsof de leefomstandigheden in Gaza slechter zijn dan in Congo of in Darfur, maar dat is niet zo. Van alle noodgebieden in de wereld gaat het in Gaza waarschijnlijk het beste. Dat komt omdat, ondanks de beperkingen die uit veiligheidsoverwegingen worden aangehouden, Gaza toegankelijker is dan alle andere noodgebieden en natuurlijk ook veel meer hulp krijgt per hoofd van de bevolking.

Het aantal uit Arabië verdreven Joden overtreft ruimschoots het aantal Palestijnse vluchtelingen dat ooit door de UNO is erkend. Intussen is het aantal vluchtelingen dat hulp ontvangt in verhouding tot het oorspronkelijke aantal vluchtelingen en tot de totale Palestijnse bevolking buiten iedere proportie hoog. Van de elf miljoen Palestijnen is de helft ongeveer geïntegreerd in de buurlanden. De andere helft woont in vluchtelingenkampen of op de West Bank en vormt een probleem voor zichzelf, voor de gastlanden en voor Israël. De Joodse vluchtelingen uit Arabië zijn zonder uitzondering geïntegreerd, hetzij in Israël zelf, hetzij in Amerika of Europa, als ze er voor kozen om door te reizen, nadat Israël hun vlucht uit het oorspronkelijke woonland had gefaciliteerd. De voorouders van die Joden woonden vrijwel zonder uitzondering eeuwen tot duizenden jaren langer in de gebieden waar ze nu uit verdreven zijn dan de voorouders van de Palestijnen in Palestina. Waarom de Palestijnen nu na zestig jaar anders en beter behandeld zouden moeten worden dan de Joden of bijvoorbeeld de verdreven Duitsers uit Polen en Tsjechië, zou ik niet weten. Dat ze niet in Gaza en de andere kampen moeten blijven zitten lijkt me duidelijk, maar dat de Palestijnen met hun tien of elf miljoen terug zouden moeten naar Israël, lijkt me onzin. De ramp die dat zou veroorzaken zou veel groter zijn dan de ellende die nu in Gaza wordt geleden.

Met andere woorden: de bijzondere eulogie van Van Agt op de Palestijnen lijkt vooral overdreven, maar de verwrongen voorstelling van zaken die hij geeft, is ethisch bepaald niet in de haak.

Misschien dat dit nog duidelijker zou kunnen worden gemaakt als het hele boek pagina voor pagina zou worden becommentarieerd, maar daarvoor ontbrak me de lust en de tijd. De toonzetting is overal hetzelfde en de feiten worden overal op dezelfde manier gepresenteerd: eenzijdig en uit hun verband gerukt. Het is alsof het Palestinaprobleem vandaag of in 1947 is ontstaan, in een historisch vacuüm, zonder enige actie van Arabische kant. Dat is niet zo. Het probleem is een gevolg van een doordraaiende geweldsspiraal en het begin van het geweld ligt bij de Arabieren. Daar kan geen twijfel over zijn. Alleen wie meent dat de veiligheid van de Joden genegeerd kan worden, kan de Palestijnse stellingen verdedigen op de manier waarop Van Agt dat heeft gedaan. Voor een lezer die zich nooit in de geschiedenis van het probleem verdiept heeft is het een bron van misleidende informatie.

————————————————————————————

[1] hfdst.25

[2] Zie http://www.mideastweb.org/palpop.htm

————————————————————————————

Dit essay is eerder verschenen op het Blog van Toon Kasdorp

————————————————————————————

Dries van Agt – Een schreeuw om recht
Prijs vanaf 5 euro bij Bol.com
Circa 25 verkopers. Het boek is nieuw niet langer in de handel.

4 reacties

  1. carthago schreef:

    Wow, prima stukje journalistiek!
    De “palestijnen” kunnen alleen nog overleven dmv hun slachtoffer rol, die met miljarden worden ondersteund vanuit de Eussr en usa. No war no money. Het pertinent ontkennen van Israël en nog veel erger, het in hun manifest vastleggen van de vernietiging van!, laat miljarden toestromen in hun welgestelde begrotingskas. Stel je voor zeg dat je vrede wil met Israël, dan houdt de geldstroom abrupt op, dat wil je als gesubsidieerde palestijn dus niet, nog veel erger geldt dat voor de hamasterroristen, met hun fondsen uit Arabië. Vandaar de betaalde aanslagen door abbas en hamas, er is totaal geen andere reden. Het wandelende hoax van agt fossiel is waarschijnlijk grootaandeelhouder van een of ander gesubsidieerd ngo kartel, vandaar z’n inerte leugendagboeken gebaseerd op de zielige paletijnterrorist.

  2. Marcel schreef:

    Ik heb me altijd afgevraagd hoe iemand die zelf als minister van justitie verantwoordelijk was voor een schietbevel op Molukse terroristen hier in ons eigen land nu ineens de pleitbezorger van palestijnse terroristen uit kan hangen. Het is een tegenstelling die ik ongerijmd vind.

  3. Jantje schreef:

    Ik snap helemaal compleet niet dat er mensen bestaan die pro-gazanen en pro-westbankers zijn.
    Het zijn 2 nesten vol met gifslangen.

  4. Cool Pete schreef:

    Waarom nu nog aandacht voor een muggenzifterig geschriftje van Dries van A. ? een
    “werkje” zonder belangrijke hoofdlijnen, zonder enig valide argument en zonder enig
    belangwekkend feit.
    Ons Driesje is vroeger – TROUWENS ONTERECHT – zo erg door schijnheilig “links”
    gepest en getreiterd, dat-ie maar aan de andere kant is gaan staan; helaas kwam bij hem
    daarmee ook nog een abjecte katholieke afkeer naar boven ………