DE WERELD NU

Wat blinkt daar in het duister?

Al hebben we de natuurlijke neiging ons er op te concentreren, de eurocrisis en de instabiliteit van de Eurozone zijn niet het enige dat de wereldwijde welvaart bedreigen. Wereldwijde welvaart, want er zijn maar weinig landen waar het leven ooit beter is geweest dan op dit moment, ook niet in die landen waar die 870 miljoen mensen leven waarvan ons deze week weer verteld werd – terecht – dat ze het moeilijk hebben.

Onze eurocrisis is onderdeel en tegelijk mede-aanjager van een andere crisis, die van ons geldstelsel. Sinds de USA in 1971 de laatste banden tussen de waarde van de dollar en een tegenwaarde in goud doorsneed, hebben we een volledig fiatmoney-systeem. Dat betekent grof gezegd dat er geen directe relatie meer is tussen ons geld en een onderliggende pand waarmee die waarde in stand gehouden wordt. Geen grijpbare waarde in ieder geval.

De waarde van ons geld is een weerspiegeling van de staat van onze economie, wat ondanks alles een zekere logica heeft, aangezien met dat geld dat door een economie wordt ondersteund binnen het aanbod van die economie goederen kunnen worden aangeschaft met dat geld. Geld is een ruilmiddel, en niet meer dan dat. Maar wie hier even over nadenkt moet beseffen dat die waarde ook samenhangt met de hoeveelheid geld die in omloop is. Naarmate er meer geld beschikbaar is, zal dit de prijzen doen stijgen, als tenminste de omvang van het aanbod niet verandert.

Het is elementaire economie. Maar waarom merken we dan op dit moment niets van een gierende inflatie? Uiteindelijk zijn door de ECB honderden miljarden extra euro”s in omloop gebracht sinds januari? Maar in de prijzen om ons heen valt dat niet direct te herkennen.

Denkt u hier vandaag eens rustig over na. Morgen zal ik u laten zien waardoor het uitstel is ontstaan, en waar wel degelijk al enige tijd inflatie gaande is, al vindt die vooral plaats buiten ons blikveld. En waarom er slechts sprake is van uitstel.

 

 

Eerder verschenen bij Dagelijkse Standaard.