DE WERELD NU

Waarom de SER irrelevant werd

SER

Met het verdwijnen van de vakbonden als politieke machtsfactor is ook het belang van de SER, de Sociaal Economische Raad navenant afgenomen. De enkele wankelmoedige poging dat belang te herwinnen heeft iets pathetisch.

De NOS kwam gisteren met dit bericht:

Het klimaatakkoord dreigt een nutteloos stuk papier te worden als niet massaal wordt geïnvesteerd in personeel voor de groene energiesectoren. Dat stelt de Sociaal Economische Raad (SER) in een advies dat vandaag wordt gepresenteerd aan het kabinet.

Dat hier sociale belangen in het geding zijn is zeker, maar dat de economie niet gediend is met de energiewende die men nastreeft in het klimaatakkoord, maakt dat de SER hier al aan belang heeft ingeboet eer zij besefte wat zij er mee doet. Gedegen onderzoek ontbreekt, slechts de veronderstelde eensgezindheid onder wetenschappers die bang zijn van financiering te worden buitengesloten regeert. Maar voor politieke correctheid werd het orgaan niet opgericht, al is het met de jaren steeds meer PC geworden.

Van oorsprong was de SER een overlegorgaan waar botsende politieke meningen die maatschappelijk als essentieel werden beschouwd in een iets rustiger omgeving aaneen konden worden gepast. Het succes van de SER (hoewel niet zeker is of haar rol daarin werkelijk van belang was) blijkt nu ook haar ondergang. Over veel sociaaleconomische zaken is men het in de SER roerend eens. Mede doordat de Regentenpartijen haar vrijwel volledig bemensen. Dat verkleint niet alleen haar gewicht als gremium voor advies aan de regering, maar ondergraaft ook haar matigende functie in politieke debatten.

Op dit moment zijn de arbeidskrachten in de installatiesector al niet aan te slepen. De grote bedrijven hebben stuk voor stuk honderden vacatures openstaan.

Belangrijk voor betrokkenen, maar niet iets waarvoor je de SER nodig zou moeten hebben.

Voorzitter Hamer
Dat is een jammerlijke constatering, speciaal voor voorzitter Mariëtte Hamers (voorheen PvdA-Kamerlid) die haar leven wijdde aan de sociaaleconomische strijd, maar toen zij de top van het debat bereikte moest constateren dat het politiek niet langer
relevant was. In plaats van te pogen de SER haar oude glorie van overlegorgaan tussen maatschappelijk tegengestelde visies te doen herwinnen, heeft het orgaan zich onder haar leiding verder ingegraven in de het sociaaleconomische krachtenveld. Dat is geen keuze die onbegrijpelijk is. De constatering dat de relevantie van de SER daardoor vrijwel verdwenen is, wordt daarmee echter onontkoombaar.