DE WERELD NU

USA2020 – hoe werkt het kiessysteem nu eigenlijk?

usa2016, kiessysteem, USA2020, primaries

Voor veel Nederlanders is de belangrijkste vraag over USA2020 – hoe werkt het kiessysteem met die voorverkiezingen nu eigenlijk? Een verklaring en handleiding.

De ratio van het systeem om een presidentskandidaat te nomineren die de meeste kiesmannen haalt in de Amerikaanse staten gaat verder dan alleen de partijkiezers en stem te geven in wie hun toekomstige president wordt. Het heeft ook te maken met het systeem waarmee de president uiteindelijk gekozen wordt. Technisch is dat een getrapt systeem, waarbinnen men zijn stem uitbrengt op een kandidaat, die zich laat vertegenwoordigen door een kiesman die zich heeft verplicht op die kandidaat te stemmen als hij wordt uitgezonden naar het Electoral College dat uiteindelijk de president aan wijst.

Is zo’n getrapt systeem wel eerlijk, en zou een systeem als bijvoorbeeld het Franse, waar bij verkiezingen het totaal van de stemmen die kandidaten krijgen tegen elkaar wordt afgewogen niet logischer of eerlijker zijn? Het is ook de redenatie van de aanhangers van Hillary Clinton, nadat zij volgens tellingen in 2016 wel de popular vote zou hebben gewonnen (de discussie is of er in bepaalde staten niet heel veel ongerechtigden hebben deelgenomen ook een aantal overledenen bleek te hebben gestemd), maar de strijd in het Electoral College met een vrij aanzienlijke marge verloor. De partijen anticiperen daar overigens beide uitgebreid op.

Er zijn twee argumenten in te brengen tegen deze redenatie, een vanuit de praktijk van het Franse systeem, en een vanuit de achtergrond van de Amerikaanse staatkunde.

Het Franse systeem is – als je het gaat analyseren – een systeem waarin iemand tegen wie je de minste bezwaren hebt vaak president zal worden. Dat is derhalve een negatieve keus. In de eerste verkiezingsronde gaat het er om bij de beste twee te eindigen, die het vervolgens in een tweede ronde moeten uitvechten. De vaste politieke basis van de huidige president Macron is daarom vrij smal (circa 18%, ook zijn populariteitscijfer nu), zeker gezien het feit dat men liever hem had dan het risico te nemen dat een presidentschap van Marine Le Pen ontegenzeglijk zou zijn.

Binnen het Amerikaanse systeem wordt die schifting die de Fransen nodig hebben om tot consensus te komen overgeslagen door dat het partijsysteem kandidaten dwingt om via die gevestigde organisaties te werken (overigens hebben ook de Fransen binnen hun partijen wel degelijk voorverkiezingen, bij de laatste werd Sarkozy voortijdig uitgeteld zodat hij geen comeback kon maken). Donald Trump was geen keiharde Republikein alvorens op dat ticket te worden gekozen. Bernie Sanders zit in de senaat als onafhankelijke. De kandidaten die zich langs hun partijgenoten naar de nominatie vochten hebben daardoor een grotere kans te worden gekozen. Tijdens de stemming over de impeachment van Trump in de senaat afgelopen week bleek diens persoonlijke waardering door de kiezers de 50% aan te tikken – voor Amerikaanse begrippen ongehoord hoog).

Maar er is ook een staatkundige reden voor het systeem met het Electoral College, en als je die overdenkt ga je je realiseren dat een verandering er van er niet op korte termijn in zal zitten. Dat is dat de staten die samen de USA vormen een heel wat belangrijker rol spelen in de Amerikaanse politiek dan de regio’s in bijvoorbeeld Frankrijk. Daar is een historische reden voor: de staten en de centrale overheid vochten in het begin van de 19e eeuw over de suprematie binnen het land. De centrale overheid won – maar nipt.

Dat is nog steeds terug te zien in de wijze waarop de Amerikaanse staat wordt geregeerd: het Huis van Afgevaardigden wordt grosso modo gekozen op basis van bevolkingsaantallen, maar elke staat  – hoe groot of klein ook – heeft twee senatoren in de senaat. Het aantal kiesmannen dat een staat mag afvaardigen naar het Electoral College is vastgesteld op het aantal vertegenwoordigers dat een staat in die beide gremia – senaat en Huis van Afgevaardigden – heeft. Dus: twee senatoren, plus een variabel aantal afgevaardigden.

Als we gaan kijken naar de uitgestrektheid van het land krijgt dat meer logica. De staat Vermont – landlocked in het oosten tegen de grens met Canada heeft heel andere belangen dan de staat Californië, die aan de Stille Oceaan ligt en aan Mexico grenst. Dat bevolkingsaantallen alleen iet de doorslag geven bij de keuze voor een president is derhalve logisch – iedereen heeft er voordeel van als de belangen van het hele land tegen elkaar worden afgewogen zonder dat de grote/bevolkingsrijke staten direct uitmaken wat er gebeuren moet.

Ook nu al zijn staten als Californië, New York, Texas en Florida dominant, maar als de kleinere staten makkelijker onder het tapijt kunnen worden geveegd zou dat een fusieproces tussen kleinere staten weer logischer maken. Wenselijk is dat niet. Splitsingen en fusies geven maar onrust. Lees daarvoor over het ontstaan van West-Virginia en het verdwijnen van de staat Franklin.

Terug naar de primaries. Elke staat volgt daarbij eigen regels, die ook nog eens door de partijafdeling in die staat kunnen worden gemodificeerd. Onderstaande clip uit 2012 is prima, en legt veel duidelijk uit. Minpuntje is dat de clip de superdelegates bij de Democraten noemt. Formeel zijn die na 2016 verwijderd uit het systeem, maar toch wordt nu getwijfeld of dat niet alsnog terugkomen moet aleer Bernie Sanders er met de nominatie vandoor gaat.

De Republikeinen hebben dit jaar geen moeilijke keuze. Trump is populair en herkiesbaar, dat hij niet herkozen zou worden als nominee (is tegelijk óók partijleider) is ondenkbaar.

Maar voor de wijze waarop de Democraten hun nominee kiezen heb ik een uitgebreider verhaal gevonden. Het systeem aan Democratische zijde is heel wat complexer dan bij de Republikeinen, en daardoor ook een reden waarom de partij dit jaar in de problemen komen gaat. De Republikeinse primaries volgen vrijwel alle het principe dat degene die de meeste stemmen in een staat krijgt, alle kiesmannen van die staat op de partijconventie die beslist over de nominee krijgt. Winnen is derhalve belangrijker dan met hoeveel.

Bij de Democraten is de verdeling echter proportioneel over de kandidaten die deelnemen. Dat gaat ze met de grote hoeveelheid deelnemers nu opbreken (in Iowa ging zelfs een kiesman naar Cory Brooker, die een paar weken terug al opgaf, maar een kiesman kreeg doordat een grote groep Iowans weigerde op een van de andere kandidaten te stemmen en hem noemde als hun focale punt.

Iowa
De Democratische chaos in Iowa deze week was aan een aantal zaken te danken, die ik eerder al beschreef. Vier jaar geleden was dat wel anders. Clinton won met een neuslengte van Sanders, en de derde kandidaat die nog in de race was gaf prompt op.

Maar de chaos van deze week geeft een mooie kans te zien hoe ingewikkeld de Democraten het gemaakt hebben, deze primaries. Logischerwijs is een complex systeem vatbaar voor meer nuancering, zodat de Democraten per staat meer kiesmannen (pledged delegates)  afvaardigen naar de nationale conventie (dit jaar in Milwaukee) dan de Republikeinen doen.

Een caucus als in Iowa is dan nog een speciaal geval, al gebruikt een minderheid van de staten dit archaïsche systeem nog, dat in feite een vorm van niet-geheim stemmen is. Wel komt het binnen de Democratische primaries meer voor dan binnen de Republikeinse primaries. Overige primaries kunnen nog worden onderverdeeld in gesloten, open en half-open primaries – afhankelijk of alleen partijleden, iedereen of alleen ook Independents mogen meestemmen.

USA2020

Samenvattend over USA2016:

Everyone who was paying attention in 2016 remembers the Sanders-Clinton battle for delegates in the Democratic primary. In the end Clinton won that contest handily, garnering 55% of the popular vote to Sanders’ 43%, and securing the votes of 2842 delegates, or 60% or the total needed to win. (The discrepancy between Clinton’s popular vote percentage and her delegate percentage is due primarily to the presence of the superdelegates. The pledged delegate percentages were 54% and 46%.)

Dat heeft te maken met de drang kiesmannen eerlijk te verdelen. Dat heeft geleid tot de introductie van de 15%-regel:

In addition, there’s a 15% threshold that a candidate must reach in each state contest in order to receive any pledged delegates at all (Clinton failed to reach 15% in the 2016 Vermont primary, for example) AND there’s a split of pledged delegates between those available based on state-at-large vote percentages and those available based on congressional district-by congressional district vote percentages.

Er zijn nog wat additionele problemen, maar dat zijn deels zaken die maar weinig voor zullen komen, hoewel ze een beeld geven hoe complex het geheel is.

There are also wrinkles that add to the complication (for example, Texas assigns delegates based on a senatorial districts, not congressional districts), and there are additional rules for what happens if no candidate breaks 15% in a given state or district.
The best explanation of most of this is here, “Thresholds for Democratic Party Delegate Allocation,” but if you understood the paragraphs above, you have the gist, at least roughly.

Hoe hoorde dat te gaan dat in Iowa?

To see the numerical breakdown between at-large pledged delegates and by-district pledged delegates, we turn to the invaluable Green Papers, in particular their Iowa page. The Democratic party has allocated Iowa a total of 49 delegates, divided into four groups as follows:

    • 49 total delegate votes — 27 district / 9 at large; 5 Pledged PLEOs; 8 Unpledged PLEOs (PLEOs are party leaders and elected officials)

The total of pledged delegates is 41, the sum of the first three groups (27+ 9 + 5). The total of unpledged delegates (superdelegates) is 8. Let’s focus on the 41 pledged delegates, since those are what will be available to the candidates on caucus day.

Het grootste deel van de pledged delegates valt te winnen in die vier districten voor het Huis van Afgevaardigden. Hoe dat precies werkt vindt u hier.

Iowa has four congressional districts, so the bulk of the pledged delegates, 27, will come from winning the district contests — about 7 delegates are available per district — with the rest (14) coming from the at-large state contest. (Since the pledged PLEOs are voted on at the state convention, I think we can assume the breakdown of this group will more or less mirror the at-large group.)

Het gevolg is dat kandidaten die binnen een staat grote verschillen in populariteit genieten, ook grotere aantallen pledged delegates kunnen krijgen, door concurrenten onder de 15% te drukken. En dus:

…the overall vote in each state will not mirror the pledge delegate allocation in a great many states — a decidedly undemocratic outcome.
– in as close contest as this one may become, these eccentricities of allocation are likely to matter far more than they ought to.
– in a real close contest, the state-by-state outcomes will be unpredictable in the extreme.

De belangstelling voor de nominatie is dit jaar aan Democratische zijde overigens verbijsterend groot. Tegen een zittende president is het nooit eenvoudig om te winnen (dat gebeurt maar zelden, tweemaal in de laatste 50 jaar: in 1976, en 1992), maar de gehele Democratische partij lijkt er van overtuigd dat Trump een pushover is. Omdat ze hem walgelijk vinden, en omdat de MSM vrijwel volledig aan hun kant staan. De huidige paniek is dan weer een besef van indalende realiteitszin.

Interessanter nu is eigenlijk wie de Democratische partij zal nomineren. In de praktijk zijn er nog slechts de vijf plausibele kandidaten die in Iowa redelijk scoorden:

Sanders en Warren representeren de Looney Left van de Democraten, en het idee dat een van beide zou worden gekozen doet huiveren voor de gevolgen. Maar het is ook de logica van een gevecht tegen een zittend president dat men dan normaal kansloze kandidaten hun gang laat gaan. Bij de gematigde kanshebbers moet wellicht Michael Blomberg nog worden geteld, maar dat kan als betwistbaar worden beschouwd. Zijn campagne is laat van start gegaan, en gokt op kleine kansen.

De overige gematigden maken een weinig sterke indruk – na lang als topfavoriet te zijn beschouwd is Joe Biden nu echt op weg naar de uitgang, Buttigieg is jong en onervaren, maar hierdoor mogelijk een echte kanshebber – over vier jaar. Klobuchar is geen slechte kandidate, maar haar partij ziet haar nauwelijks staan en internationaal is ze een grote onbekende.


Meer en actueel nieuws op Veren of Lood over USA2020 vindt u hier.

8 reacties

  1. Cool Pete schreef:

    Heel uitgebreide uitleg.
    Dank.

    Op een paar punten, wil ik wijzen :
    – in 2016, kocht Hillary C tijdens hun conventie, duidelijk Bernie Sanders af.
    – de Republikeinse Presidents-kandidaat, is niet tevens partij-leider.
    – algemeen : het voordeel van een districten-stelsel, voor een gewogen en eerlijke vertegenwoordiging van een heel land.

  2. Theo schreef:

    De Founding Fathers hadden goed nagedacht Om te voorkomen dat de Randstedelijke gebieden ( Californie en New York) de meer dunbevolkte staten zouden overrulen kunnen Tennessee en Wisconsin tegenwicht bieden via de kiesmannen.Verder mag een president maar 8 jaren in het Witte Huis resideren.


    Voorspellingen zijn net biomassa, die gaan de kachel in. Genoeg gewaarschuwd.

    Claude

  3. Johan P schreef:

    Dank voor een duidelijke weergave.
    Veel Nederlanders hebben geen exact beeld van hoe het Amerikaanse systeem precies werkt. En helaas mag ik wel stellen dat er ook steeds meer Amerikanen zijn die dat niet meer weten. Onderwerpen als ‘civics’ and ‘statecraft’ zijn bij een flink aantal openbare scholen al vrijwel verdwenenn

  4. Johan P schreef:

    @Theo. Die 8 jaar presidentschap is niet iets van de founding fathers, dat is iets van na WO2.
    Voor de Founders was het niet zo’n issue gezien de minimale leeftijd voor een president en de gemiddelde levensverwachting. Het was meer een soort ongesproken regel omdat de eerste presidenten het na 2 termijnen vrijwillig voor gezien hielden. Maar Roosevelt werd verkozen voor een 3e en zelfs 4e termijn, waarna het 22e amendement werd toegevoegd aan de grondwet om een maximum van twee termijnen aan het presidentschap te verbinden.

  5. Jaan schreef:

    Het artikel heeft geen hoog D’66 gehalte want het discrimineert nogal behoorlijk volgens deze jarretel-brigade. Er moet toch minstens sprake zijn van kiesmensen. Kiesmannen how dare you! Het lijkt wel of Timmermans het geschreven heeft, want die zegt vandaag in DE Telegraaf over het klimaat: Ik ga niet voor niks met de trein in plaats van het vliegtuig. Jaja op en neer naar Straatsburg zeker met de Europese lanterfanters en ondertussen de normale alles ontzeggen.

  6. Theo schreef:

    @ Johan P : Roosevelt had inderdaad vanwege bijzondere omstandigheden ( WO2) gebruik gemaakt om van deze ongeschreven regel af te wijken

  7. Dick Ahles schreef:

    Dank! In 1970 tijdens mijn studie politicologie het systeem van de Amerikaanse presidentsverkiezingen geheel moeten bestuderen. Was alle details wel weer vergeten. Nu weer helemaal bijgespijkerd.
    Wat overigens in het systeem van one man one vote, waar ik een standaard voorstander van ben, is inderdaad de regionale verschillen in vaak conflicterende belangen door cencentraties van bevolking in de grote steden dat de verstandige algemene belang drijfveer in nationale politiek geweld wordt aangedaan. De huidige totalitaire tendensen in de kartel partijen van Nederland kunnen voor een groot deel worden verklaard uit de dominantie van stedelijke politici. Daarom die problemen in Groningen en de boeren, en zitten we met een klimaat-hoax-gedirigeerde klimaatbeleid van bakkies.

  8. Theo schreef:

    @Dick Ahles : dan moet je een soort gematigde districten stelsel invoeren om die Randstedelijke dominantie te breken.Wij in Brabant zijn in ieder ge-val zover dat de dominantie van die geparachuteerde Grashof ( Groen-Links) en van Spierings ( D’66) gebroken is.Zij zaten in de Gedeputeerde Staten.Nu komt er een VVD-CDA-FvD coalitie in de provinciale staten met gedoogsteun van 50Plus en de PVV. Daar was wel de opstand van Farmers Defense voor nodig maar dat geweld is door Groen-Links zelf uitgelokt na die geweldadige en walgelijke bezetting van die boerderij in Boxtel.Oog -om-oog en tand-om-tand, dat is de enige taal die dat linkse schorum verstaat.