DE WERELD NU

Turkije en Europa

Turkije

De vraag die we ons in Europa gesteld hebben is of de omstandigheid, dat de islam in Turkije de dominante godsdienst is en daar politieke erkenning geniet, een belemmering zou moeten zijn voor toetreding.

Die vraag is in 2004 ten onrechte ontkennend beantwoord. De EU eist van haar lidstaten het onderschrijven van de beginselen van de rechtsstaat, van de democratische waarden en van respect voor de rechten van de mens. Die rechten zijn niet gewaarborgd in een land waar een politieke meerderheid de eisen van haar geloof stelt boven de mensenrechten.

De EU achtte het bestaan van partijen op religieuze grondslag als bijvoorbeeld de Adalet ve Kalkınma Partisiin Turkije (AKP), het Christen Democratisch Appel in Nederland en de Christlich Demokratische Union in Duitsland niet met die beginselen in strijd. Maar de gedachte dat die verschillende partijen of de godsdiensten waarmee ze verwant zijn vergelijkbaar zouden wezen, is een ernstig misverstand.

Om zo zonder voorbehoud alle religies als gelijkwaardig te bestempelen, komt waarschijnlijk voort uit de humanistische gedachte dat religie toch maar bijgeloof is, de een niet wezenlijk erger dan de ander. Het miskent daarmee dat qua ethiek en maatschappijopvattingen er in de praktijk wel degelijk grote verschillen zijn tussen godsdiensten.

Turkije was naar het oordeel van de rapporteurs van de EU een seculiere staat omdat het seculiere karakter er grondwettelijk verankerd was. Maar in de ogen van de rapporteurs, waaronder de Nederlander Erik Zürcher, was Turkije in zoverre nog niet helemaal democratisch, dat de vrijheid van godsdienst er minder gewaarborgd leek dan in de andere Europese landen: de overheid behield zich het recht voor in te grijpen in godsdienstige zaken en een regering die steunt op partijen die hun religieuze grondslag serieus nemen werd in Turkije door de seculiere krachten in en buiten het leger indertijd niet geduld.

Om die reden was het een tijd lang de moslim partij van Erdogan die zich het sterkst beijverde voor aansluiting bij de Unie. Zij verwachtte van Europa bescherming tegen het leger, dat sinds de stichting van de republiek in 1923 steeds heeft ingegrepen als het seculiere karakter van de staat bedreigd werd. [1]

Het rapport over Turkije was vanuit een naïef Europees standpunt geschreven door iemand met weinig gevoel voor de sociale aspecten van de geschiedenis, hoewel hij later directeur geworden is van het IISG.

Het rapport beschreef de normen en waarden van een volwassen democratische samenleving. De hervormingen van Ataturk hadden tot doel Turkije in die richting om te vormen, maar zo’n samenleving bestond in Turkije niet en is er sinds het aan de macht komen van Erdogan steeds verder weg geraakt.

Turkije worstelt met de paradox dat de invoering van humanistische en democratische waarden in de samenleving en de vestiging in de publieke opinie van een modern wereldbeeld alleen mogelijk lijkt te zijn door daartoe niet-democratische middelen toe te passen. Uit de eerste paradox volgde een tweede: dat de aansluiting bij een democratisch Europa de ontwikkeling naar een democratische toekomst achteruit ging zetten in plaats van deze te bevorderen.

Binnen Turkije zijn het de meest vooruitstrevende laïcistische krachten die twijfelden aan de wijsheid van de stap naar Europa in dit stadium van de Turkse secularisatie. Het waren de conservatieve partijen, die steunen op de meest achterlijke delen van de bevolking, die uit tactische overwegingen voorstanders waren van een aansluiting op korte termijn.

Aan de tekst van het Europese rapport was te zien dat er in hoofdzaak met vertegenwoordigers van de regering en van de partij van Erdogan gesproken was. Misschien ook met Europese Turken uit Nederland en Duitsland en duidelijk veel minder met leden van de Nationale Veiligheidsraad en met de hoeders van de grondwet, de kringen rond het leger.

Men heeft in West Europa de neiging om invloed van het leger op de politiek waar dan ook als ‘Zuid Amerikaans’ en achterlijk te zien. Maar de rol die het leger in Turkije heeft gespeeld is een andere dan in veel Zuid Amerikaanse en Afrikaanse landen. Daar treedt het leger op in dienst van dictatoren en is het een bron van corruptie en machtsmisbruik. In Turkije is het leger competent en gedisciplineerd. In Turkije steunde het de grondwet en garandeerde het een modern karakter van de natie tegen bederf door de etnische en godsdienstige krachten in de samenleving. Het is altijd naar de kazernes terug gekeerd zodra het zich gerust gesteld zag dat het gevaar voor de grondwet geweken was. Bedreigingen van de grondwet van Ataturk zijn altijd uit de fundamentalistische moslimhoek gekomen.

Het is de historische ervaring in Turkije en eigenlijk overal in de Dar al Islam dat de leer van Mohammed en de op die leer gebaseerde leefgewoonten, haar ‘normen en waarden’ de belangrijkste belemmering zijn geweest voor modernisering. Modernisering is niet alleen industrialisatie, verbetering van de technische en economische infrastructuur, verbetering van het onderwijs en verhoging van de welvaart, maar ook vergroting van de onderlinge verdraagzaamheid, uitbanning van geweld als eerste middel om conflicten op te lossen en eerbied voor de rule of law.

Het Turkije van Ataturk wilde modernisering in al deze aspecten maar met de islamitische achterban van de Erdogan regering is dat anders gesteld. Die laat de oren hangen naar de imams en de imams van Turkije zijn niet veel anders dan in de rest van de moslim wereld. De gedachte dat een secularisatie van de staat in Turkije parallel zou verlopen aan die in Europese landen is een misvatting geweest. Nu dertien jaar later, zijn de verwachtingen voor de toekomst nog steeds somber. Secularisatie is geen abstract begrip, het is een historisch proces. In West Europa begon dat proces niet pas bij de Franse revolutie. Aan die revolutie was een eeuwen durende ontwikkeling voorafgegaan. In Turkije is de secularisatie ontwikkeling nauwelijks honderd jaar geleden begonnen en intussen al weer stil gezet.

In Europa is de wereldlijke en de geestelijke macht nooit in één hand geweest, maar was die al in de vroege middeleeuwen verdeeld tussen Paus en Keizer. Vanaf de renaissance in de veertiende eeuw was het monopolie van Rome als het geestelijke machtscentrum niet meer onaantastbaar. Sinds de verlichting tenslotte bestaat er een politiek programma waardoor in een groeiende deel van Europa de positie van de kerk in het publieke leven is teruggedrongen. Dat is een ontwikkeling die Turkije niet in negentig jaar heeft kunnen inhalen en het ziet er nu niet meer naar uit dat het er ooit van komen gaat.

De voorgeschiedenis van de modernisatie is er anders en de humanistisch erfenis van de renaissance en de klassieke oudheid als onderdeel van de eigen cultuur ontbreekt in Turkije vrijwel volledig. De rechtsstaat en de mensenrechten zijn er een geïmporteerd artikel uit een tegelijk bewonderd en verketterd West Europa.

Turkije hoort bij het Midden Oosten. Het kan een brugfunctie vervullen tussen die regio en Europa, dat is zeker zo, maar we zouden er goed aan doen te onthouden dat een brug twee kanten op gaat, niet alleen van ons naar het Midden Oosten, maar vooral ook omgekeerd. Voorlopig hebben we te veel problemen met de integratie van de bestaande immigranten uit die contreien, dan dat we behoefte zouden hebben aan een wettelijk kader om verdere immigratiegolven mogelijk te maken.


  1. Sinds de Tweede Wereldoorlog is de constitutionele regering tweemaal opzij gezet om de grondwet te redden, eenmaal in 1960 en eenmaal in 1980. Verder heeft het leger een paar maal druk uitgeoefend op de regering waaronder die gezwicht is zonder dat daar een coup voor nodig was. Respect voor de grondwet is een democratisch beginsel evenals het uitgangspunt dat het leger alleen dient voor de verdediging van de natie tegen krachten van buiten en niet voor intern gebruik. Als die twee uitgangspunten in een land met elkaar in strijd kunnen komen is het minste wat kan worden vastgesteld, dat er nog geen sprake is van een volwassen democratie.

Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp

2 reacties

  1. carthago schreef:

    Mooi artikel .
    Omdat de eussr verder verzwakt zal dictator erdogan zijn positie nog meer gaan versterken ,de salamistrategie van de moslim.Elke toekomstige turkse toenadering tot de eussr zal slechts een verborgen vreugdedans inhouden om vervolgens met een nieuwe strategie de eussr verder te overheersen en te chanteren.En de neonazi’s in het brusselkalifaat vinden het nog democratisch ook.

  2. Cool Pete schreef:

    Heel goed en gedegen artikel.

    Aanvullend voorbeeld: Als in Turkije een fanaticus een beeld van Ataturk kapot slaat,
    onder het roepen van: “In de islam zijn geen idolen toegestaan”, dan is dat in opdracht van
    Erdogan. Er gebeurt niets in dat land, wat hij niet wil / toe aan zet.
    Deze islamo-fascist zal Turkije weer islamitisch maken, en het gebied uitbreiden.
    Het veel oudere volk van de Kurden, zal hij dan ook verdrijven / vernietigen.

    De Turkmenen kwamen pas in de 11e eeuw v.v. uit Azie; Turkije is nog steeds overwegend
    Aziatisch. En wordt in rap tempo [ weer ] een islamitische diktatuur.