DE WERELD NU

Toeristen en migranten

In een rant in het Parool vindt Theodor Holman dat men niet mag klagen dat er te veel toeristen zijn in Amsterdam.

Holman woont zelf in een vrij rustige nette buurt en straat en hoeft alleen maar kniediep door de toeristen (en dagjesmensen) te waden als hij per ongeluk langs museum of Dam komt. Volgens mij fietst hij weinig of niet. En ik vermoed dat hij de vele en steeds drukker wordende “evenementen” niet opzoekt. Het is helaas de voortzetting van de dalende lijn waarin wat er buiten zijn kringetje gebeurt hem minder interesseert. Een poging om hem op Twitter tot enige rede te brengen liep uit op de uitspraak dat ik zeur. Een Holman heeft altijd gelijk, en zo niet dan toch. Een ander die zich er mee bemoeide beweerde dat ik de “vrije keuze” had om te vertrekken. Van verdrijven zou geen sprake zijn.

Genoeg hierover. Het bracht mij op de gedachte dat er overeenkomsten zijn tussen de migrantenstromen en toeristenstromen. Om te beginnen is er zowel bij de overstroming door het toerisme als de dijkdoorbraak van migranten de verbijsterende onverschilligheid van de bestuurderen tegenover de eigen bevolking, en dan vooral het deel dat dit soort overstromingen aan den lijve ondervindt overdonderend. Samen te vatten in de recente uitspraak van directeur verkoop wethouder Choho: ‘Overlast door festivals is kwestie van perceptie’ Het ontgaat ze ook volledig dat niet alleen de direct betrokkenen problemen hebben, maar dat ze de eigen cultuur, of wat daar nog van over is, op het spel zetten. En dan heb ik het in het geval van de verpretparking van Amsterdam niet over een eng nationalisme maar over een redelijk open en tolerante cultuur waarin veel kon en waarin een zekere vermenging van hoog en laag, van binnenland en buitenland de norm is. Deze cultuur is eerder al behoorlijk om zeep geholpen door de migratie van vooral Marokkanen en de daardoor veroorzaakte verdrijving van de Amsterdamse middengroepen naar Almere en Purmerend. Nu wordt met toerisme, consumentisme en amusementisme het project afgemaakt en de lagere en ook wel wat hogere middenklasse uit het centrum verdreven. Bij consumentisme en amusementisme gaat het om een toenemend aantal evenementen met een toenemend aantal bezoekers en de vercommercialisering daarvan. Dit in een “positieve” wisselwerking met de toename van het toerisme. En waarvoor? Voor de economie; waarmee de winstgevendheid van het bedrijfsleven wordt bedoeld en niet de wijze waarop de mensen leven. Model voor deze ontwikkeling kan staan dat de Bijenkorf, een icoon van de stad, zich sinds 2013 volledig toelegt op het bedienen van de buitenlandse toerist, vooral de Chinese. Inderdaad. Ik kom er niet meer.

Er is een tweede onverschilligheid die een belangrijke rol speelt. Ik denk dat tot een jaar of tien geleden de meerderheid van het veel geringere aantal toeristen enige serieuze belangstelling voor de stad had. Ze wilden er zijn. Een flink aantal weliswaar in de eerste plaats om stoned of dronken te worden, maar dat was te overzien. Het huidige aantal is sowieso te groot, maar een substantieel deel komt er in de eerste plaats om er geweest te zijn. Het symbool daarvan is de selfiestick of het elkaar fotograferen met de stad als “achtergrond”. En de met dit totale narcisme gepaard gaande volstrekte onverschilligheid voor de overige aanwezigen. Men marcheert of fietst niets ontziend pelotonsgewijs door de stad. Of loopt en staat stil in kleinere groepen waar dat toevallig zo uitkomt. Anderen, bijvoorbeeld bewoners die per ongeluk ook aanwezig of onderweg zijn volledig negerend. Dit is overigens een trend die al heel lang aan de gang is in het toerisme. Kun je van wat rondreizen en niet louter consumptief recreëren in de regio nog zeggen dat het redelijk in te passen is in de cultuur van de doellanden. Het rondvliegen of -varen van grote groepen over grote afstanden die ergens “geweest” moeten zijn, die “ervaren” als waren ze in een bioscoop en de internationale merken consumeren die ze overal kunnen aantreffen is een totaal andere kwestie. Het is behalve schadelijk voor de gastlocaties weinig duurzaam. En er is met de huidige communicatiemiddelen ook steeds minder reden voor. Deze onverschilligheid, die naarmate deze toeristische consumenten uit verdere streken komen en de culturele verschillen groter worden toeneemt, vertoont overeenkomsten met de migrantenstromen die hier komen om het goede leven te consumeren en onverschillig of zelfs afwijzend staan tegenover de cultuur en bevolking die ze “aantreffen”.