DE WERELD NU

Tant pis voor de feiten

feiten

De media zouden geen eigen agenda moeten hebben die bepaalt welke feiten ze publiceren en welke niet.

Berichten van de media horen een betrouwbare weergave te geven van de werkelijkheid. Maar dat doen ze niet. Media manipuleren het nieuws en geven een versie die past in het beleid dat ze voorstaan. Niet zo lang geleden is dat weer eens gebleken naar aanleiding van een internationaal onderzoek nar de klimaatverandering waarbij bleek dat over dat onderwerp heel selectief wordt gepubliceerd. Een van de gevolgen was bijvoorbeeld dat bij het publiek geen enkel idee bleek te bestaan over het percentage CO2 (0,04%)in de dampkring. Men was bij de grote media bezorgd dat men het onderwerp niet meer serieus zou nemen als het percentage bekend werd.

Dat selecteren doen ze door het soort opdrachten dat ze aan hun journalisten verstrekken of vaak ook doordat de redacteuren een keuze maken uit het nieuws dat hun door hun eigen verslaggevers en door persbureaus wordt aangeboden. In principe is dit laatste een lichte vorm van manipuleren, waaraan niemand zich helemaal kan onttrekken. Keuzes moeten immers worden gemaakt, dat kan niet anders. Men kan alleen maar zijn best doen om ze op goede gronden en zonder vooringenomenheid te maken.

Dat wordt anders wanneer keuzes systematisch en vooropgezet worden gemaakt. Daarom is het goed om steeds te beseffen dat we niet de werkelijkheid zien zoals die is, of zoals we die zelf zouden kiezen als we daartoe in de gelegenheid waren, maar met oogkleppen die ons door de media worden opgezet. Als keuzes vooringenomen gemaakt worden en de omissies passen in een duidelijk patroon, dan is er sprake van bewuste manipulatie.

Gevaarlijk, want minder opvallend, is de manipulatie die plaats vindt door de feiten bij te kleuren met bijvoeglijke naamwoorden en bijzinnen of door het plaatsen van gebeurtenissen in een gunstige of ongunstige context. De niets ontziende terrorist van de een is de zelfde persoon als de heldhaftige vrijheidsstrijder van de ander en de doden die bij zijn actie vallen zijn in beide gevallen even onschuldig.

Het tientallen keren tonen van een gewond jongetje dat in de armen van zijn vader op straat ligt te sterven in de buurt van twee Israëlische soldaten met een geweer suggereerde aan de wereldopinie dat die soldaten op hem geschoten hadden en dat bleek niet waar te zijn. Forensisch onderzoek wees uit dat het kind was getroffen door “friendly fire”van de Palestijnen. Soms gaat men verder en falsifieert de feiten, meestal wanneer het om personen gaat aan wie men een bijzonder hekel heeft zoals Wilders, die bij veel media geen goed meer kan doen.

Nog steeds wanneer de namen Sabra en Shatila worden genoemd heeft praktisch iedereen daarbij de associaties ‘moordpartij’ en ‘Ariel Sharon’. Die associatie is het gevolg van een gerichte publiciteitscampagne tegen Sharon die op een verdraaiing van de feiten berust. Er zijn over deze affaire twee juridische procedures gevoerd, een in Amerika en een in Israël. In beide werd de onschuld van Sharon aangetoond. Het Amerikaanse blad Time dat hem van medeverantwoordelijkheid beschuldigd had voor de moord moest deze beschuldiging terugnemen en een hoge boete betalen.

Bij deze procedures en ook eerder al in militair-historisch onderzoek is vast komen te staan dat de Falange, een militie van de Maronieten uit de Libanon, de moord op de Palestijnen heeft gepleegd [1] en dat Sharon tijdens het gebeuren niet eens in de buurt was. Vast staat ook dat hij er geen opdracht voor heeft gegeven. Het enige dat hem verweten kan worden is dat hij minister van defensie was op het moment dat de moord gebeurde en dat het leger waarvoor hij politiek verantwoordelijk was niet onmiddellijk heeft ingegrepen. Toch bestaat nog bij praktisch iedereen in Europa, waaronder ook  veel weldenkende mensen, de associatie Sharon Shatila.

Een ander voorbeeld zijn de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2000. Veel Nederlanders menen dat die eigenlijk gewonnen zijn door Al Gore en dat Bush alleen door fraude van de republikeinen in Florida en door een partijdig Supreme Court de winst naar zich toe heeft kunnen trekken[2]. Waarom de media de feiten in zulke gevallen zo onprofessioneel verdraaien blijft een boeiend raadsel, maar gelukkig zijn het nog wel steeds uitzonderingen.

Liegen is immers een journalistieke doodzonde. Vaak schaamt men zich om het regelrecht te doen en probeert te verbloemen dat het niet de waarheid is die men aan het publiek voorlegt. Een daarvoor veel gebruikte methode is de onjuiste uitspraak in de mond te leggen van iemand anders, liefst iemand met gezag, die men vervolgens kan citeren.

Vaak wordt zo iemand een uitspraak die men graag wil hebben ontlokt: vindt U niet dat….? Ontkent de betrokkene niet duidelijk dan wordt de door de journalist geformuleerde uitspraak aan hem toegeschreven en als het bij de een niet lukt gaat men door tot men iemand vindt die zich wel op deze wijze citeren laat.

Het manipuleren van beelden en uitspraken is indringender dan het geven van commentaar, maar ook onjuist en bevooroordeeld commentaar kan het publiek een valse mening bijbrengen, als het maar vaak genoeg wordt herhaald. De kranten en televisie die door iedereen bekeken en gelezen worden hebben immers gezag, juist omdat ze geacht worden onpartijdige voorlichting te geven. Meningen in opiniebladen pretenderen geen onpartijdigheid en hebben daarom naar verhouding minder invloed.

Soms kan men ook zonder zelf de feiten te onderzoeken wel constateren dat er van manipulatie sprake is geweest. Als over precies dezelfde gebeurtenissen in het ene land een heel andere opinie bestaat dan in het andere, dan kunt U er zeker van zijn dat in een van beide of in allebei de publieke opinie is gemanipuleerd. De kans dat mensen in het ene westerse land door opvoeding of door een enigszins andere genetische aanleg spontaan tot een andere mening komen over dezelfde feiten is verwaarloosbaar. Dat het gebeurt staat dus wel vast, maar waarom?

Men zou verwachten dat de media, voor wie betrouwbaarheid en waarheidsliefde professionele deugden zijn, een systeem van positieve en negatieve prikkels zouden ontwikkelen die deze kwaliteiten in de berichtgeving zouden borgen, maar dat blijkt niet zo te zijn. Er is in Nederland en ook in andere landen wel een soort klachtenbureau waar men terecht kan, maar dat blijkt een papieren tijger.

Misschien herinnert U zich het Hutton report over de BBC. Lord Hutton achtte bewezen in zijn rapport, dat op 28 januari 2004 verscheen, dat de BBC de Britse regering ten onrechte van leugens had beschuldigd, maar dat vond hij niet het belangrijkste. Niet het tekortschieten, maar de wijze waarop die fout had kunnen plaatsvinden vond hij belangrijk. Die was niet incidenteel, maar structureel. De pers heeft in een democratie een belangrijke taak bij het controleren van de overheid, meende hij, en dient haar eigen integriteit en geloofwaardigheid te bewaren. De pers moet interne controlesystemen hebben die dit kunnen borgen. Als een persorgaan daarin te kort schiet dan is dat een gebrek in het uitoefenen van haar belangrijkste functie.

Geen van de woordvoerders van de BBC en geen van de kranten die later commentaar leverden op het rapport staken bij die gelegenheid de hand in eigen boezem. Met enige moeite werd toegegeven dat de inhoud van de beschuldigen aan de regering niet overeenkwam met de aantekeningen die de betrokken journalist tijdens het interview had gemaakt en dat was het zo ongeveer. Een incident meende men. Twee functionarissen, de voorzitter van de raad van toezicht en de president directeur van de BBC traden af. Dat was, zoals ze duidelijk te kennen gaven, om erger te voorkomen. Het voortbestaan van de BBC stond op het spel, vonden ze, ondanks dat de in het gelijk gestelde Blair zich haastte om alle voornemens in die richting te ontkennen.

In het verleden is er nogal eens kritiek geweest op de grote eigenaren van kranten, zoals Hearst in Amerika of Beaverbrook in Engeland, die een ongepast grote invloed zouden hebben op de inhoud van hun publicaties. Dat was een gemakkelijk verwijt, want die heren waren zichtbaar en maakten er ook geen geheim van dat zij de kranten als hun spreekbuis beschouwden. Tegenwoordig is de beslissing over het door de krant te voeren beleid zelden nog in de handen van één persoon.

Rupert Murdoch lijkt meer geïnteresseerd in de winstgevendheid van zijn bladen dan in hun inhoud. De redactie is een collectief en vertegenwoordigt de opvattingen van een nog groter collectief. Ieder die bij de meningsvorming in de krant betrokken is dient zich bij de heersende opvattingen aan te sluiten. Wie zich daarbij niet happy voelt vertrekt. Dat leidt tot een vorm van invloed op de berichtgeving waar veel minder gemakkelijk de vinger op te leggen is, maar de manipulatie van de feiten is er niet minder om. Journalisten wilden zich nog wel eens verzetten tegen opdrachten van Hearst, maar tegen het collectief komt niemand met succes in opstand.

Toch is dat verkeerd. De krant is er niet om vooroordelen te creëren of bestaande vooroordelen te bevestigen. De krant en de televisie horen hun publiek de feiten verstrekken op grond waarvan de mensen zich zelf een oordeel kunnen vormen. Ook al wordt volledige objectiviteit niet bereikt, het zou het professionele streven moeten blijven van het journaille en dat is het niet.

Niet de feitelijke waarheid, maar het goede en juiste, zoals zij dat zien, is waar de media naar streven. Dat is een vorm van manifeste waarheid, zoals dat verschijnsel door Karl Popper werd genoemd. De manifeste waarheid, dat zijn geen controleerbare feiten, maar dat is het geheel van gezaghebbende opvattingen en waardeoordelen dat door Marx of door God of een andere autoriteit wordt gegeven en dat op enig moment wordt aangehangen in de media. Als de feiten daar van afwijken, dan geldt tant pis voor de feiten.


  1. Een theorie is dat de slachtpartij is uitgelokt door de Syriërs en dat zij met dat oogmerk de avond ervoor Demayel, de leider van de Libanese Falange, hadden vermoord.
  2. Toen in 2000 de Amerikaanse presidentsverkiezingen in Florida werden beslist, was een broer van Bush daar gouverneur. In vrijwel alle Nederlandse commentaren werd gesuggereerd dat Jeb Bush met de uitslag had geknoeid. Het publiek was in overgrote meerderheid niet in staat om de feiten te beoordelen, maar wie dat wel was kon constateren dat het uitgesloten was dat er geknoeid was door Bush en de zijnen. Daar zouden ze helemaal niet toe in staat zijn geweest. De juridische procedure die gevoerd werd ging daar ook helemaal niet over. Die ging alleen over de vraag of fouten, die bij iedere verkiezing voorkomen, in dit geval aanleiding hadden moeten zijn tot een hertelling of herstemming. Het bleek dat de fouten in Florida betrekking hadden op de kwaliteit van de gebruikte apparatuur en op de wijze van uitbrengen van de stemmen. In dit geval, nu de uitslag zo close was, was er wellicht aanleiding, meende men, om nog eens goed naar de uitslag te kijken en een hertelling te overwegen. Noch bij de gouverneur, noch bij het republikeinse hoofd van de kiesraad was er sprake geweest van fraude of ongeoorloofde beïnvloeding, maar dat was wel wat de Nederlandse media in koor suggereerden. Door een aantal kranten is naderhand op een informele manier de hertelling georganiseerd die het Supreme Court terecht niet had willen geven en het aardige was: ook bij deze hertelling ging de winst naar Bush.

Dit essay verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp

 

4 reacties

  1. Thomas schreef:

    Het nieuws wordt al vele jaren gemanipuleerd. Wat de media nu doen hebben ze geleerd van de grote VARA t.v. persoonlijkheid Marcel van Dam. Van Dam beweerde op t.v. dat gevulde limonade van het merk Exota van Van Tuin uit Dongen zo maar spontaan explodeerden. Hij liet een filmpje zien van een spontaan ontploffende Exota-fles. Later bleek in een vertraagde opname dat Van Dam de zaak belazerd had en dat de fles kapot geschoten werd.
    Exota ging door toedoen van landhuiseigenaar Van Dam te Lunshorst failliet. Hij adverteerde zelfs dat iemand die de handen uit de mouwen wilde steken zijn tuinen gratis mocht onderhouden

  2. Carthago schreef:

    Als 90 procent van alle media op de wereld in handen is van ongeveer 10 bedrijven , dan noem ik dat het meest onbesproken feit op de planeet.

  3. Pieter schreef:

    In reactie op een mail van een zichzelf onafhankelijk journalistiek platform noemende organisatie waarin naast de nodige zelffelicitaties ook gewezen werd op de in gevaar zijnde persvrijheid wees ik de afzender naar aanleiding van een aantal artikelen op het mijns inziens allergrootste gevaar voor vrijheid in het algemeen: Zelfcensuur en vooringenomenheid onder journalisten.

    Onafhankelijke, scherpe en kritische geesten, een platform buiten de marge en een geïnteresseerd publiek zijn de benodigde ingredienten. Helaas is de combinatie van de vijf buitengewoon zeldzaam.

  4. Johan P schreef:

    Liegen is een journalistieke doodzonde? Nee, dat ZOU HET MOETEN ZIJN. Het is echter eerder regel dan uitzondering in steeds meer zaken.
    Het hele klimaatdebat wordt buitengewoon eenzijdig gerapporteerd in de media en daarbij wordt er bewust gesleuteld aan teksten, worden feiten verdraaid en wordt onondebouwde onzin gebruikt om het publiek foutief te informeren.
    Het debat over de schuldencrisis in de EU en dat het allemaal wel goed gaat komen en dat het geld terugbetaald gaat worden hangt van leugens aan elkaar en geen journalist die er zelfs maar moeite voor doet om er eerlijk over te rapporteren.
    De prestaties van Trump worden opzettelijk fout gepresenteerd en er wordt enorm de best gedaan om hem op allerlei manieren zwart te maken, zelfs als men daarvoor gebruik moet maken van verzinsels of zaken volslagen uit verband moet trekken.
    Idem voor de immigratie -of beter gezegd, de invasie- vanuit de 3e wereld. Feiten over de kosten worden weggelaten of foutief gerapporteerd. Feiten over het volslagen falen van de integratie van bepaalde groepen en hun constante afhankelijkheid van de bijstand, ook voor 2e, 3e en zelfs 4e generatie worden bewust genegeerd en niet gerapporteerd.
    Feiten over de (politieke) agenda van islam, de geschiedenis ervan wat betreft het behandelen van veroverde gebieden en de bevolking zijn al helemaal uit den boze en worden sowieso niet gerapporteerd of er worden wat zaken verzonnen om het allemaal maar mooi te laten lijken.

    Nee, liegen is helaas al lang geen doodzonde meer in de journalistiek.