DE WERELD NU

Straf en samenleving

samenleving

De veranderende samenleving kan niet anders dan consequenties krijgen voor welke en  de wijze waarop straffen worden opgelegd, meent Toon Kasdorp. Elke samenleving moet uiteindelijk een rechtssysteem instellen dat haarzelf in stand houdt, of onder gaan.

Wanneer een moordenaar de doodstraf krijgt, kan hij geen nieuwe slachtoffers maken. Daar kan ook voor gezorgd worden door hem levenslange gevangenisstraf te geven, maar levenslang is niet altijd levenslang en bovendien zou je je af moeten vragen of een dergelijke straf niet wreed is en in strijd met de menselijke waardigheid.

Dat is de doodstraf misschien wel minder, in elk geval voor de gestrafte. Iedereen gaat dood en degene die een misdaad heeft gepleegd waar zo’n zware straf op staat zal, als hij een normaal mens is, zoveel wroeging hebben dat hij er vrede mee heeft om niet verder te hoeven leven met die schuld. Wie geen normaal mens is, heeft het gevoel voor de menselijke waardigheid niet, dat aangetast zou kunnen worden door de doodstraf. Die is op dat niveau niet aanspreekbaar.

Over gerechtelijke dwalingen spreek ik hier niet. Fouten zijn onvermijdelijk en die zeggen niets over het systeem. Men dient ze te vermijden, dat spreekt, maar wie onschuldig levenslang uitzit is er erger aan toe dan wie onschuldig wordt geëxecuteerd. Dat vinden in elk geval de meeste gestraften en dat wordt ondersteund door het hoge zelfmoordpercentage in de gevangenissen, ondanks alle maatregelen die er zijn om dat te voorkomen.

De grootste moeite met de doodstraf hebben de rechters die hem uit zouden moeten spreken en de beulen die hem zouden moeten voltrekken, voor zover zij tot de reguliere leden van onze samenleving horen. Ook wij als burgers voelen dat bezwaar, wij, de andere leden van de samenleving namens wie de beulen optreden.

De westerse samenleving is, voor zover bekend, uniek in het afwijzen van de doodstraf en uniek in het toekennen van een zo absurd hoge ethische waarde aan het individuele menselijke leven. Iedere samenleving kent zijn variant van de tien geboden. Gij zult niet doden geldt voor iedere beschaving, maar het gebod richt zich tegen het doden van medeburgers onder normale burgeromstandigheden. Vreemdelingen, vijanden, horen niet tot de beschermde groep, behalve wanneer zij onder de bijzondere protectie staan van de wet. In dat geval gelden ze tijdelijk als medeburgers. Zware misdadigers worden uit de gemeenschap gebannen, hetzij door mort civile, hetzij door de doodstraf, die in alle niet-westerse samenlevingen tot het normale repertoire behoort. De doodstraf wordt daar gezien als de ultieme straf, die niet gemist kan worden als de misdadiger niet vatbaar blijkt voor het effect van andere straffen, of als de gepleegde misdaad zo ernstig is dat aan de geschonden norm afbreuk wordt gedaan met het voortleven van de dader.

Iedere samenleving kent een vorm van strafrecht. Overal worden de ernstigste normschendingen, die de samenhang van de leefgemeenschap aantasten op een rituele manier bestraft.

In Nederland zijn we het zicht op het werkelijk karakter van het strafrecht wat kwijt geraakt. Strafrecht wordt bij ons gehanteerd als was het een bestuursmaatregel. Straffen worden opgelegd voor het niet tijdig invullen van formulieren en voor het bestrijden van normschendingen waar niemand zich erg over op kan winden. Voor de ergste misdrijven hebben wij in het Nederlandse strafstelsel naast de reguliere straffen ook het merkwaardige systeem van maatregelen die in alle opzichten hetzelfde uitwerken als straffen, maar die anders worden genoemd en die ook de strenge wettelijk regulering en bescherming voor de gestrafte missen die voor andere strafsancties geldt.

Ik doel op de ter beschikking stelling. Zoals premies volksverzekering in alle opzichten hetzelfde zijn als belastingen, met dien verstande dat zij niet progressief zijn en voor hogere inkomens zelfs degressief, zo is ter beschikking stelling voor de meeste gestraften een erger soort gevangenisstraf. Zo is het niet bedoeld, maar zo werkt het wel. Het is erger in de zin dat van te voren niet vast staat hoe lang het gaat duren en erger omdat dwangverpleging het respect voor de menselijke waardigheid mist, die de normale gevangenisstraf wel heeft. Daar staat tegenover dat de inrichtingen voor dwangverpleging in Nederland erg de nadruk leggen op het therapeutische aspect en het element bescherming van de samenleving daar een ondergeschikte rol bij speelt. Het aantal gevallen waarin gevaarlijke gekken op proefverlof worden gestuurd en daarbij prompt nieuwe misdrijven begaan is niet gering. Men vindt dat binnen het penitentiaire stelsel een aanvaardbaar risico, maar de slachtoffers en publiek denken daar heel anders over.

Ik vind overigens niet dat het publiek de directeuren van de inrichtingen hierover te zeer moet lastig vallen. Wanneer zij de ter beschikking gestelde zouden behandelen als de gevaarlijke misdadiger die hij doorgaans is, dan zou er van een therapie in elk geval niets terecht komen en voor therapeutisch handelen zijn die directeuren opgeleid. Wil je dat niet dan moet je ze niet in die positie benoemen. Dat er ondanks al hun zorgen in de meest gevallen toch niets terecht komt van een therapie is in zekere zin voor de echte professional al erg genoeg.

Het Nederlandse strafsysteem is prototype van het westerse strafsysteem. Tezamen met de Scandinavische landen hebben we niet alleen in theorie, maar ook in de praktijk een systeem waarin gestraften al medemensen worden behandeld, voor wie we als samenleving verantwoordelijkheid dragen.

Toch zou het volgende overweging verdienen: Iedere vorm van straf impliceert het tijdelijk of definitief opschorten van de burgerrechten. Wie een misdrijf begaat diskwalificeert zich immers zelf als lid van de samenleving. Het ontbreken van de doodstraf doet afbreuk [3] aan de werking van het strafsysteem, want zonder deze sluitsteen is het strafrechtgebouw wankel. Het ontbreken heeft aan de andere kant zeker iets sympathieks, want het is de uiterste consequentie van de ethiek van de westerse samenleving.

De innerlijke tegenstrijdigheid die dat oplevert is een gevolg van het gegeven dat iedere samenleving mensenwerk blijft. Volmaakt is zij niet en eeuwig blijven bestaan zal zij ook niet, maar zolang als het zal duren is bevalt de westerse samenleving beter dan de meeste voorgangers.
Efficiënt is het niet om de doodstraf en andere lichamelijke straffen in ons strafrecht uit te sluiten. Tezamen met een snellere berechting zouden zij een veel grotere capaciteit van het justitiële stelsel mogelijk maken en de huidige problemen bij het handhaven van de normen en waarden grotendeels kunnen oplossen.

De criminele Marokkaanse jongeren, waar de laatste tijd zoveel over geschreven en nog meer over gesproken wordt, zijn in hun thuisland Marokko veel gedisciplineerder dan hier en dat komt misschien niet in de laatste plaats omdat de daar toegepaste straffen efficiënter lijken te werken dan onze gevangenisstraffen. Ons huidige strafsysteem blijkt niet meer goed aangepast te zijn aan de multiculturele samenleving waar we door het beleid van de vorige (mijn eigen) generatie in zijn terechtgekomen.

Aanvaarden doen we die verandering tot nu toe alleen verbaal. De aanpassingen in onze samenleving, de verandering van maatschappelijke instellingen als gevolg van de andere normen en waarden die de vele subculturen er op na houden, daar willen we niet aan. Terecht misschien ook wel, want de vertegenwoordigers van die andere culturen hebben niet voor niets huis en haard in verre landen achter zich gelaten om naar West Europa te trekken. Als we cultuur beschouwen als de leefwijze van een samenleving, als de eigen manier van leven en werken, dan is het onze cultuur die de Europese welvaart en de Europese orde en burgerlijke vrede heeft geproduceerd, waar de mensen uit andere gebieden op af zijn gekomen. Ze zouden het ons niet in dank afnemen als wij toe zouden staan dat hier de sociale en economische toestanden van Curaçao of van West Afrika zouden ontstaan.

Wat we niet helemaal kunnen overzien is in hoeverre de instandhouding van de samenleving waar de immigranten op af zijn gekomen afhankelijk is van onder meer onze resolute verwerping van de doodstraf en andere vormen van door de overheid toegepast fysiek geweld. De mensenrechten en de democratie die we zo hoog in het vaandel hebben staan vormen een samenhangende levensbeschouwing waar we misschien niet ongestraft elementen uit kunnen verwijderen. Tezamen liggen ze ten grondslag aan een mensbeeld dat er voor gezorgd heeft dat het oude christelijke begrip zorg voor de naaste zover is uitgebreid dat het in onze dagen de hele mensheid lijkt te omvatten.

Het is gemakkelijk om in te zien dat een voortdurende instroom van mensen uit minder goed geoutilleerde delen van de wereld op den duur de samenleving zal vernielen, als de immigranten er niet daadwerkelijk zelf deel van uit zullen gaan maken. Het is even goed in te zien dat we ze daar niet toe kunnen dwingen zonder een deel van de normen en waarden op te geven waarom het wellicht allemaal begonnen is. De vraag is alleen, is dat reculer pour mieux sauter, of is het zagen aan de tak waarop we zitten?


Dit essay verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp

2 reacties

  1. Johan P schreef:

    Het westerse systeem is uniek in dat het de ‘waarde van het leven’ en ‘universele rechten van de mens’ van daders hoger inschat dan die van de slachtoffers. En dat het blijkbaar geaccepteerd is dat er enorme bedragen belastinggeld worden uitgegeven om het die daders nog enigszins aangenaam te maken gedurende die tijd. Iets dat op zich lovenswaardig lijkt, maar men mag zich toch afvragen of het gerechtvaardigd is. Indien een maatschappij er zo goed aan toe is dat er geld in overvloed is zou men het nog kunnen overwegen, maar een maatschappij met enorme overheidsschulden, waar bejaarden die hun leven lang hebben gewerkt en hebben bijgedragen aan de samenleving het moeten doen met minder dan iemand die er bewust voor heeft gekozen om zichzelf buiten de wet te stellen, waar een groot deel van de werkzame bevolking steeds meer moeite heeft de eindjes aan elkaar te knopen, is het maar de vraag of dit een houdbare situatie is.
    Dat wil niet zeggen dat ik meen dat de financiele kant de doorslag moet geven, maar het is wel degelijk iets dat overwogen dient te worden. Gemeenschapsgeld dient ten goede te komen aan de gemeenschap. Dat wil zeggen, diegenen die er bewust voor kiezen daar een deel van uit te maken en daar aan bijdragen.
    Daarnaast is het maar de vraag of een levenslange oplsuiting humaner is naar de dader dan de doodstraf, maar dat terzijde.

    Alles gewogen ben ik geen groot voorstander van de directe doodstraf, in de betekenis van een straf die wordt opgelegd na slechts een delict (enkele uitzonderingen daargelaten) aangezien ik van mening ben dat men over het algemeen een tweede kans verdient, maar als iemand herhaald bewijst dat hij lak heeft aan de samenleving en de regels dan zou de doodstraf een mogelijkheid moeten zijn.
    Vroeger was er de optie van verbanning. Dit is tegenwoordig geen mogelijkheid meer en daarnaast ben ik daar principieel tegen aangezien het betekent dat je een andere samenleving opscheept met jouw probleemgevallen en dat is volgens mij ook niet echt terecht naar die andere samenleving toe.

  2. toon kasdorp schreef:

    Verbanning zou weer mogelijk worden als we met onze buurlanden in Noord West Europa een verbanningsoord zouden creëren, bijvoorbeeld in de Sahara, ergens op de grens van Mauritanië en Marokko.. Als de doodstraf niet op principiële bezwaren stuit, zou die beperkt moeten blijven tot mensen die een crimineel bestaan leiden, die met andere woorden leven van de criminaliteit. Voor incidentele zware delicten lijkt mij verbanning een hetere straf dan levenslange opsluiting. Het zou wel een aanpassing van ons strafrechtsysteem nodig maken, onder andere door groepscriminaliteit serieus vervolgbaar te maken.