DE WERELD NU

Staatsopvoeding? -2-

Bedreigingen, eenheid van prijs, een land van deugers, Academisch tuig, Stalinisme, Duitsland, Applestore overval, Olympische Spelen, Rechters, wereldregering, Oekraïne, Therapeutenangst, Qatar, Cultuur en politiek, Onveilig, basis, Politiek, Zwart, Overlast, Vrouwen en kinderen

Gisteren besprak ik al consequenties van een voorstel van minister Slob om een vorm van staatsopvoeding verplicht onderdeel te laten uitmaken van het schoolcurriculum. En dat ik niet in zag waarom we er – behalve in het kader van de gelijkheidsidealen – allemaal mee moesten worden lastig gevallen. In plaats van alleen de doelgroep waar het mis mee gaat. Maar de dilemma’s rond een staatsopvoeding blijken in meer zaken te spelen.

In de zo op het oog niet verbonden kwestie van kinderen die in het land van herkomst van hun ouders worden achtergelaten bijvoorbeeld. Soms gaat het dan om gedwongen huwelijken, en hoe je daar mee om gaat lijkt me niet ingewikkeld te hoeven zijn. Maar hoe ga je om met ouders die vinden dat hun kinderen in de cultuur van herkomst dienen te worden opgevoed? Deze was nieuw voor me:

Ouders willen voorkomen dat een kind te veel verwestert en zich afkeert van de eigen cultuur en tradities. Soms gebeurt dat onder druk van de familie in het land van herkomst.

Ik begrijp het punt, maar is het een dilemma? Alleen voor de miezemausers die

  • a) vinden dat onze cultuur weliswaar niet beter is, maar wel degelijk superieur aan bijvoorbeeld Afrikaanse. En
  • b) dat je kinderen moet beschermen tegen hun diversitaire ouders, om dezelfde reden als hierboven.

Het internaat
In mijn jeugd werd ik door mijn moeder wel eens bedreigd met ‘het internaat’, waar ze me heen zou doen als ik zo lastig bleef als ik altijd geweest ben. Nu was ze daar sowieso te gierig voor, maar ze had het ook niet zelf bedacht. Een achterneefje bracht een groot deel van zijn jeugd door op Zwitserse internaten, aangezien zijn ouders als expats in Nigeria zaten. Nooit iemand over gehoord! Natuurlijk was dat heel normaal. De gedachte dat je vanzelfsprekend naar een Nigeriaans dorpsschooltje tussen de negertjes zou gaan om je onderwijs te genieten is nog steeds moeilijk voorstelbaar, maar begin jaren zeventig kwam nog niemand op zo’n gedachte. Terwijl hier sprake is van dezelfde kwestie. Dus is discriminatie (van staatswege) een logisch gevolg.

Kernvraag
De kernvraag blijft: moet de keuze voor de opvoeding van kinderen berusten bij de staat of bij de ouders? Het gemodder van Slob wijst op een zoektocht naar een middenweg, maar dat die er niet is heeft een eigen logica. Een beetje zwanger bestaat niet, en zo.

Onuitgesproken blijft namelijk het probleem: wat voor bevolking wens je jezelf als staat? Dàt is de vraag die aan de basis van deze worsteling ligt. Het juiste antwoord vereist – voorbijgaand aan de details die feitelijk niet erg relevant zijn – dat je bereid moet zijn mensen aan wie het aan de juiste kwalificaties ontbreekt, voortaan de toegang tot je land te weigeren, en dus ook hun Nederlandse nationaliteit af moet kunnen nemen. Dat is zielig, maar is het ontkoombaar?

Strikt logische gevolgen
Dit zijn strikt logische gevolgen die voortkomen uit die eerste kernvraag. Maar minister Slob zal ongetwijfeld hysterisch ontkennen dat dat hierbij een rol speelt. Want het is een vraag die we niet willen of durven beantwoorden, omdat het ook zoveel zegt over wat er de afgelopen jaren ons land al binnen is gehaald, zonder ooit naar kwalificaties te vragen.

Het diversiteitsstreven kan uiteindelijk in weinig anders uitmonden dan in een verplichting tot culturele uniformering. Was dat het allemaal waard?


Deel 1 vindt u hier.