DE WERELD NU

Sociologie verbieden: het ken net

Volgens de Friezen kan het dus niet, dat verbieden. Maar volgens Van Dale kan je dus echt letterlijk alles verbieden: je zegt gewoon dat iets niet mag. Een flauw begin, ik weet het, maar wel in stijl.

De aanleiding voor dit stukje over sociologie en politiek is een merkwaardig interview dat ik tegenkwam in de online versie van Elsevier. Nikki Sterkenburg (@SterkNikki op twitter) interviewde Ruud Koopmans. Ik zag niet onmiddellijk wat er nu precies zo vreemd aan was.

Afgezien van de titel dan. De URL van het artikel (hoover over de link, dan zie je hem) suggereert een beetje dat de journaliste zelf deze titel in gedachten had: “Ruud Koopmans: Je moet een keer een grens trekken“, maar het werd dus: “Ruud Koopmans: ‘DENK bestaat uit een stelletje Turkse Geert Wildersen’”. Heel vreemd. Maar goed, dat valt vermoedelijk mevrouw Sterkenburg niet aan te rekenen en meneer Koopmans zeker niet. Het stuk zelf gaat dus níét over Wilders en vrijwel niet over Denk. Maar waar gaat het wel over? Dat is nog niet zo makkelijk vast te stellen.

De openingszin suggereert dat het over “Turks nationalisme” en “radicale islam” zou kunnen gaan: dat zijn namelijk “de thema’s van (sic) socioloog Ruud Koopmans (55)“. In de derde zin leren we dat deze 55-jarige hoogleraar sociologie en migratie is. Een hoogleraar migratie. Hm. Nou ja, veel namen van universitaire leerstoelen doen mij tegenwoordig de wenkbrauwen optrekken.

Migratiedenkers
Ik was eerst van een plan een zogenaamde ‘close reading’ toe te passen op dit interview, maar daarvoor is het toch te vreemd en te kort. Op zoek naar wat achtergrond om meneer Koopmans een beetje te kunnen plaatsen, stuitte ik op een ander interview met hem. Afgenomen door Margalith Kleijwegt (die er hier nog best genadig afkwam). Koopmans werd een half jaartje geleden geïnterviewd door deze mevrouw in het kader van een serie. Die serie had een eigen naam: Migratiedenkers.

Boink-boink-boink.

Dat was mijn hoofd op mijn bureau. Onder die migratiedenkers onder andere de grote Ad Melkert.

Boink-boink-boink.

Twee citaten uit dat interview:

RK: De kloof is het diepst in Groot-Brittannië. ‘In een onderzoek van een paar jaar geleden vond 34 procent van de ondervraagden dat afvalligen ter dood mochten worden gebracht.’ Het brengt ons weer naar zijn onderzoek over fundamentalisme waar hij ook kritiek op kreeg. ‘Vaak was de reactie op mijn bevindingen dat een meerderheid van de moslims in Europa de regels van het geloof belangrijker vindt dan de wetten van het land, dat die twee elkaar niet hoeven tegen te spreken.’
MK: Is die kritiek onzin?
De vraag is op zichzelf gerechtvaardigd. Critici zeiden: in de tijd van nazi-Duitsland was het juist goed geweest als de regels van het geloof boven die van het land waren gesteld.

Sakkerloot. Deze variant op ‘je visie op kannibalisme is slechts een kwestie van smaak’ ben ik nog niet eerder tegengekomen.

De afgelopen maanden krijgt Koopmans regelmatig vragen van journalisten die van hem willen weten hoe hij aankijkt tegen het vluchtelingenvraagstuk; in 2015 nam Duitsland miljoen (sic) vluchtelingen op. Volgens Koopmans bestond er in Duitsland de afgelopen jaren, in tegenstelling tot de jaren negentig, een positief beeld van vluchtelingen. Er was de hoop dat zij de vergrijzing zouden tegengaan en de economie op peil zouden houden. Hij sprak over een ‘collectieve euforie’, die hij ook bij de media waarnam. Nu het grote aantal vluchtelingen ook een toename aan incidenten en onrust betekent, beseft men dat er ook nadelen aan deze gedwongen volksverhuizing (sic) kleven en slaat de stemming om.

Boink-boink-boink. Ik kan bijna niet meer ophouden.

Is die hardnekkig herhaalde onzin een eigen invulling van Kleywegt of heeft Koopmans het echt zo gezegd? Vergrijzing tegengaan. Godallemachtig. Waarom? De oorspronkelijke bevolking moet eens wat jonger gaan sterven? Als je het nu nog zou hebben over opvangen van negatieve gevolgen van te snelle ontgroening!

Boink-boink-boink.

Surrealisme
Terug naar @SterkNikki. Meneer Koopmans heeft al eens de pers gehaald met zijn onderzoeksresultaten. Kort door de bocht: eigenlijk vooral omdat het resultaten waren, waar een grote meerderheid van de zittende politici en media-types niet blij van worden. Het interview/artikel gaat echter niet of nauwelijks over onderzoeksresultaten van meneer Koopmans. Het bevat wel verschillende passages over het leven van meneer Koopmans zelf. Ze doen mij surrealistisch aan. Het is me een raadsel waarom de lezers de etnische achtergrond van zijn echtgenote zouden moeten kennen of moeten leren over de mate waarin hij zich een buitenbeentje voelde tijdens zijn studie. Nu ik het toch lees, moet ik wel aan mijn eigen studietijd denken: net als hij was ook ik de eerste uit een arbeidersmilieu die ging studeren. De grote schok kwam voor mij toen ik 11 was en naar de HBS ging, voor hem pas na zijn doctoraal! Wonderlijk. Ik ben wel iets ouder dan hij.

Ik druk me vriendelijk uit
In het interview gaat het, als gezegd, dus vrijwel niet over Koopmans’ onderzoeksresultaten. Hier een paar zeer opmerkelijke passages met mijn commentaar.

Iedereen moet in de privésfeer kunnen doen wat hij wil, dus een vrouw moet in burqa over straat mogen.

Laat ik het vriendelijk houden: dit is wartaal. De relatie met ’s mans wetenschappelijke arbeid ontgaat me ook volledig.

Vaak wordt de vergelijking met de aanhangers van de SGP gemaakt, die ook de vrijheid van religie gebruiken om conservatieve keuzes te maken. Maar ik vind dat je onderscheid moet maken (…). Net zoals het feit dat we de Friezen bepaalde taalrechten geven niet betekent dat die ook voor Turken in Nederland moeten gelden.

Let op de lijdende vorm. Wie doen dat? Heeft hij het over zichzelf, zijn echtgenote, zijn studenten, zijn partijgenoten? Een strojoker, zou ik deze variant op de stroman-discussietruc willen dopen. En die “vrijheid om conservatieve keuzes te maken“, waarom klinkt dat zo raar? Dat wordt ineens veel duidelijker wanneer je het combineert met dat “we”, die aan Friezen rechten geven. Laat dit even bezinken. “We” tolereren conservatieve opvattingen. “We” staan dingen toe aan de Friezen. En opnieuw: wat heeft dat nu met (’s mans) wetenschapsbeoefening te maken? En dan nog deze:

Het is volgens Koopmans ook aan de moslimgemeenschap zelf om te definiëren wat het wezen van de moderne islam is en waar de grens met radicale islamisten moet worden getrokken. ‘De radicalen en fundamentalisten vormen niet de meerderheid, maar domineren als minderheid wel de agenda. Gematigde moslims zouden die strijd moeten aangaan. Dan moeten ze wel afstappen van de claim dat radicalisering en fundamentalisme niets met islam te maken hebben.

‘De standaardreactie uit gematigde moslimhoek is dat radicalisering en terreur komen door uitsluiting en islamofobie, dat de daders geen echte moslims zijn. Het zou beter zijn als gematigden erkennen dat de islam en Koran ruimte bieden aan de interpretatie die fundamentalisten en radicalen eraan geven en daar een andere interpretatie tegenover zetten.

Een verder niet gedefinieerde groep mensen zóúden bepaalde, nogal vaag omschreven, dingen moeten doen en laten. Uh, ja, lang leve de wetenschap. “Het zou beter zijn als…” Waarom gebeurt dat niet: heeft deze meneer van de wetenschap – met zijn interessante thema’s – hier verder geen onderzoek naar gedaan? Over de resultaten dáárvan zou ik wel meer willen horen. De onderzoeksresultaten waarmee hij eerder het nieuws haalde, komen door allerlei onderzoeken (van Pew onder andere) al regelmatig in beeld. Overigens kraamt de man hier – hoewel hij socioloog is – mijns inziens geen volstrekte onzin uit. Het zou serieuze maatschappelijke vooruitgang zijn wanneer meer journalisten en politici deden wat hij hier een beetje doet: het gedraai van de zogenaamde gematigden op de korrel nemen.

Sterker nog: in hoofdstuk VI – Racism in 20th century Turkey – van mijn boek IS, the Kurds and the Caliphate leun ik zwaar op een boek van sociologe Jenny White (Muslim Nationalism and the New Turks (2013)). Ook het prima boek over de Oeigoeren, dat ik hier recenseerde onder de titel De Oeigoeren in China: Taliban noch Marokkaan, was van een socioloog (Blaine Kaltman) die nota bene ook nog criminoloog is! Ja, sociologen doen soms aan onderzoeksjournalistiek. En echt nuttige ook wel eens.

Wij mannen van kennis
De teneur van beide interviews – dat van Sterkenburg en dat van Kleywegt – doet mij sterk denken aan de avonturen van Paul Scheffers en op een iets andere manier die van (en met) Thilo Sarrazin. Die mannen werden ook opgevoerd als fatsoenlijk – ze zijn immers sociaal-democraat, dan kan aan jouw deugen niet getwijfeld worden– en toch islam-kritisch. In tegenstelling tot alle niet-linkse, dus extreem-rechtse mensen, zou naar hen toch wel geluisterd mogen worden? Nou nee. Maar dat is niet de inhoud van die interviews, slechts de teneur. Als wel over dat verschijnsel gesproken en geschreven werd zou dat misschien interessante stof opleveren. Nu is het van een nikserigheid die niet zou misstaan in de Volkskrant of in de VanderMeersch Bode.

Verbieden
Wie mij kent had het al aan zien komen: tot slot nog iets over de overeenkomst tussen sociologie en de leer van Mohammed. Sociologie, criminologie, politicologie: het zijn nare hobbies, die schadelijk zijn voor de maatschappij. Die hobbies (willen) verbieden is een beetje raar, maar als overheid zou je ze niet moeten aanmoedigen en er in ieder geval geen belastinggeld aan verspillen. De leer van Mohammed is geen hobby, meer een gedachtegoed. Ook dat moet je niet aanmoedigen en zeker niet financieel ondersteunen. Een gedachtegoed dat vijandig staat tegenover de beschaving moet je bestrijden, maar het willen verbieden is even ondoordacht als het willen verbieden van sarcasme of gevoel voor humor.

PS:
De kop van het Elsevier artikel werd van de week al behendig opgepikt door de meest geslaagde VMBO-er van ons land.
snotneus