DE WERELD NU

Roermond is anders, maar toch aardig

Roermond, Foeigesprek, Herinneringen, Limburg, Van Rey

Soms kijkt Toon Kasdorp terug naar zijn wortels in onder andere Roermond. Kerstmis een een mooie tijd daar eens aandacht aan te besteden.

Mijn familie, van vaders en van moeders kant, komt uit het Noorden. De grootvader naar wie ik heet is min of meer per toeval in Roermond terecht gekomen, omdat hij als aannemer bij de bouw van CS en van het Rijksmuseum betrokken was. Hij raakte bevriend met Louis Cuypers en die heeft hem opdrachten bij een aantal grote werken in Limburg bezorgd. Je zou daarbij van nepotisme kunnen spreken, maar zo dacht men daar indertijd nog niet over.

Mijn vader is in Amsterdam geboren, maar in Roermond opgevoed. Hij zelf is nooit een echte Limburger geworden, maar zijn jongste zus trouwde met iemand die zo Limburgs was als maar kan, mijn oom Harry. De rest van de familie is intussen weer terug in het Noorden, maar de kinderen van oom Harry zijn in het Zuiden blijven wonen en daar intussen vast geworteld.

Waarom wij deze oom zo’n echte Limburger vonden? Hij kon schitterend vertellen en beter kaarten dan mijn neef uit Amsterdam die meesterklasse bridge speelt. Als kinderen waren we allemaal dol op hem en mijn familie in Roermond, die ik bij de dodenherdenking dit jaar weer eens heb gezien, spreekt nog steeds over hem alsof hij er nog is.

Mijn broers en zusters zijn allemaal na hun studie in het Noorden gebleven, behalve een broer die bij Philips in Eindhoven is terecht gekomen. Dat noemen ze in Limburg het noorden, maar vanuit Amsterdam is dat toch behoorlijk zuidelijk. Ik denk dat de Limburgers gelijk hebben. Het verschil tussen Eindhoven en de Randstad is marginaal vergeleken met de verschillen tussen Limburg en de rest van Nederland. Sterker nog, de interne verschillen in Limburg zijn al groter dan die tussen Eindhoven en de Randstad.
Ik zou er niet meer kunnen wonen, in Roermond, daarvoor ben ik nu te veel een buitenstaander geworden, maar ik kom er graag en de mensen vind ik aardig.


Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp