DE WERELD NU

De religieuze onverdraagzaamheid jegens homoseksualiteit

homoseksualiteit,

Alle drie abrahamische religies hebben met elkaar gemeen dat ze onverdraagzaam jegens homoseksuelen zijn (met hierin toch ook wel onderlinge verschillen zoals we zullen zien). Christenen willen geen actieve homo’s voor de klas, moslims gooien homo’s van daken of hangen ze op en joden moeten ze ook niet blijkens de recente steekpartij bij de Gay Pride Parade in Jeruzalem (althans de fundamentalisten onder hen).

Uiteraard zijn ook veel (conservatieve) ongelovigen tegen homoseksualiteit of achten ze die inferieur (niet voor niets is ‘homo’ nog altijd een breed gebruikt scheldwoord). Als liberale atheïst heb ik me altijd afgevraagd waarom iemand intolerant jegens homoseksualiteit zou zijn: wat kan jou het schelen waar een ander zijn seksueel plezier aan ontleent (zolang die ander daarvoor niets tegen de wil van derden doet)? Overigens, veel socialisten achten het homofoob als je persoonlijk liever geen kussende mannen ziet, maar dat lijkt me doorgeslagen egalitarisme dat (het recht op) persoonlijke smaak en preferentie miskent: iemand die niet homo is zal homoseksualiteit onsmakelijk vinden (uiteindelijk is alle seks dus intimiteit onsmakelijk maar is lust – het verlangen naar intimiteit – een wonderlijke kracht die afkeer in genot verandert). Een liberaal wil echter zijn persoonlijke smaak en preferentie niet aan anderen opleggen, zodat de heteroseksuele liberaal het voor hem onsmakelijke beeld van kussende mannen tolereert.

Zoals bekend waren de oude Grieken allesbehalve homofoob, dus ‘homofobie’ lijkt een typisch kenmerk van de abrahamische religies te zijn. Zeker acht de Bijbel homoseksualiteit een grote zonde (in het Oude Testament strafwaardig met de dood en in het Nieuwe Testament meer een doodzonde waardoor de zondaar niet de hemel in zal gaan zonder berouw). De felle onverdraagzaamheid of zelfs haat van joden, christenen en moslims tegen homoseksualiteit kan echter niet simpelweg worden verklaard op grond van deze Bijbelpassages: er staat van alles in de Bijbel dat men simpelweg negeert maar op een of andere manier is de homohaat zo verbonden met het geloof als zodanig dat het om die reden niet kan worden genegeerd. Ik hoor joden, christenen of moslims echter nooit helder uitleggen wat hun probleem met homoseksualiteit is (geloof is immers ook gebaseerd op blinde gehoorzaamheid in plaats van filosofisch inzicht), zodat ik zelf een poging zal wagen om het fenomeen te verklaren.

Plato en de oude Grieken: de politiek van seks
Geheel anders dan wij zagen de oude Grieken homoseksualiteit als uitgesproken mannelijk gedrag, als ‘macho’ (zoals bij ons de ‘ledernichten’ zichzelf zullen zien): de beroemde homoseksualiteit van de oude Grieken waar bijvoorbeeld Plato een groot liefhebber van was, was ook een gevolg van een uitgesproken machocultuur en zou uit het soldatenleven zijn voortgekomen waarvan Plato opmerkte dat soldaten die elkaar liefhebben en dus voor elkaar door het vuur gaan meer kans hebben de strijd tegen de vijand te winnen. De meeste mannen waren natuurlijk wel heteroseksueel en huwden aldus met vrouwen, maar die vrouwen mochten niet buitenshuis komen zodat hun echtgenoten ook geen kans hadden seks met andere vrouwen te hebben. Dit lijkt natuurlijk veel op sommige moslimgemeenschappen die ook hun vrouwen verbieden buitenshuis te komen (en we zien ook dat moslimmannen veel fysiek contact met elkaar hebben en bijvoorbeeld in Afghanistan hebben alle krijgsheren een minderjarige schandknaap als ‘speeltje’) of op de situatie in gevangenissen waar mannen eveneens op elkaar zijn aangewezen voor hun seksuele bevrediging. En dat laatste wijst ook al naar de verhouding binnen zo’n homoseksueel contact zoals die ook bij de oude Grieken en de moslims geldt: de relatie is allesbehalve gelijkwaardig maar er is een dominante partij die penetreert (het ‘mannetje’) en een onderdanige partij die wordt gepenetreerd (het ‘vrouwtje’).

Sowieso was bij de Atheners alles een kwestie van macht – de wisselwerking tussen actieve en passieve partij – waardoor een cultivering van homoseksualiteit mogelijk werd in het kader van de opvoeding waar de verhouding leraar-leerling een universeel dominant/onderdanig-karakter (de politieke aard van besturen versus bestuurd worden) kreeg en zich ook naar het fysieke uitstrekte. Vanwege die fundamentele ongelijkwaardigheid was een groot leeftijdsverschil met daarbij een minderjarige jongen als ‘beminde’ de regel, wellicht ook omdat minderjarige jongens enigszins op vrouwen lijken (Plato hield vooral van jongens van maximaal een jaar of 12 of 13, gelet op zijn opmerking dat hij – althans Socrates – vooral van jongens hield die nog geen baardgroei hadden). Dit verklaart wellicht ook waarom homofilie en pedofilie vaak met elkaar in verband zijn gebracht.

Plato contrasteert ook de lelijkheid van de minnaar (Socrates was notoir lelijk) en de schoonheid van de jeugdige beminde: de liefde (eros) bewerkstelligt volgens Plato de opstijging van het lichamelijke naar het geestelijke (vandaar dat de ‘Platoonse liefde’ zoals die in de Renaissance populair zou worden een ‘geestelijke’ liefde is) zodat de jonge leerling natuurlijkerwijs van zijn leraar houdt vanwege diens kennis en geestelijke schoonheid en overmacht (Kierkegaard betoogt dat een goede leraar lelijk moet zijn zodat het oog van de leerling naar binnen – het geestelijke – wordt gekeerd). Omgekeerd is de leraar gefascineerd door de jeugdige schoonheid van het jonge lichaam – de man wil in het schone scheppen aldus Plato – maar dient niet bij de lichamelijke liefde te blijven maar op te stijgen naar het schone op zichzelf dus de Idee van het schone. Zoals Nietzsche opmerkte is Plato niet tegen werelds genot maar wil hij juist nog hoger naar het hoogste genot van de geestelijke gerichtheid op de volmaakte en zuivere Idee van absolute schoonheid die de natuurlijke beperkingen van elk werelds genot overstijgt.

Zelfs de liefde voor het mooie jongenslichaam is zo in hoge mate ‘platoons’, zoals die op fraaie wijze door Thomas Mann in ‘Dood in Venetië’ tot uitdrukking is gebracht. De oude man ziet in de jeugdige schoonheid een levensbron die contrasteert met zijn eigen toestand van verval en naderende dood, maar de kracht van de jeugd wordt nog overtroffen door de werkelijk eeuwige en onaantastbare Idee waarvan elk lichaam, zelfs de mooiste, slechts een gebrekkige ‘schaduw’ is. Zoals ook Foucault betoogt waren de oude Grieken niet zo zeer voor of tegen homoseksualiteit en is in wezen de hele term ‘homoseksualiteit’ een anachronisme: dat de ene man meer van vrouwen en de andere man meer van mannen hield, werd gezien als een kwestie van smaak (zoals de een meer van kersen en de ander meer van aardbeiden houdt) en was verder geen onderwerp van aandacht. De aandacht ging veel meer uit naar de vraag of je wel of niet moest toegeven aan je lusten, waarbij eigenlijk alle ethici min of meer leerden dat onthouding het beste is. ‘Homoseksualiteit’ ontstond eigenlijk pas op grond van een christelijk concept van het gezin als hoeksteen van de samenleving waardoor seksueel gedrag dat daar niet in paste werd gedefinieerd als afwijkend en pervers (en een naam kreeg).

Aristoteles en het natuurlijke versus het perverse
Kenmerkend voor Plato en de oude Grieken is aldus een sterk hiërarchisch denken: de geest, die actief is en is gericht op de Idee, dient de leiding te hebben over het lichaam, dat passief en onvolmaakt is. Alles streeft naar het volmaakte, actieve en heersende dat zuiver geest is en dat wij ook wel als God kennen: bij bijvoorbeeld Aristoteles is God dan ook niet de oorzaak van alles (alleen al het idee dat God dingen zou maken alsof God een zwoegende slaaf zou zijn!) zoals bij de abrahamische religies maar het doel van alles (de Griekse ethiek streeft dan ook naar niets minder dan de godwording van haar beoefenaar, hetgeen voor de christen hoogmoed en daarmee de primaire zonde is hetgeen in de middeleeuwen dan ook de belangrijkste culturele en academische botsing vormde tussen filosofie en christendom). Het idee dat de geest moet heersen over het lichaam leidde bij Aristoteles tot zijn fameuze rechtvaardiging van slavernij waarvan de kern echter gewoon de natuurlijke arbeidsverdeling behelst die ook wij hanteren: sommigen zijn beter geschikt om met hun lichaam te werken en anderen zijn beter geschikt om te denken en leiding te geven, resulterend in de slaaf (of arbeider) als ‘levend werktuig’ van de meester.

Nu is de kern van Aristoteles’ zogeheten deugdenethiek sowieso dat alles goed is als het zijn natuur of wezen ontplooit (het ‘worden wat men is’) en zo zijn eigen potentiële voortreffelijkheid tot realisatie brengt: een goed mes is een mes dat goed snijdt en zo ook is een goed mens een mens dat op voortreffelijke wijze menselijk is en als de mens een rationeel dier is dan is de meest rationele mens – de mens die zijn rede optimaal heeft ontwikkeld – de beste mens. Alle dingen hebben zo hun eigen bestemming, hun eigen natuurlijke positie in het geheel der dingen. De meer traditionele ethiek hierachter is dat alle dingen hun natuur moeten volgen: het onnatuurlijke is dan corruptie en verderf. Zo zijn man en vrouw verschillend omdat zij hun eigen natuurlijke positie of rol in de samenleving hebben: man en vrouw zijn niet gelijk maar hebben wel elkaar nodig om elkaar aan te kunnen vullen en de menselijke soort tot succes te kunnen brengen (zoals ook meester en slaaf elkaar nodig hebben om iets tot stand te brengen en de menselijke soort naar haar bestemming te brengen).

In de eerste plaats hebben man en vrouw elkaar uiteraard nodig om zich voort te planten en in de tweede plaats vormen zij zo het gezin of familie dat de ‘hoeksteen’ van de samenleving vormt zoals conservatieven altijd Aristoteles hebben nagepraat. Het probleem met homoseksualiteit is dan dat tenminste één man zich niet als man maar als vrouw gedraagt en zich zo tegen zijn natuur in gedraagt zoals de Bijbel ook homoseksualiteit opvat: “Je mag niet het bed delen met een man zoals met een vrouw”. Ook paus Benedictus XVI veroordeelde homoseksualiteit op grond van deze Aristotelische opvatting: homoseksuelen zouden “hun rol manipuleren” en “de natuur ontkennen”.

In feite ontkent het christendom net als het jodendom en de islam dat er zoiets als een homoseksuele natuur bestaat: God heeft man en vrouw geschapen om een gezin te kunnen stichten en homoseksualiteit is afkeurenswaardig omdat het tegen die door God gegeven orde en menselijke natuur indruist. Het is aldus corrupt gedrag en ook op te vatten als een rebellie tegen die door God geschapen orde.

Overigens, in deze opvatting treft de ‘schande’ van homoseksueel gedrag vooral degene die wordt gepenetreerd (want degene die penetreert gedraagt zich nog altijd in wezen mannelijk) en ik heb begrepen dat in de islam bij het homoseksuele contact dan ook alleen de man die wordt gepenetreerd zondig is en de doodstraf verdient. Op dezelfde manier hoor je zelfs van veel ongelovigen dat ze geen probleem met homo’s hebben zolang die maar ‘normaal’ in plaats van ‘verwijfd’ (of theatraal) doen. Het christendom lijkt overigens een stuk milder dan het jodendom en de islam: God en zo ook de christen houdt van elk mens dus ook van de zondaar en de homo zal evengoed de hemel in gaan zolang hij maar afziet van homoseksueel gedrag of daar berouw over toont.

Het christendom en de moderniteit
Paus Benedictus XVI hekelde de moderne opvatting waarin de mens gelooft dat er geen gegeven orde bestaat en geen vaste menselijke natuur bestaat maar dat de mens zelf kan kiezen wie of wat hij kan zijn (zoals met name existentialisten zoals Sartre wel verkondigden). In deze zin staat ook de rechtse opvatting dat het traditionele, Aristotelische wereldbeeld in stand houdt tegenover het linkse maakbaarheidsgeloof. De ironie is dat precies het christendom die moderne opvatting mogelijk maakte: de kerk is altijd conservatief geweest en heeft altijd een sterk traditioneel, Aristotelisch wereldbeeld aangehangen (waardoor de kerk zich ook verzette tegen de moderne opvatting dat de Aarde niet het middelpunt van de kosmos is), maar een meer Platoons-mystieke kern van het christendom heeft zich ontdaan van het Aristotelisme en zo de moderniteit ingeluid waarin de Aarde slechts een nietige planeet in een oneindig groot universum is, waarin dingen niet meer hun natuurlijke positie in het universum hebben en Aristoteles’ doeloorzaak werd geëlimineerd ten gunste van een mechanistisch wereldbeeld en waarin de mens geen wezen meer heeft maar ‘gedoemd is tot vrijheid’ (Sartre) en zichzelf moet vormen (zoals al bij Pico in de Renaissance en dat tot het humanisme leidde).

Alles in het universum staat als het eindige of relatieve even ver van God als het oneindige of absolute (waardoor alle hiërarchie inklapt: voor God is iedereen gelijk) en alles is tegelijkertijd het middelpunt van het oneindig grote universum hetgeen ook tot de bekende relativiteitstheorieën van Galilei en Einstein zou leiden (de mens kan de kosmos en Gods bedoelingen niet doorgronden maar slechts het universum op grond van zijn eigen wiskunde reconstrueren: Descartes’ ego wordt het Archimedisch punt). Het christelijk humanisme stelt weer de mens en dan in feite het individu als maat aller dingen (zoals de sofist Protagoras in de oudheid deed).

Het moderne christendom heeft daarom – in tegenstelling tot de kerk die nog altijd middeleeuwse denkers als haar fundamenten neemt – geen moeite met homoseksualiteit: zij verwerpt Aristoteles’ hiërarchisch wereldbeeld waarin alles een eigen ‘natuurlijke’ positie en rol heeft en acht iedereen gelijk en respectwaardig met slechts een moraal van naastenliefde zodat zelfs het homohuwelijk mogelijk moet zijn op grond van de opvatting dat God elke oprechte liefdesrelatie ‘zegent’. Het moderne christendom leert dat de mens vrij en gelijk is, zodat het daaruit voortgekomen liberalisme elke relatie zijn zegen geeft zolang de relatie maar vrijwillig en wederzijds gelijkwaardig is.

Het wezen van religie: ascese en moraal
Nietzsche suggereert in ‘Genealogie der Moraal’ (hetgeen zijn hoofdwerk genoemd kan worden en waarin Nietzsche respectievelijk de leer van het christendom, Kant en Schopenhauer radicaal aanvalt) een intrigerende oorsprong van religie: de fysiek zwakkeren, degenen die telkens ziek worden, ontwikkelen fobieën waaruit hygiënewetten en andere taboes zijn voortgekomen in een poging ziekte te vermijden. Ascese is zo ontstaan als de uiterste consequentie van de zwakkeren die van alles ziek worden en daardoor alles zijn gaan mijden. Voor de asceet is zogezegd alles een gif en het hele leven aldus een kwaad, zodat hij voortdurend probeert zichzelf te reinigen en het leven – zijn passies – probeert te ontkennen. Sowieso is ascese een manier om vrij te worden zoals Isaiah Berlin betoogt: als je niets meer wilt dan raak je ook niet gefrustreerd doordat je niet kunt bereiken wat je wilt bereiken. Uiteraard wenst Nietzsche dit om te keren: men zou ja moeten zeggen tegen het leven (amor fati) inclusief de pijn van het leven (juist die pijn en diens acceptatie maakt het de mens mogelijk groots te scheppen en zichzelf te overstijgen).

Waar in de oosterse religies ascese centraal staat, staat in de westerse religies moraal centraal die echter op hetzelfde neerkomt als ascese: moraal is zelfbepaling (zelfbegrenzing) en zelfwetgeving zoals Rousseau en Kant leerden dus de ontkenning van je passies en egoïsme ten gunste van gehoorzaamheid aan de universele wetten van de rede waardoor de mens zijn natuurlijke determinatie overwint en deelneemt aan het (bovennatuurlijke) rijk der vrijheid. Ascese en moraal zijn zo beide ‘nihilistisch’: zij verwerpen en ontkennen deze wereld – het leven en de natuur – die immers eeuwige strijd en een tranendal is ten gunste van een hoop op vrede en geluk in het Nirvana (een ‘niets’) of hiernamaals. Waar ascese een ‘versterven’ van je levenswil (en daarmee het einde van de metafysische bron van de wereld) is, zoals Schopenhauer het omschreef, is moraal echter vooral een wraak van de zwakkeren op de sterkeren welke laatsten immers op grond van de moraal een schuldgevoel wordt aangepraat over hun kracht (de ontwikkeling van het geweten) en zich laten inbinden waardoor de sterkeren net zo zwak en klein worden als de rest (moraal is in wezen ook het gelijkmaken wat van nature ongelijk is).

In dit verband is Nietzsche’s ‘opstand van de slavenmoraal’ vermeldingswaardig: met de moraal wordt wat de oude Grieken goed en slecht noemden omgekeerd in kwaad en goed. Bij de oude Grieken achtten de heersers namelijk zichzelf goed: wat sterk is, macht heeft, actief handelt, mooi is, succesvol is, is het goede (en geeft geluk: zelfs bij ons is er nog die taalkundige verwijzing van gelukt – geluk).

Een dominante stroming in de filosofiegeschiedenis – van de stoïcijnen tot Spinoza (en Nietzsche in zekere zin) – leert dan ook een ethiek waarbij men door middel van de rede moet proberen te participeren in de noodzakelijke gang der zaken (de rede van de natuur/kosmos) om zo op te klimmen naar het goddelijke standpunt van absolute macht en geluk (zodat alles wat gebeurt door jou is gewild). Wat zwak is, geen macht heeft, passief ondergaat, lelijk is, onsuccesvol is, is het slechte in de betekenis van onbelangrijk (zoals een steen niet goed of kwaad is maar er moreel niet toe doet omdat het slechts ondergaat).

Door middel van de (joodse of priesterlijke) ‘slavenopstand in de moraal’ neemt de zwakke en onsuccesvolle en daarmee rancuneuze nu wraak op de sterkere en succesvolle: die sterkere (het goede) wordt het bedreigende en onderdrukkende dus het kwade terwijl de zwakke (het slechte) – gelijk de onschuldige want hulpeloze baby – het goede wordt. Waar bij de oude Grieken het ondenkbaar is dat God van de mens zou houden (wat kan God nu die inferieure, gebrekkige mens schelen?), aangezien liefde altijd omhoog kijkt naar het betere en volmaaktere dan zichzelf (liefde is aldus vooral bewondering) en God dus alleen op zichzelf gericht is, leert het christendom dat God van de mens houdt en in alle harten kijkt (liefde wordt aldus vooral medelijden) en in plaats van dat de mens uit liefde God wil worden wordt God nu uit liefde mens.

Religie als afwijzing van dierlijke losbandigheid en de nieuwe homo-emancipatie
Religie leert dus in de kern zelfbeheersing en zelfbeperking: het is een vloek te denken dat je jezelf en je verlangens tot het middelpunt van het universum mag maken want er is iets groters dan jij (waartoe God moet worden uitgevonden) waaraan jij je moet onderwerpen. Uiteraard is dit een noodzakelijke stap in de ontwikkeling van een maatschappelijke orde (wetten werden geacht direct van God of diens vertegenwoordiger op Aarde te komen) waartegen de moderniteit rebelleerde, welke rebellie conservatieven zo betreuren: de modernen doorzagen religie als het disciplineringsinstrument van de machthebbers en wensten hun lot zelf ter hand te nemen.

De moderniteit opende zo de weg naar revolutie en het maakbaarheidsgeloof maar ook naar degradatie van de mens tot zijn lichaam zoals door de natuurvorsers ontleed (want als God en het bovennatuurlijke/transcendente niet meer bestaan dan is er nog slechts de natuur). Voor religieuzen is dergelijke anarchie en hedonisme altijd een gruwel geweest (zoals zelfs bij Freud de beschaving de seksuele driften onderdrukt waardoor die kunnen sublimeren in kunst en cultuur).

In dit verband lijkt heteroseks cruciaal: omdat de vrouw zwanger kan worden, is de vrouw van nature terughoudend jegens seks (en heeft zij de moraal en dus religie nodig om de mannen van haar af te kunnen houden). Daarom is het probleem ook nooit zozeer de lesbische als wel de mannelijke homoseks geweest: als er geen vrouwen of mogelijke zwangerschappen in het spel zijn is er geen enkele natuurlijke weerstand meer voor de mannelijke lust. Dat maakt dat homoseksualiteit altijd min of meer synoniem heeft gestaan voor seksuele ongeremdheid: homoseks ontslaat de man van elke verantwoordelijkheid en degradeert hem tot dier.

Dat hier waarheid in zit blijkt al uit het feit dat de AIDS-epidemie in het westen bijna alleen de homogemeenschappen heeft getroffen. Maar juist vanwege AIDS is de homo-emancipatie inmiddels een tweede fase ingegaan: waar de eerst fase acceptatie van homoseksuele geaardheid en gedrag (in afwijking van heteroseksueel gedrag) zocht waarbij die emancipatie werd gevierd in de vorm van orgieën en feesten (vergelijkbaar met de heteroseksuele seksuele revolutie van de jaren ’60), zoekt de huidige homo-emancipatiebeweging hernieuwde acceptatie in een conservatiever en homovijandiger geworden omgeving door middel van erkenning van het feit dat ook homo’s tot bestendige monogame relaties in staat zijn en dus in feite niet ‘anders’ zijn dan hetero’s.


Dit essay verscheen eerder op Geband van Joop

11 reacties

  1. Karina schreef:

    Ik ben christen, maar ik vraag mij net als jou ook af waarom er afkeer tegen homoseksuelen bestaat.
    In de Bijbel staan idd vaker iets vermeld dat man/vrouw voor elkaar zijn geschapen. Wel ben helaas tot de conclusie gekomen dat de uitwerking van de Bijbel (gemaakt rond 600) niet kan kloppen. Te veel verhalen zijn krom en onlogisch en spreken elkaar tegen.
    Bijvoorbeeld het verhaal van Lot. Lot die met zijn vrouw en 2 dochters moest vluchten. Zijn vrouw keek om en versteende. Lot en zijn 2 dochters bleven in leven. Het verhaal wordt verteld dat de 2 dochters een kinderwens hadden. Dat de enige man in de buurt hun vader was. Zij voerden hun vader dronken zodat hij onbewust zijn moraal opzij zette en zijn dochters bevruchten (allebei in dezelfde nacht). Dit klopt niet. Als een man echt dronken is, is het al een wonder dat dit hem 1 keer lukt. Laat staan 2x.
    Het dronken voeren was een smoes van de makers van de Bijbel. Lot is onschuldig…die dochters zijn verderfelijk. Dit terwijl deze man een vieze verkrachter was.
    De bijbel is geschreven rond 600 met daarin de bijbehorende cultuur die heerste in het Westen. Vrouwen telden in die tijd niet. En ridderverhalen scoorden hoog.
    Ik geloof in de basis van de bijbel en probeer me aan de 10 geboden te houden. Meer kan ik niet doen omdat ik niet overtuigd kan worden van wat alles in de bijbel staat.
    Het is trouwens jammer dat het Vaticaan in Rome de stukken van het ontstaan van de bijbel niet openbaar willen maken. Het bewust achterhouden hiervan versterkt mijn gevoel dat niet alles juist is vermeld/vertaald.

  2. Hans Vosgezang schreef:

    Kinderen hebben ouders, dus een wet nodig, om te weten wat wél en wat niet mag. Karina beweert Christen te zijn maar is als zoveel zichzelf Christennoemende religieus, en religie heeft alles van doen met doe dit, doe dat, laat dit en laat dat in plaats van gehoor geven aan het Evangelie en te gaan geloven, waardoor je de zogenaamde plugin genaamd “Heilige Geest”krijgt Die je door heel de Waarheid leidt, en je dus ook de zaken die zei benoemde doet begrijpen, dat er een nevenreden achter zit of anders gezegd niet causaal maar parallel gaat denken. Waar heel veel mensen de fout in gaan is wat er vóór het kruishout was enh wat er ná het kruis kwam: leven uit Genade en niet door Wet, want daartoe nam de Here Jezus alle zonden van alle mensen in heel de wereld op Zich en stierf en stond op uit de dood waardoor de dood was overwonnen. Geloof je dat niet dan ben je nog steeds zo dood als een pier en ipv hemel erf je hel – waar het niet prettig is.

    Wie Romeinen 1 leest vanaf vers 21:

    Rom 1:21  Omdat zij, God kennende, Hem als God niet hebben verheerlijkt of gedankt; maar zijn verijdeld geworden in hun overleggingen en hun onverstandig hart is verduisterd geworden; 
    Rom 1:22  Zich uitgevende voor wijzen, zijn zij dwaas geworden; 
    Rom 1:23  En hebben de heerlijkheid des onverderfelijken Gods veranderd in de gelijkenis eens beelds van een verderfelijk mens, en van gevogelte, en van viervoetige en kruipende gedierten. 

    Het volgende vers zegt “Daarom”

    Rom 1:24  Daarom heeft God hen ook overgegeven in de begeerlijkheden hunner harten tot onreinigheid, om hun lichamen onder elkander te onteren; 

    Met andere woorden als je Mij en Mijn Woord niet blieft dompel je dan in de begeerten van je hart, die tegenstrijdig is zoals Hij het bedoeld had.

    De tekst vervolgt met:

    Rom 1:25  Als die de waarheid Gods veranderd hebben in de leugen, en het schepsel geeerd en gediend hebben boven den Schepper, Die te prijzen is in der eeuwigheid, amen. 

    En wederom zegt Hij: “Daarom”

    Rom 1:26  Daarom heeft God hen overgegeven tot oneerlijke bewegingen; want ook hun vrouwen hebben het natuurlijk gebruik veranderd in het gebruik tegen nature; 
    Rom 1:27  En insgelijks ook de mannen, nalatende het natuurlijk gebruik der vrouw, zijn verhit geworden in hun lust tegen elkander, mannen met mannen schandelijkheid bedrijvende, en de vergelding van hun dwaling, die daartoe behoorde, in zichzelven ontvangende. 
    Rom 1:28  En gelijk het hun niet goed gedacht heeft God in erkentenis te houden, zo heeft God hen overgegeven in een verkeerden zin, om te doen dingen, die niet betamen;  (en wat verder volgt.

    Dat wil niet zeggen dat degen die holebi of whatever is niet tot geloof kan komen, nee iedere holebi is van harte welkom en als zijn of haar zonden niet meer aangerekend worden is er niemand die kan beweren dat zij slechter zijn als derden want ieder mens zondigt want dat is wat de mens nu eenmaal doet.

    Waarom geeft Hij anderen over in de zin van doe maar wat je hart begeert… om hen de zonden te doen opstapelen omdat er een dag is gesteld dat Hij terugkomt en dan is Hij in toorn en zal de straf dermate zijn opgehoopt dat Hij er ook een passende straf voor zal geven. En in de Schrift staat: het is verschrikkelijk om in handen te vallen van een levende God.

  3. carthago schreef:

    Mooi essay!
    Religie en onverdraagzaamheid gaan zelf al eeuwenlang samen, macht en angst ook. Religie en macht samengesteld zijn een mensonterend dodelijke cocktail, altijd eindigend in oorlog en tirannie. Dan is homoseksualiteit als eerste aan de beurt, alleen maar omdat het in wezen geen religieuze beweegredenen kent.

  4. Alexander van Gouwen schreef:

    Wat betreft de laatste opmerking dat “Dan is homoseksualiteit als eerste aan de beurt, alleen maar omdat het in wezen geen religieuze beweegredenen kent.” denk ik dat je ook de omgekeerde opvatting kunt huldigen. Ik kan me namelijk goed voorstellen dat religie de homo’s juist het uitverkoren volk acht: de homo is immers niet belast met de ‘al te wereldse’ zorgtaken voor zijn gezin omdat de homo niet aan voortplanting doet en zo zijn handen vrij heeft om zich geheel aan de verering van God te wijden hetgeen het religieuze ideaal is. En bij bv. Plato heb ik altijd de indruk gehad dat zijn uitgesproken homoseksualiteit sterk verbonden is aan zijn filosofie en daarmee zijn diepe religiositeit: juist omdat Plato homo was kon hij zich geheel wijden aan het geestelijke leven en het wereldse veronachtzamen om de opstijging te maken naar God. Sterker nog, zelfs als dit binnen het christendom niet de theorie is dan is het gewoonweg wel de praktijk: de meeste (?) priesters zijn homo (en in ieder geval is het percentage homo’s binnen de kerk veel groter dan buiten de kerk)! Je zou vanuit een religieus perspectief kunnen zeggen: waar de hetero zichzelf onsterfelijk maakt door middel van zijn kinderen (voortplanting), kan de homo zichzelf het eeuwige leven – een plek naast God – verwerven door zijn leven te wijden aan God en het goede. De ironie is dus dat hoe hard het christendom ook strijd levert tegen homoseksualiteit, de homo’s in de praktijk wel degelijk haar uitverkoren volk vormt c.q. al haar instituties bevolken.

    Dat maakt de vraag dan ook zo urgent waarom het christendom (en de andere abrahamische religies) homoseksualiteit dan toch afkeurt en nog bijzonder fel ook. Het lijkt erop dat men bovenstaande gedachte nu precies tegen de homo keert: precies omdat de homo zichzelf niet voortplant zal hij geen rem ervaren in zijn seksualiteit zodat juist de homo – anders dan de hetero – zijn lusten de vrije loop kan laten en zo juist die opstijging naar God helemaal niet maakt maar ‘dierlijk’ blijft. En uiteindelijk lijkt het christendom simpelweg de conservatieve filosofie van (de hetero) Aristoteles over te nemen inzake natuurlijk vs pervers: homoseks is onnatuurlijk dus pervers, waarbij bv. het citaat van Hans Vosgezang hierboven suggereert dat het christendom die twee zaken in elkaars verlengde legt: omdat de homo zo dierlijk en ongeremd zijn lusten volgt, is die lust in perversiteit ontaard.

  5. Alexander van Gouwen schreef:

    Overigens, het ‘natuurlijk vs pervers’-argument is heel vreemd – zeg maar ‘onnatuurlijk’ – in religieus verband, want is niet juist het doel van religie om natuurlijkheid af te wijzen omdat het de ‘zondige’ natuur met al zijn ongeremde lusten en egoïsme wil overwinnen (om ‘naar de geest in plaats van naar het vlees te leven’, zoals de Bijbel zegt)? Qua seksualiteit stelt de Bijbel dan ook ondubbelzinnig dat onthouding (ten gunste van een leven gewijd aan Godsverering) het beste is (en dat het huwelijk dus monogamie te prefereren is als tweede beste als onthouding niet lukt): hoe onnatuurlijk is dat? Maar opnieuw lijkt ook hier het voordeel van homoseksualiteit zich in het nadeel om te keren: precies omdat homo’s kunnen veinzen zich van seks te onthouden, kunnen zij de kerk hypocriet maken en zo beschadigen. Zo zijn de meeste priesters homo, omdat zij geen gezin hebben, maar de bedoeling is wel dat zij zich van seks onthouden (het befaamde celibaat). Maar velen vermoeden dat zij stiekem toch seks hebben, zodat homo’s op die manier de ultieme bedriegers voor de kerk vormen en aldus een gevaar!?

  6. carthago schreef:

    @Alexander.Religies zijn inderdaad altijd van mening dat zij genot en deugd kunnen en erger nog, mogen kanaliseren, een tegennatuurlijke weg. Beredeneren kunnen ze het niet, alleen maar historisch trachten op te leggen op persoonlijke titel van enkele fanatici, en dan komt meestal ineens macht weer om de hoek kijken.

  7. Cool Pete schreef:

    Waarom toch, blijven velen zo ingewikkeld doen ?

    Sinds wanneer en op welke gronden,
    zou het mohammedanisme een van de “Abrahamitische geloven” zijn ???
    Dit is een van de ernstigste fouten, die men kan maken.

    Eerst kwam de joodse religie en traditie,
    met daaruit de joodse Joshua van Nazareth met zijn persoonlijke inbreng.

    Wat, in totaal, zo’n 2600 jaar later, een of andere Arabische koopman en krijgsheer, die leed aan toevallen, deed,
    was een pervers plagiaat en kwaadaardige persiflage op de joodse en christelijke
    bronnen plegen. Dit deed hij omdat hij zelf een groep volgelingen zocht / “een godsdient” wilde stichten, en uit de Arabische veel-goderij, iets “nieuws”, met als model de Arabische woestijn-/maan-god,
    nodig had; die “groter is” [ dan elk ander gods-idee ].
    Het gevolg is een LEGE namaak-“leer” van – letterlijk en figuurlijk, en in alle opzichten –
    onderwerping, destructie en [ onbeperkt ] geweld.

  8. Cool Pete schreef:

    Waarom toch, blijven zo ingewikkeld doen ? deel twee.

    Sexuele energie, die niet voor voortplanting en minnekozen wordt gebruikt,
    worden in een negatieve mentaliteit omgezet in geestelijke incest, geweld,
    moorden [ bijv.: mohammedanisme ];
    maar worden in een positieve mentaliteit omgezet in creativiteit, inventiviteit,
    constructiviteit, beschaving, kunst en cultuur [ bijv.: perzisch, joods, christelijk, grieks ].

  9. Cool Pete schreef:

    Waarom toch, blijven velen zo ingewikkeld doen ? deel drie.

    Algemeen:
    het lijkt mij cruciaal het volgende onderscheid te maken:
    -‘geloof’ is een ondefinieerbaar vaag begrip.
    – ‘religie’ staat voor een persoonlijke, geestelijke overtuiging, uit vrije wil, binnen een open groep gelijkgestemden; is dynamisch.
    – ‘godsdient’ staat voor een organisatie met bepaalde doctrinaire, geestelijke overtuigingen, met regels en gebruiken waar [ zware ] sancties op staan, binnen een gesloten groep; en is statisch.

    Het zou veel duidelijkheid verschaffen, deze woorden op deze wijze te gebruiken.

  10. carthago schreef:

    @coolpete. Helemaal mee eens.Het is daarom dan ook dat de pislam ook niet als een religie beschouwt dient te worden maar als een Indoctrinerend veroveringsleger op politieke tirannieke gronden,met een quasi religieus motief.

  11. Dick Kraaij schreef:

    Het denken over homoseksualiteit en homofiele relaties is nu ook in kringen waar de Bijbel het meest ‘letterlijk’ (met excuses voor de woordkeuze) wordt genomen aan het verschuiven. Een erg interessante ontwikkeling. Deze site is interkelijk en overwegend evangelisch (maar niet uitsluitend): http://verscheurd.nl/. Wat vooral opvalt is dat de “Verscheurd”-beweging uitdrukkelijk niet ‘vrijzinnig’ is (ruimdenkendheid over homoseksualiteit is niets bijzonders).