DE WERELD NU

Privacy

Privacy

Privacy is juridisch een ietwat ander begrip dan veel mens op voorhand veronderstellen. Toon Kasdorp legt het uit.

Peter Hustinx werd op de televisie geïnterviewd over privacy. Op dat terrein is de man deskundig. Hij was indertijd de voorzitter van de organisatie die over de privacybescherming in Nederland ging en later, na 2004, ging hij over heel Europa. De meeste kijkers wisten denk ik niet wat er juridisch met privacy bedoeld wordt en zijn door de discussie die erover werd gevoerd niet veel wijzer geworden.

Er is een groot verschil tussen wat de gemiddelde Nederlander in zijn spraakgebruik onder privacy verstaat en wat met privacy wordt bedoeld in de wetten en verdragen die gemaakt zijn om die te beschermen.

In het kort komt het hier op neer. De kijkers hebben allemaal een privé leven en een publiek leven, al is bij de meeste het publieke leven beperkt tot het hebben van een baan, de school, de sportclubs en het wandelen op straat. Publiek in de zin van het in de aandacht staan van de media, dat geldt vooral voor de bekende Nederlanders. Het privé leven dat je hebt met je gezin, je wijdere familie, je vrienden en kennissen en je buren, daar wil je kunnen zijn zoals je bent. In het publieke leven speel je een rol. Je beheerst je in je baan, en doet wat je wordt opgedragen. Ook op school deed men, vroeger tenminste, in de regel wat de meester zei en deed je in het algemeen niet wat expliciet verboden was. Terwijl je thuis in je neus kunt peuteren of in je blootje rondlopen, doe je dat op straat niet. Dat kan nu eenmaal niet anders en iedereen accepteert dat tot op grote hoogte.

Dit houdt in dat aan iemand in een publieke rol andere eisen kunnen worden gesteld dan aan een privé persoon en dus dat het privé leven of de privacy moet worden beschermd. Als je iemand door de gordijnen van zijn huis heen fotografeert terwijl hij in zijn blootje rondloopt, dan is dat een aantasting van zijn privacy en helemaal als die foto vervolgens wordt gepubliceerd in de bladen. Alleen al het feit dat je ongevraagd gefotografeerd wordt in je privé omgeving is een privacy aantasting. Je voelt je dan niet meer vrij de dingen te doen die op een of andere manier zo kwetsbaar zijn dat iedereen ze tegen vreemden wil afschermen. Wie buiten de publiciteit wil blijven en zelf geen aanleiding geeft om publiek bekend te worden heeft daar recht op. Hij mag niet zomaar gefotografeerd worden of met naam en toenaam in de krant gezet.

Dat lijkt me ongeveer de privacy te zijn zoals de gemiddelde burger die begrijpt en naar mijn mening is dat ook de privacy die de wet zou horen te beschermen. De wetgever en mensen als deze Peter Hustinx hebben aan het begrip een heel andere inhoud gegeven.

Wettelijke bescherming hebben we bijvoorbeeld tegen het voorkomen op naamlijsten. Onze privacy wordt beschermd doordat niet iedereen zomaar toegang heeft tot de gegevens van het bevolkingsregister of van de medische gegevens die mijn dokter over mij bijhoudt.

In de meeste gevallen kan het de mensen niets schelen dat andere mensen in staat zijn hun adres en andere persoonlijke gegevens op te zoeken, zolang er van die gegevens maar geen misbruik wordt gemaakt. Ze willen niet lastig gevallen worden met reclame waar ze geen behoefte aan hebben of met ongevraagde bedelbrieven, maar een erg gewichtig punt vinden de meeste mensen dat nu ook weer niet. In meerderheid hebben de meeste mensen geen bezwaren tegen het gebruik van hun persoonsgegevens voor legitieme doeleinden. Ze hebben er ook geen bezwaar tegen als ze gefouilleerd worden uit veiligheidsoverwegingen of met camera’s worden gecontroleerd om dezelfde redenen. Als van die fouilleringen of van een registratie misbruik gemaakt wordt, is dat een andere zaak. Big Brother uit het boek 1984 van George Orwell was een probleem, niet zozeer omdat de mensen in het openbaar bespioneerd werden maar omdat dat ook thuis gebeurde en omdat de overheid de informatie gebruikte om de burgers in een keurslijf te stoppen.

Natuurlijk zullen fraudeurs er bezwaar tegen hebben als de gegevens van de belastingdienst en van het bevolkingsregister gebruikt worden om na te gaan of er uitkeringsfraude wordt gepleegd. Dat zou ik ook als ik fraudeur was. Niet zo duidelijk is wat een gemiddelde burger daar tegen zou moeten hebben; het is hem in elk geval nooit gevraagd.

De echte privacy, dat is privacy die meebrengt dat een ouder echtpaar dat net zijn enigst kind verloren heeft bij een scheepsramp niet door een journalist wordt gevraagd hoe zij zich nu voelen. Dat gebeurde in 1987, na het zinken van de Herald of Free Enterprise[1] en het was een grove privacy schending die mij is bijgebleven. Zo’n echtpaar krijgt heel weinig wettelijke bescherming. De journalistieke vrijheid weegt in de meeste gevallen zwaarder dan het recht van de privé persoon om niet lastig te worden gevallen en met name niet op momenten van extreme distress.

Wat mij betreft is de organisatie van Peter Hustinx, zowel zijn vroegere Nederlandse als zijn latere Europese, tamelijk overbodig. Bij de rangorde van prioriteiten die we aan de overheidstaken stellen komt hij niet in de top tien, of in de top honderd. De echte privacybescherming aan de andere kant verdient meer aandacht dan zij nu krijgt.

Rond dezelfde tijd als dit interview met Hustinx waren er twee items in het nieuws die met privacy te maken hadden, het ophangen in de winkels van foto’s van draaideurcriminelen en de affaire Rob Oudkerk. Eerst maar de draaideurcriminelen, want dat is iets dat blijvend om aandacht vraagt.

Ons systeem brengt mee dat straffen en maatregelen door de strafrechter worden uitgesproken en niet door iemand anders. Niet door de politie of de officier van justitie en zeker niet door de benadeelde burger. De achtergrond daarvan is dat we eerst zeker willen weten dat het de dader is van een misdrijf die wordt getroffen en niet een onschuldige. Verder willen we dat de straf of maatregel in een redelijke verhouding staat tot wat er is gebeurd. Bovendien willen we vermijden dat er een kringloop van reacties tussen de burgers ontstaat. Zoiets kan gebeuren wanneer de burgers de bestraffing zelf in de hand nemen.

Het is de vraag of we met een vorm van sanctie te maken hebben als foto’s van veelplegers door winkeliers op de ramen worden geplakt. Het aspect dat er wel zekerheid moet zijn dat we met de dader, in dit geval dus een veelpleger, te maken hebben speelt daarbij een rol. Het is in elk geval een zaak die met de privacy van de geportretteerde te maken heeft. Dat de maatregel proportioneel is als eenmaal vast staat dat het om een draaideurcrimineel gaat lijkt me wel. Gezien het feit dat maatregel en delict zo nauw met elkaar verbonden zijn en gezien ook het belang dat de winkeliers hebben bij het publiekelijk identificeren van veelplegers is het bekend maken dan proportioneel. Publicatie van de foto maakt het gemakkelijker om de betrokkenen met steun van het publiek de toegang tot de winkel te ontzeggen.

Het zou wel wenselijk zijn dat de strafwet ging voorzien in het openbaar maken van het portret van veelplegers als maatregel die door een strafrechter wordt uitgesproken, op een simpel verzoek van een belanghebbende. Het belang van de draaideurcrimineel en van de organisatie van Peter Hustinx kan dan worden meegewogen, maar dat zal in bijna alle gevallen minder zwaar wegen dan het belang van de bestolen winkeliers en hun klanten. Als hele buurten hun supermarkt kwijt raken vanwege de veelplegers, dan slaat de weegschaal al vlug door naar de kant van de winkeliers en van de buurt. Een simpele en voor de betrokken winkeliers vrijwel kosteloze procedure in het kader van de strafwet zou de voor de hand liggende oplossing zijn.

Nu de affaire Oudkerk. Rob Oudkerk werd gedwongen als wethouder van Amsterdam af te treden toen zijn bezoek aan heroïnehoeren op de Theemsweg in de krant kwam. Oudkerk is politicus en heeft door zijn gedrag en zijn gesprek met een bekende schrijfster en columniste het onheil over zich zelf afgeroepen. Zo zullen veel mensen denken en zo is het ook wel. Handig heeft hij de zaak in elk geval niet aangepakt. Toch vallen er wel in deze kwestie een paar vragen te stellen en te beantwoorden.

De affaire begon niet direct met het hoerenbezoek, dat kwam pas later. Zij begon, omdat wethouder Oudkerk door de burgemeester op het matje was geroepen wegens gebruik van zijn gemeentecomputer voor privédoeleinden. Boos en in zijn kuif gepikt vertelde hij zijn verhaal aan een columniste van het Parool. De computer is op het interne gemeentenet aangesloten, maar staat kennelijk bij alle wethouders en gemeenteraadsleden thuis. De harde schijf werd kennelijk regelmatig door het bureau integriteit van de gemeente onderzocht op de aard van het gebruik.

De eerste vraag die nu rijst is: wisten de gemeenteraadsleden en wethouders dat gemeenteambtenaren hun gebruik van de computer controleerden? De tweede vraag is, wordt alle gebruik voor privédoeleinden gerapporteerd, bijvoorbeeld ook het sturen van een mailtje naar de moeder van de betrokkene om haar te feliciteren met haar verjaardag of alleen, bij wijze van spreken, de administratie van ontvangen steekpenningen en met name ook het bezoeken van pornosites? Het vermoeden is dat alleen het laatste gebeurt en dan hebben we wel degelijk met een echte privacy affaire te maken. Het bureau integriteit mag, mits dat niet in het geniep gebeurt ambtenaren controleren op de integriteit van hun gedrag. Men kan wel vraagtekens zetten bij ambtenaren die hun politieke bazen rechercheren, maar dat is meer een formele dan een materiële kwestie. Wat niet kan, vind ik, is dat bevoegdheden die bestaan om corruptie en ander wangedrag in het openbaar bestuur tegen te gaan, worden gebruikt om ambtenaren en burgemeesters de rol van moraalridders te verschaffen die de wet hun nooit heeft toegekend.

Rob Oudkerk had dus, als mijn veronderstellingen juist zijn, gelijk dat hij zich opwond over de vingertikkerij van de burgemeester als dat tenminste meer bedroeg dan een vriendelijke waarschuwing van een partijgenoot.

De mevrouw in de gemeenteraad die vond dat het hele verhaal niet op de agenda thuis hoorde had gelijk, voor zover het de morele verwijten aan Oudkerk betrof inzake zijn computer. Wat wel aan de orde zou horen te zijn is welk gebruik nu wel en niet van gemeentecomputers mag worden gemaakt en welke functie het bureau integriteit en de burgemeester daarbij hebben. Dat heeft met echte privacy te maken.


  1. Een veerboot die net was uitgevaren van de Belgische haven Zeebrugge op weg naar Dover en die zonk omdat zijn laaddeuren waren blijven openstaan.

Dit essay verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp

2 reacties

  1. Daan schreef:

    Het is duidelijk, eens te meer. Rechts wil verregaande bevoegdheden van de staat om in te grijpen en in te kijken in het leven van de burger. Uit angst voor frauderende uitkeringstrekkers. Hetgeen natuurlijk louter projectie is. Iig gaan vrijheid en rechts niet samen. Rechts is angst is staatscontrole.

    In de neurologie is men er al enige tijd geleden achter gekomen dat rechtse politieke opvattingen correleren met angst.

  2. kasdorp schreef:

    Het is helemaal niet duidelijk. Ik heb geen idee waar Daan het over heeft. Hij is zelf zo rechts als de neten en nu noemt hij een artikeltje rechts in negatieve zin, dat heel ergens anders over gaat. De man wordt oud, dat is duidelijk.