DE WERELD NU

Politiek – staatsrecht voor omhooggevallen secretaresses

hoe een parlement de democratie af schaft

Normaal gesproken vind ik refereren aan iemands beperkte opleidingsniveau onbeschaafd, zinloos en ook zelden terecht. Er zijn echter goede redenen om dat wel te doen als het gaat over de beide ministers die afgelopen zondag optraden bij Buitenhof. Politiek gebeurde daar iets dat ongewenst was.

Beide dames – Hennis & Bussemaker – zaten daar om zich op persoonlijke titel te bemoeien met een beperkt inhoudelijke discussie naar aanleiding van de rel tussen NRC en GeenStijl. Dat was op zich al niet slim, maar er waren ook staatsrechtelijke consequenties, waarvan we de resultaten dinsdag tijdens het vragenuurtje in de Kamer terugzagen. Het geheel was erger dan ongelukkig, en bovenal dom.

Dat er geregeld mensen op ministersposten terecht komen die daarop niet zijn voorbereid of toegerust is een van de aardige kanten van democratie. De LPF was een pregnant voorbeeld, maar niet het enige. Ondanks dat de democratie een ingewikkeld ballet geworden is, met talrijke mores die ook de deelnemers zich niet altijd bewust zijn, betekent echter niet dat je je niet van een aantal essentialia op de hoogte dient te stellen als je tot dat hoge ambt geroepen wordt. Wat we zondag zagen toonde dat de dames zich daaraan nooit iets gelegen hebben laten liggen. Natuurlijk kun je (terecht) zeggen dat mensen als Hennis en Bussemaker niet meer zijn dan stemvee op hoog niveau. Dat zijn ze helaas. Competenter en tegelijkertijd voldoende trouw aan hun partij was klaarblijkelijk niet voorhanden.

Waar het in dit geval concreet om gaat, is dat de uitspraken van een minister in functie – en net als een politiemens ben je dat 24 uur per dag – in lijn geacht worden te zijn met de standpunten en het beleid van het kabinet. Indien het kabinet niet langer met één mond spreekt, is er een crisis waarbij meestal een of meerdere ministers (de uitdragers van een afwijkende mening) het veld dienen te ruimen. Zo werkt het in ons staatsrecht.

Een aardig voorbeeld daarvan was een aantal jaren geleden te zien bij het toenmalige Pauw & Witteman. Onder de gasten waren zowel Rita Verdonk – toen minister – en Frits Bolkestein. Toen Verdonk aanstalten maakte een scherp geformuleerde vraag van Witteman te gaan beantwoorden greep Bolkestein in met de opmerking: Daarover mag ze haar eigen mening niet geven, want ze zit in het kabinet. Waarop Bolkestein de vraag uitgebreid en zo mogelijk nog scherper beantwoordde dan Verdonk zinnens leek te gaan doen. Want Bolkestein zat niet in dat kabinet, en kon er dus niet staatsrechtelijk op worden aangesproken.

Afgelopen zondag gebeurde dus iets dergelijks, want de uitspraken van beide dames betekenden wel degelijk een afwijking van het standaard kabinetsbeleid op dit vlak. Lodewijk Asscher had dinsdag dus weinig keus dan ze verdedigen, of accepteren dat beide ministers zouden moeten opstappen – ondanks hun demissionair zijn. Dat ook Asscher kennelijk wel voelde voor de uitspraken zoals ze gedaan waren doet daar niets aan af. Dat premier Rutte niet aanwezig was voor de beantwoording van de vragen in verband met de kabinetsformatie was voor hem een gelukkige omstandigheid, want het was geen situatie waarin hij zich graag had gemengd. Met het aflopen van termijn en mandaat van deze ministers was het daardoor ook niet direct een halszaak, maar zowel het wegsturen van beide dames als een meegaan in hun uitspraken waren ongewenst. Een nieuw kabinet zal zich sterker uitspreken tegen bemoeienis vanuit de overheid, zo mag worden verwacht.

De oppositie krijgt wellicht de kans om Hennis nogmaals te bevragen als ze na de formatie terugkeert in het kabinet. Maar ik vermoed dat haar kansen daarop hierdoor aardig geslonken zijn. Op ministers die binnen een paar weken al voor de oppositie door het stof moeten zit geen enkele premier te wachten.

7 reacties

  1. Cool Pete schreef:

    Goed artikel.

    Waar zijn de juristen, die uitzoeken of dit optreden van beide dames,
    staats-rechterlijk wel aanvaardbaar is ?

    En: ik blijf het herhalen: is het juridisch aanvaardbaar, dat alle belastingbetalers,
    verplicht en on-opzegbaar, abonnee zijn van die NPO-tv-omroep ?

  2. Cool Pete schreef:

    vervolg:
    Ben ik nou de enige, die dit denkt ? …………………………………………………………………………………………..

  3. Cale schreef:

    @Cool Pete, gewoon niet betalen lijkt me het eenvoudigst.

  4. Hannibal schreef:

    @Cool Pete

    Dat laatste: nee.

    Dat eerste is een ander probleem. In staatsrecht zit veel gewoonterecht tussen regering en parlement. In dit geval zou afwijkende meningen binnen ket kabinet leiden tot gedonder met de Kamer. Dat Asscher en Rutte dat hier beiden vermeden had voor elk een eigen reden. Maar feitelijk komt het er op neer dat als dti gewoonte wordt, je een race naar de mediamicrofoons krijgt van ministers die hun eigen mening als eerste zouden vestigen als zijnde van het kabinet. Dat is hier erg ongezond aan. De dames hebben gewoon voor hun beurt gesproken, en zijn er niet eens voor afgestraft.

  5. Cool Pete schreef:

    @Hannibal: bedankt voor het antwoord.

    Om terug te komen op:

    belastingbetaler — versus —verplicht abonnement op een omroep-medium:

    het lijkt mij juridisch onaanvaardbaar, dat de overheid de belasting-betalers:
    onvrijwillig en verplicht verbindt aan [bepaalde!] media: zoals [sommige!] tv-omroepen, [een!] tv-organisatie, [sommige!] kranten, [sommige!] internet-sites, enz.
    Mijns inziens is ook de meerderheid in de Tweede Kamer, hier niet toe gerechtigd.
    Straks neemt de Tweede Kamer een motie aan, dat de belasting-betalers een
    onontkoombaar abonnement hebben op drie bepaalde tijdschriften,
    of dat de belasting-betalers per jaar drie bepaalde boeken krijgen toegestuurd.
    [ En ik kan nog wel bizarder voorbeelden bedenken: een aangenomen motie dat de maan
    vierkant is, of dat hyena’s zachtaardige dieren zijn, of dat het ademen van de mens schadelijk is voor het milieu, enz, enz, enz. ]
    Het is bizarre geestelijke terreur.
    Subsidies zijn een perverse prikkel.
    Subsidies perverteren de werkelijkheid en de waarheid.
    Het is pure dwingelandij, het is ongeoorloofde bedrijfs-bevoordeling, het is
    in strijd met de vrije nieuwsgaring, het is in strijd met de Vrijheid van Meningsuiting-Uiting,
    en nog meer argumenten.
    Het is het systeem van Staats-Propaganda.
    Elk deugdelijk Constitutioneel Hof zou het naar de prullenbak verwijzen.

    Het is voor mij onbegrijpelijk:
    – dat de Tweede- en Eerste Kamer, dergelijke moties – staatsrechtelijk – aangenomen krijgen
    – dat niet vele juristen, al [ tientallen ] jaren geleden,
    dit niet aangevochten hebben.

  6. Cool Pete schreef:

    ja:
    — omdat dit FUNDAMENTEEL is, en de GRONDSLAG VAN ELKE VRIJHEID raakt—

    Het is bizarre geestelijke terreur: het is ZEER UITGEKOOKTE geestelijke terreur.

    In de praktijk brengt het dan ook verdraaiing, manipulatie, censuur en propaganda voort.
    Het is de geestelijke knechting van vrij-denkende mensen, en
    schending van de rechten tot vrij denken en tot vrije uiting.

  7. Cool Pete schreef:

    En nu ?