DE WERELD NU

Over complexiteit willen we niet nadenken

complexiteit

Hoe moet je de complexiteit van de maatschappij bezien? Hoe er mee om gaan? Victor Onrust heeft er een eigen mening over.

Dat het “zo niet verder kan” is een gevoel dat steeds meer mensen delen, maar tot een serieus “wat dan” komt het niet. Uiteindelijk ontbreekt het de oppositie — in brede zin  — aan voldoende inzicht in de maatschappelijke realiteit en brengt zij geen aansprekende realistische alternatieven naar voren. Evenals de andere politieke partijen formuleert de oppositie haar standpunten vanuit morele waarden. Men zou kunnen zeggen dat ze werken vanuit de onderbuik. Zowel Geert Wilders als Jesse Klaver bedrijven politiek vanuit een denken over goed en kwaad, niet vanuit mogelijkheden. Het duidelijkst is dat bij hun standpunten over Europa. Dat is niet alleen het probleem bij FvD en PVV. Ook bij de oppositionele media zal men tevergeefs zoeken naar ideeën over “Wat dan”

Ik loop meer dan tien jaar mee in de oppositionele blogosfeer, waar kritiek wordt geleverd op de zittende macht. Ben met veel spraakmakende auteurs in contact gekomen, al of niet in een persoonlijke ontmoeting. Ook sprak ik wel eens critici die nog in de MSM werkzaam mogen zijn. Ik volg de oppositie van FvD en PVV en de marginale oppositie van PvdD en SP en heb ook daar enige contacten. Bij de oppositie gaat het veel  over incidenten. Structurele problemen komen bij de serieuzere kanalen en auteurs ook aan de orde maar deze analyses blijven aan de oppervlakte, ze volgen de politieke agenda (ook als ze daar tegen zijn), blijven binnen de algemene institutionele kaders en doen geen poging tot eigenstandig formuleren van structurele veranderingen. Pim Fortuyn was de enige die dat wel deed.

De Werdegang van het Forum van Democratie is een goede illustratie van dit jammerlijke falen. Vanaf het begin was duidelijk dat de doelen van het Forum zoals die door voorman Thierry Baudet naar buiten werden gebracht onvoldoende doordacht waren. Zijn kritiek op onze huidige toestand werd breed omarmd maar van zijn vrij onverdunde conservatisme en geloof in de natiestaat als oplossing van deze problemen voelden velen aan dat dit geen reële opties waren. Of er in het officiële verkiezingsprogramma realistischer voorstellen stonden doet daarbij niet erg ter zake: verkiezingsprogramma’s doen in hun algemeenheid weinig ter zake. Zolang de partij marginaal was en de kritische optredens van Baudet en Hiddema in en buiten de Tweede Kamer succesvol, was er niet veel aan de hand. Juist door die succesvolle kritiek kreeg de partij vleugels en kwam er uitzicht op daadwerkelijke invloed. Op dat moment ging de wel degelijk aanwezige realistische vleugel zich roeren in de persoon van Henk Otten.

Helaas bleek dat realisme verdacht veel op de mainstreampolitiek te lijken. Aandacht voor het bedienen van belangengroepen (lagere belastingen); een perspectief waarbij de werkelijke problemen werden opgelost was niet meer aan de orde; cultuurkritiek was onbelangrijk. Geen wonder dat Baudet dit niet kon pikken en deze stroming probeert de partij uit te werken. Opmerkelijk daarbij is dat het daarbij niet over de inhoud gaat maar over vermeende misstappen als bestuurder. De armoede van het eigen denken laat dit niet toe. Het feit dat gedurende de afgelopen twee jaar nergens, niet binnen de partij maar ook niet in de oppositionele media serieuze constructieve kritiek op de koers van het Forum is geleverd geeft aan dat het aan de intellectuele capaciteit daarvoor ontbreekt.

Constructieve of negatieve kritiek
Er zijn verschillende niveaus van kritiek. Het laagste, eenvoudigste niveau is de waarneming van een incident of wantoestand. In het simpelste geval is er sprake van een corrupt, fout individu, bijvoorbeeld de voorzitter van de VVD of de voorzitter van een woningbouwvereniging. Iets ingewikkelder is het falen van instituties, de daarvoor verantwoordelijke functionarissen en eventuele tekorten in regelgeving en toezicht en de functionarissen die daar weer voor verantwoordelijk zijn. Bijvoorbeeld de moord op Anne Faber. Dat het gaat om een incident of wantoestand wil overigens niet zeggen dat waarneming ervan altijd eenvoudig is. Vaak is vasthoudend onderzoek of een tip nodig om iets aan het licht te brengen. Dit leidt tot het aanwijzen van een of meer schuldigen, die soms ook nog lichtjes bestraft worden. Het zal ook vaak aanleiding zijn tot het uitbreiden van regelgeving en toezicht.

Dit model wordt ook veel toegepast op de politiek waarbij Rutte, Timmermans, Juncker, Merkel de slechten zijn. De suggestie wordt daarmee gewekt dat als deze vervangen worden de zaak beter zal gaan. In het beste geval zijn zij verpersoonlijking van foute instituties, bijvoorbeeld de EU. Die institutie zelf blijft daarmee buiten beschouwing, terwijl het daar feitelijk om gaat. Aangezien hun gedrag voortdurend in de publieke belangstelling staat is het eenvoudiger dat te bekritiseren. Zo bezien is Juncker een zeer bruikbare clown.

Een volgend niveau is het in beeld brengen van politiek-maatschappelijke ontwikkelingen of het kritisch analyseren hoe die ontwikkelingen door de macht worden voorgesteld. Bijvoorbeeld klimaat, migratie, de financiële sector. Ook deze kritiek staat open voor het zoeken naar schuldigen, bijvoorbeeld Dijsselbloem, Varoufakis of Nijpels. Dat is niet fout, maar kan snel tot verkeerde ideeën over de  oplossing leiden. Suggesties voor een oplossing zijn mogelijk, bijvoorbeeld de “Mateo Solution” als oplossing voor de EU schuldencrisis. Analyse van het functioneren van instituties speelt hierbij wel een belangrijke rol, maar doordat de politiek-maatschappelijke context onvoldoende aan bod komt, komt men toch niet verder.

Pas op het daaropvolgende — hoogste — niveau, waarin het functioneren van de verschillende instituties met elkaar in verband wordt gebracht kunnen mogelijke alternatieven worden onderzocht en kan er gediscussieerd worden over strategieën om die te realiseren. De kritiek op de andere niveaus vormt een belangrijke grondstof voor deze maatschappelijke systeemanalyse, maar men dient ook over intellectueel gereedschap te beschikken om die te verwerken: een theorie over hoe maatschappijen in elkaar zitten en in grotere eenheden samenhangen. Hoe dat zich ontwikkeld heeft en welke ontwikkelingen mogelijk zijn. Er zijn maar weinig theorieën op dit niveau ontwikkeld. De beste is die van Niklas Luhmann (1927-1998). Goede aanzetten zijn te vinden in Francis Fukuyama’s tweeluik “Political Order…” (2012-2015). Deze inzichten circuleren op zeer beperkte schaal in universitaire kringen en worden niet politiek gebruikt.

Wil men wel echt iets anders?
Ondergetekende is een van de weinigen die pogingen doet tot politiek relevante analyse op maatschappelijk systeemniveau. Er zijn een paar academici die dat zouden kunnen en soms een kleine aanzet geven, maar die blijven vooral bezig met hun status in het veld en bemoeien zich niet met politiek. Aan de andere kant zijn er de nodige “denkers” die een betere maatschappij uitdenken en daar een boek of pamflet over uitgeven. Bij bestudering daarvan vallen die op zijn best als idealisten door de mand; meestal blijken het warhoofden.

De afgelopen jaren heb ik diverse keren een initiatief genomen om een aantal serieuze auteurs te interesseren voor enige samenwerking. Het ging er niet om dat ze zich meteen bezig gingen houden met maatschappelijke systeemanalyse, maar dat ze meer notie zouden nemen van elkaar, proberen iets minder te schrijven over het incident van de dag waar iedereen toch al zijn mening over geeft en iets dieper proberen door te dringen in de problemen. De samenwerking zou ook moeten betekenen dat men gemeenschappelijke doelen onderschrijft. Die kunnen vrij breed zijn en dat zal ook wel moeten in deze fase, maar de samenwerking moet een bepaalde kleur krijgen. Er zijn genoeg blogs met een onduidelijke richting waar van alles door elkaar loopt onder het motto “laat honderd bloemen bloeien” (Mao 1956). Ze behoefden ook niet hun schepen achter zich te verbranden en exclusief met mijn initiatief in zee gaan.

De eerder gedane constatering uiteindelijk ontbreekt het de oppositie — in brede zin  — aan voldoende inzicht in de maatschappelijke realiteit en brengt geen aansprekende realistische alternatieven naar voren blijkt door de meeste van deze auteurs wel onderschreven te worden. Daaruit voor henzelf de conclusie trekken dat het inderdaad tijd wordt om daar serieus aandacht aan te besteden blijkt een brug te ver. Uiteindelijk blijkt het eigen publieke profiel, de populariteit, de hoeveelheid views die men scoort, de “lol” het te winnen van de noodzaak.


Dit essay verscheen eerder op Harde Woorden

3 reacties

  1. Fredjohan schreef:

    De westerse wereld is in grote verwarring. Als een autistisch Zweeds meisje door gezaghebbende organen wordt uitgenodigd om haar klimaatpraatje gehouden, en toegejuicht wordt, dan is er echt iets mis. Dit laat zich niet oplossen door politieke systeem analyse. We zitten in een “March of Follies” om met Barbara Tuchman te spreken. De geschienis leert ons waartoe dit leidt.

  2. Cool Pete schreef:

    @Fredjohan : eens met uw inzicht.

    En : Complexiteit is meestal een teken, dat zaken uit de hand gelopen zijn.

    Overigens : onafhankelijke natie-staten, zoals ook t.t.v. de ‘E.E.G’, is
    zeker geen illusie, maar functioneerden prima.

  3. BegrensEuropa! schreef:

    Onrust stelt een belangrijke vraag aan de orde. Maatschappelijke onrust kanaliseert zich via kritiek op personen en de groei van protestpartijen maar ontwikkelt zich niet tot een strategisch relevant niveau. Waarom niet? Er zijn goede ideeen over klimaat (hysterische oplossingen), massamigratie (onhoudbaar), en euro (eveneens onhoudbaar), maar e.e.a. leidt niet tot strategisch relevante reflectie. De aanknopingspunten daarvoor zouden te vinden zijn bij Fukuyama en Luhmann. Kennis ervan is vrijwel uitsluitend te vinden in academische kringen. Personen uit die kringen hebben er onvoldoende belang bij om een substantiele bijdrage aan het politieke debat te leveren. Dit roept weer de volgende vragen op: 1. hoe krijgen we potentiele politici geinteresserd in dat soort ‘relevante analyses op maatschappelijk systeem niveau’? 2. is het werk van Fukuyama en Luhmann werkelijk het meest geschikt ervoor? 3. hoe moet dat debat verder vorm gegeven worden? 4. moet dat beperkt blijven tot Nederland of kan dat niet beter ook internationaal ontwikkeld worden? 5. zou FvD in Nederland die rol kunnen spelen? Mijn suggestie: laat FvD (met gelijkgestemde partijen) dat oppakken met enige facilitering vanuit de blogosfeer. Als Onrust’s ideeen breder leven, begin dan eens met een minicongres.