DE WERELD NU

Onze overheid – de winkel en het uithangbord

overheid

Onze overheid is een winkel die zich niet behoort te verschuilen achter de fouten van toevallige uithangborden als ministers.

Toen een aantal bedrijven en overheden in het gebied Arnhem Nijmegen tien jaar bezig waren geweest om treinverkeer, wegen en waterwegen op elkaar aan te sluiten en een groot goederen overslagcomplex te bouwen dat voor de regio en ook voor de rest van Nederland van veel belang had kunnen zijn, toen bleek het mogelijk dat aan het einde van die lange periode de Raad van State daar een streep door haalde[1].

De Raad zal ongetwijfeld de belangen die daar speelden goed hebben afgewogen[2]. De gemeenten en de provincie of andere belanghebbenden hadden zeker de milieubeweging die tegen het plan in opstand kwam eerder bij het overleg moeten betrekken. Maar hoe dan ook, die milieuprocedure had aan het begin van de gebiedsontwikkeling plaats moeten vinden en niet aan het einde. Waar die fout ook zit, het is duidelijk dat de overheid hier te kort geschoten is en dat een forse kapitaalvernietiging het gevolg is geweest.

De meeste bejaardenhuizen zullen misschien wel goed zijn, want lang niet alle mensen klagen over de behandeling van hun ouders. Maar misschien gaat het dan goed dank zij een beter dan gemiddeld functionerende leiding of door goed gemotiveerd personeel. Maar daar, waar het aan een van die factoren ontbreekt, faalt de zorg. Dan blijkt dat de overheid geen algemeen werkzaam systeem heeft waarin eigen falen wordt opgemerkt en waardoor er tijdig kan worden gereageerd.

Die systeemloosheid geldt ook voor de ziekenhuizen, waarin veel organisatorische ellende wordt gecamoufleerd door de indrukwekkende hoeveelheden geld die de medische wereld er steeds weer bij krijgt. Over de prioriteit van die uitgaven zijn overheid en bevolking het eens, maar over de effectiviteit van de geldbesteding niet. Deugdelijk onderzoek op dat terrein is er bij mijn weten nooit geweest,

Het uitkeringen systeem in zijn tegenwoordige vorm bestaat in grote lijnen sinds minister Veldkamp[3] minister van sociale zaken werd in de zestiger jaren. Het is vanaf het begin een systeem geweest zonder checks en balances dat om misbruik vroeg en dat dit misbruik dan ook in ruime mate gekregen heeft[4].

Het verhaal van het onderwijs is bekend. Men is in 1960 aan het systeem gaan morrelen dat door Thorbecke was opgezet. Men heeft vervolgens verkeerd gereageerd op de demografische bult die ‘de geboortegolf’ wordt genoemd. Eerst door te veel permanente capaciteit te bouwen en vervolgens door op een capaciteitsoverschot te reageren door verlaging van de eisen. Ook op de bijzondere problemen van de immigratie werd averechts gereageerd, onder meer door na te laten om bij allochtone leerlingen mondelinge en schriftelijke kennis van de Nederlandse taal als sluis in te bouwen, op een zo jong mogelijk leeftijd[5].

De lerarenopleiding voor middelbare scholen werd weggehaald bij de universiteiten en in geïdeologiseerd vakonderwijs ondergebracht. De salariëring van leraren en onderwijzers bleef achter bij andere overheidssalarissen en bij het bedrijfsleven, waarmee werd aangegeven hoe laag de prioriteit was die de facto aan het onderwijs gegeven werd.

Ik zou nog een reeks andere voorbeelden kunnen noemen en bij elk ervan doet zich hetzelfde fenomeen voor.

Buiten de verkiezingen bestaat geen werkzaam systeem om te meten hoe een doelgroep van de overheid haar diensten waardeert. Op geen enkele andere manier dan door verkiezingen en door lid te worden van politieke partijen kan een burger aangeven hoe het anders zou kunnen en moeten. Het systeem is niet flexibel genoeg om de informatie over het eigen functioneren te verwerken en er bestaan onvoldoende aansporingen om de dingen goed en snel te doen in plaats van slecht en langzaam.

Discussies vinden plaats binnen de overheid zelf en zelden of nooit op basis van recente en volledige informatie uit de doelgroep. Ook de vertegenwoordigers uit de burgerij die serieus geraadpleegd worden maken deel uit van de overheid[6]. Allerlei interne belangen, die wel het overheidsapparaat maar niet de bevolking aangaan, spelen in de besluitvorming een rol[7]. De overheid is niet goed georganiseerd. Haar organisatie volgt niet uit een analyse van de taken die zij op zich heeft genomen en niet uit problemen die door haar dienen te worden opgelost.

De organisatie van de departementen en de indeling van de Staat der Nederlanden in rijksoverheid, gemeenten en provincies dateert uit de Franse tijd. Sinds Thorbecke is er niets fundamenteels meer aan veranderd. In 1850 kostte het even veel tijd om van Groningen naar Amsterdam te reizen als nu van Amsterdam naar de andere kant van de wereld. Er waren in Thorbecke ’s tijd geen betere communicatiemiddelen dan het sturen van een brief of ergens zelf heen te gaan, per postkoets of trekschuit. Nederland had drie miljoen inwoners. Het was een agrarische samenleving die verder leefde van de handel en de koloniën. Het is een compliment aan Thorbecke en de zijnen dat hun staatkundig systeem überhaupt nog enigszins werkt, je had mogen verwachten dat het erger zijn zou. Niettemin, hoe soepel het systeem oorspronkelijk ook geweest moet zijn, de rek is er nu wel uit. De staatkundige en departementale organisatie voldoet niet meer. De problemen van 2018 kunnen niet meer worden opgelost met een overheid uit 1800.

Thorbecke was een Duitser, van afkomst en van opleiding en de organisatie die hij hier opzette was Duits. Hoe een Duits overheidsapparaat eruit zag in de negentiende eeuw en hoe het werkte kunt U lezen bij Max Weber, die er een grondige studie van heeft gemaakt. Kern van die organisatie is de hiërarchische opbouw en de transparantie waarmee opdrachten worden verstrekt en geregistreerd. Na te zijn uitgevoerd wordt hoe, waar en wanneer een en ander gebeurd is nauwkeurig aan de opdrachtgever verantwoord. In de tijd van Thorbecke was de verantwoordelijkheid van een minister voor zijn ambtenaren geen wassen neus. Wat de minister wilde gebeurde ook. Dat hij vervolgens over de afloop verkeerd werd voorgelicht was ondenkbaar. Dat men een verouderd systeem heeft is een ding, maar dat men niet opereert volgens zijn eigen systeem is een tweede en veel van gebreken in de huidige overheid komen daar uit voort.

Evelien Tonkens voorspelde elf jaar geleden in een column in De Volkskrant[8] dat over tien jaar – vorig jaar dus – de miljarden van PvdA minister Vogelaar voor de nieuwe wijken spoorloos zouden blijken te zijn. Niemand zal weten, zei ze, hoe het geld is uitgegeven en bovendien zal niemand in staat zijn de resultaten te meten die met de uitgaven zijn bereikt.

Dat is dan het resultaat van jarenlang nauwkeurig alles boeken en alleen geld uitgeven aan dingen die meetbaar zijn. Meetbaar zowel wat hun resultaat betreft als in de methode van projectuitvoering. Die meetbaarheid heeft ons het eindeloos invullen van formulieren gegeven en vervolgens politieagenten die extra bekeuringen gaan geven omdat die gemakkelijk meetbaar zijn in plaats van buurtbewoners te beschermen tegen stenen gooiende en scheldende jongeren.

Beide, geld uitgeven zo dat niemand meer weet waar het gebleven is en overheidsactiviteiten gaan richten op meetbaarheid in plaats van maatschappelijk nut, zijn gevolgen van dezelfde oorzaak: een ontoereikende organisatie binnen de overheid.

Straatterreur is een lokaal verschijnsel. Het komt in Amsterdam onder meer voor in de westelijke tuinsteden, in Noord en in de Diamantbuurt, maar ook in een aantal wijken in de andere grote steden waaronder Kanaleneiland in Utrecht, de Schilderswijk in Den Haag en Katendrecht op Rotterdam Zuid. In Amsterdam zijn er ook wijken met hoge percentages allochtonen waar de autochtone en allochtone bewoners in het algemeen wel tevreden zijn met elkaar, zoals bijvoorbeeld in De Pijp, of in de Oosterparkbuurt. Maar daar gaat het niet om. Lokaal en incidenteel en opgepompt door de media of niet, het is een probleem waar de bevolking mee zit en dat een hogere prioriteit verdient dan het voor het aantreden van burgemeester Van der Laan in Amsterdam gekregen heeft.

De bevolking heeft er geen boodschap aan dat de politie geen tijd heeft of van hoger hand de opdracht krijgt om een prikkelbare allochtone bevolking met zachte handschoenen aan te pakken. Zij accepteert het niet als auto’s in brand worden gestoken of ambulancepersoneel wordt gemolesteerd. De overheid verkrijgt haar legitimiteit in de mate waarin zij in staat is de problemen van de bevolking op te lossen. Ook uit een oogpunt van democratische legaliteit is daarom een herinrichting van de overheid een noodzaak.

Iedereen weet allang dat een minister niets anders is dan het uithangbord aan de winkel. De minister verdwijnt. Er komt een ander uithangbord maar de winkel blijft dezelfde. De bevolking protesteert tegen haar overheid en doet dat terecht, maar die overheid beschermt zich achter het schild van het politieke systeem, waardoor, wat de verkiezingen ook voor een uitslag geven, in wezen alles bij het oude blijft.

Dat is de reden waarom kiezers de laatste jaren massaal weg blijven of onvoorspelbare uitslagen produceren. De politieke partijen onderkennen de problemen niet waar de mensen mee zitten of sluiten er de ogen voor. Dat individuele volkstribunen nu weglopen met de zetels die de partijen plachten te verdelen en dat die partijen zelf bevolkt worden door 65-plussers is een gevolg van het falen van de winkel, niet van het uithangbord.


  1. Bij uitspraak van 21 augustus 2002 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het goedkeuringsbesluit van gedeputeerde staten van Gelderland van het Regionaal Structuurplan KAN 1995-2015 deels vernietigd.
  2. De bestuursrechtelijke afdeling van de Raad van State is niet haar sterkste onderdeel. Als daar onbegrijpelijke fouten worden gemaakt en iemand wordt erop aangesproken dan is zijn of haar antwoord: tja, wat wilt U, wij hebben nu eenmaal het laatste woord.
  3. Als opvolger van minister Van Rooy, die moest aftreden toen uitkwam dat hij het op het bericht van een ambtenaar, dat er ergens een wilde staking was uitgebroken gereageerd had met de vraag waarom men dan de politie niet gewaarschuwd had. Een dergelijk verrassend gebrek aan kennis bij een verantwoordelijke overheid dienaar kostte Marie Antoinette en haar echtgenoot in de achttiende eeuw nog het leven.
  4. Het beste voorbeeld daarvan is de WAO, waaruit op grond van de gegevens uit vergelijkbare landen ongeveer vier honderd duizend verzekerden een uitkering zouden moeten hebben, maar waar, voordat grootscheepse wijzigingen in de wet werden doorgevoerd, er meer dan een miljoen uitkeringstrekkers waren.
  5. Het tegendeel gebeurde. Op de basisschool achter ons huis op de Stadionkade werd in de zeventiger jaren Turkse les gegeven aan Turkse kinderen, omdat de gemeente dacht dat daardoor hun kennis van het Nederlands en indirect hun integratie bevorderd zou worden!
  6. De gemeenten kennen inspraakavonden, die in hoofdzaak door 65-plussers worden bezocht en waar zelden iets uitkomt dat tot wijziging van de plannen leidt. Dit soort inspraak is niet serieus. Wel serieus is de georganiseerde inspraak bij wetgeving. Bij veel wetten wordt al in de voorbereidende fase overleg gepleegd door ambtenaren met vertegenwoordigers van belanghebbenden. Later, bij de behandeling in de Kamercommissies doen Kamerleden dat nog een keer over. Maar die vertegenwoordigers worden zorgvuldig uitgekozen. Zij zijn onderdeel van het proces, dat in veel opzichten lijkt op een rituele dans.
  7. Bij de jaarlijkse begroting is er oorlog tussen de departementen over de verdeling van de extra gelden die beschikbaar komen en vooral over het absorberen van bezuinigingen. Om die oorlogen binnen de perken te houden krijgt iedereen van de minister van financiën in principe hetzelfde percentage te bezuinigen en moeten prioriteiten afwegingen maar binnen de eigen begroting plaats vinden. Vervolgens krijgt men dan binnen de diverse afdelingen weer soortgelijke verdelingsproblemen. Met de prioriteiten zoals de samenleving die ervaart heeft dit alles weinig of niets van doen.
  8. op 17-10-2007

Dit essay verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp

6 reacties

  1. Gerard schreef:

    Ik ben zeer benieuwd op uw visie hoe deze overheid dan ingericht kan worden en wat een beoogde oplossing is voor ‘het uithangbord van de winkel’.

  2. Gerrit Joost schreef:

    Wat was Toon een verstandige man!, mooi artikel weer. Hij schrijft: ” De staatkundige en departementale organisatie voldoet niet meer. De problemen van 2018 kunnen niet meer worden opgelost met een overheid uit 1800.” Hoogste tijd om dit eens aan te pakken. Als D66 visie had gehad, dan hadden ze kunnen doen. De mond vol over vernieuwing, een goed plan maken ho maar. Toen D66 Thom de Graaf vicepremier was en minister voor bestuurlijke vernieuwing kwam hij niet verder dan een plan voor de gekozen burgemeester… – toch nu beloond met een vet salaris als vice vicepresident van de Raad van State.

    – @ Gerard, Toon is overleden, u leest artikelen die hij bij leven heeft geschreven. Een antwoord op uw vraag zal uitblijven vrees ik.

  3. Johan P. schreef:

    @Gerard
    Net als veel anderen hier heb ik al vele malen aangegeven dat het systeem drastisch op de schop genomen moet worden. De hele staatkundige inrichting moet anders en dat geldt ook voor het strafrecht en het onderwijs.
    Wat betreft de staatsinrichting: de laag van de provincien kan er gewoon grotendeels uit. De moderne technologie heeft, zoals Toon aangaf, de communicatie zodanig veranderd dat er anders mee omgegaan moet worden. Zelf zou ik een groot voorstander zijn van meer directe democratie.
    Hoewel ik er voor zou willen pleiten de partijen in hun geheel af te schaffen en te gaan voor direct gekozen vertegenwoordigers kan ik me voorstellen dat dat voor veel mensen te ver gaat. Maar ook in het geval van het handhaven van partijen moet er het nodige worden gewijzigd, om maar eens wat te noemen:
    – Kiesdrempel van 5%
    – Indien een partij 45% of meer van de stemmen krijgt worden de zetels naar rato verdeeld. Indien geen partij dat percentage haalt krijgt de grootste partij 45% van de zetels en wordt de rest naar rato verdeeld.
    Dit zal het altijd mogelijk maken om een coalitie te vormen of zelfs als minderheidsregering te regeren en per onderwerp steun te zoeken (dit zou trouwens mijn voorkeur hebben).
    – zetels behoren aan de partij, tenzij de persoon met voorkeursstemmen is gekozen. (een reden temeer voor mij om af te zien van partijen trouwens).
    – Per vertegenwoordiger moet er een spreadsheet zijn met de belangrijkste punten van het partij- en/of persoonlijke programma, over welke punten er is gestemd en hoeveel er wordt gerealiseerd. Dat maakt het voor kiezers gemakkelijk te checken in hoeverre hij zijn woord houdt.

    Er moet een nieuwe grondwet komen, die onder andere stelt dat geen enkele wet of internationaal verdrag in strijd mag zijn met die grondwet. De enige manier om dergelijke verdragen/wetten alsnog goedgekeurd te krijgen is per referendum waarbij een opkomst van minimaal 60% en een stemming van minimaal 60% in voordeel van het voorstel wordt behaald.
    Een ander punt voor de grondwet is de financien van de staat: de staat moet het doel hebben van 0.5% of meer begrotingsoverschot te hebben en mag onder geen beding een staatsschuld aangaan. In bijzondere gevallen dient ook daarvoor toestemming van het volk te worden gevraagd door middel van een referendum.
    Er moet een grondwettelijk hof komen dat wetten en verdragen VOORAF toetst aan de grondwet.

    Bindend referendum over belangrijke zaken. Mijn voorkeur zou zijn om 2 dagen per jaar aan te wijzen als vaste referenda-/stemdagen aan te wijzen. op die dagen worden belangrijke punten aan het volk voorgelegd.

    Stemmen: stemmen is voorbehouden aan diegenen die aan het stelsel meebetalen en daardoor afhankelijk van de vraag of men inkomstenbelasting betaalt. Diegenen die leven van een uitkering of grotendeels van een uitkering mogen niet stemmen. Mensen met een werkverleden van 35 jaar of meer full-time werk hebben automatisch stemrecht voor de rest van hun leven.
    Mensen die minder dan 4 jaar (fulltime) werkverleden hebben mogen niet stemmen. (Dit betekent bv dat de 25 jarige student die alleen wat bijbaantjes heeft gehad niet mag stemmen, maar een 20 jarige die met zijn 16e is begonnen als stratenmaker wel)

    Passief kiesrecht: passief kierecht is voorbehouden aan diegenen die uitslauitend de Nederlandse nationaliteit hebben (het hebben van een dubbele nationaliteit is toegestaan, maar sluit iemand wel uit van het hebben van passief kiesrecht). Passief kiesrecht is ook voorbehouden aan personen die een minimaal aantal jaren werkervaring hebben in functies BUITEN de overheid om er voor te zorgen dat men werkelijke levenservaring heeft.
    Passief kiesrecht is gebonden aan een maximaal aantal jaren. Totaal maximaal 20 jaar. Voor lokaal niveau: maximaal 20 jaar (5 termijnen). Voor nationaal niveau maximaal 12 jaar (3 termijnen). Dit moet voorkomen dat mensen hun hele leven in overheidsdienst zijn.

  4. Gerrit Joost schreef:

    @ Johan P – weer overdenkingen waard! Uw idee met het stemmen gaat niet lukken. U stelt: Stemmen is voorbehouden aan meebetalers… (Trek je dit naar de EU, dan zijn er maar vier of vijf landen van de 27, die mogen stemmen en bepalen wat er in de EU gebeurt). De meerderheid krijgt u hier niet voor. Een chronisch zieke krijgt in uw optiek geen stemrecht. Een WO-opgeleide, die op zijn 25 gaat werken heeft nooit eerder gestemd… U stelt wie een financiële bijdrage levert aan de maatschappij mag stemmen. Dit lijkt me heel erg kort door de bocht (en praktisch moeilijk te administreren/organiseren). Uitsluiten van het kiesrecht op financiële gronden…..

  5. Johan P. schreef:

    @Gerrit Joost
    Ik heb het over het stemmen binnen Nederland. Voor het Nederlandse staatsbestel.
    Wat betreft de EU: veel van die regelgeving gaat in tegen onze grondwet. En we hebben ook gezien dat diverse verdragen per referendum werden afgekeurd met grote meerderheid en ons als bevolking toch door de strot werden gedrukt.
    Ik wil dan ook zsm uit de EU en terug naar een handelsunie tussen souvereine staten.

    Wat betreft het uitsluiten van chronisch zieken, ja dat is een pijnlijk gegeven. Maar we hebben het dan wel over een zeer klein deel van de bevolking. Overigens zou er best een bepaling kunnen zijn dat bij een geconstateerde chronische ziekte het bijvoorbeeld voldoende zou zijn om deeltijdwerk te verrichten. Maar ook als dat niet kan, dan is dat spijtig voor dat individu, maar het principe blijft gelden dat ‘overheidsgeld’ helemaal niet van de overheid komt maar van de burgers en bedrijven die belasting betalen. Ik wil absoluut niet dat de bedrijven het voor het zeggen gaan krijgen door hen als entiteit te laten stemmen, dus blijft stemmen voorbehouden aan de burgers.
    Overigens is het niet zo’n vreemde gedachte. Het is in diverse plaatsen en tijden zo geweest dat alleen de gegoede burgerij een stem had. Ook wordt men niet uitgesloten op financiele grond, maar op de vraag of men belasting betaalt.
    Iemand die tegen minimumloon werkt en inkomstenbelasting betaalt heeft 1 stem, exact evenveel invloed in het stemproces als iemand die een bedrijf met meerdere filialen heeft opgericht en meerdere miljoenen per jaar verdient.
    En moeilijk te organiseren? Dat argument is niet serieus. Laten we wel zijn, de overheid weet alles daarover al. De belastingbiljetten kunnen al bijna volledig van te voren door de dienst worden ingevuld. Alle kennis over wie belasting betaalt en wie niet is er al. Evenals de kennis over wie er wel of geen uitkering heeft. Dat daar geen gebruik van wordt gemaakt is een tweede.

  6. Johan P. schreef:

    @Gerrit Joost (vervolg)
    Ik zou het niet kort door de bocht willen noemen. Iemand die tot zijn 25e, of 29e studeert voegt totdat hij een baan vindt niets toe aan de maatschappij maar kost wel geld. Dat die persoon daarna wel wat gaat toevoegen is een heel ander verhaal (en ook niet altijd waar, er zijn nogal wat afgestudeerden geweest die jarenlang niet aan de bak kwamen omdat ze geen werk op hun niveau konden vinden en zich te goed voelden voor werk onder hun niveau. Dus die hebben eerst geld gekost in het onderwijs en daarna nog jarenlang als levend van een uitkering. Ik zie geen enkele reden waarom zo-iemand zou mogen beslissen over het uitgeven van andermans geld).
    Overigens is het ook zo dat iemand die door het volgen van een lange studie meestal een beroep zal gaan uitoefenen dat hem in staat stelt veel langer door te werken. Advocaat, geschiedkundige, veel medisch specialisten etc kunnen makkelijk tot 75 doorwerken omdat het misschien mentaal zwaar is, maar in de meeste gevallen lichamelijk niet. En deel van die studie zou de mentale kracht moeten ontwikkelen.
    Daartegenover staat dat iemand die met 16 jaar of 18 jaar begint als dakdekker, metselaar of stratenmaker tegen zin 65e echt wel versleten is.
    Hoger opgeleidden leven gemiddeld ook langer. Dus wat dat betreft middelt dat zich weer min of meer uit.

    Ook leuk om even mee te nemen: iemand die met zijn 18e gaat werken moet doorwerken tot zijn 68e voordat hij met pensioen kan. 50 jaar werken dus. Iemand die een studie volgt en pas met 28 gaat werken hoeft maar 40 jaar te werken voor een pensioen dat zeer waarschijnlijk hoger zal liggen. Dat is nu eenmaal hoe het werkt, ook al is dat niet geheel eerlijk.

    Waar het mij om gaat is dat belastinggeld van de burgers is. Het is opgebracht door burgers die belasting betalen. Dus die burgers moeten daarover zeggenschap hebben, door middel van hun afgevaardigden. Maar het is wat mij betreft zeer onjuist om mensen die niet meebetalen wel zeggenschap te geven over dat geld. Juist OMDAT ze er zelf niet aan hebben bijgedragen en dus ook nooit hebben ervaren hoezeer dat drukt op de inkomens van werkende mensen is het voor hen veel te gemakkelijk om dat geld uit te geven.
    Dat is ook een probleem met veel politici tegenwoordig. nooit gewerkt, ruikeluiskindjes die na school naar de universiteit gaan om ‘politicologie’ te studeren en dan de politiek ingaan zonder ook maar enige serieuze ervaring in het echte leven, zonder enig besef hoe dat leven voor de meeste mensen eruit ziet en hoe die belastingen uitpakken.
    Fraai voorbeeld is het gedoe momenteel over de energierekening die dus wel degelijk veel hoger uitvalt voor veel mensen, ondanks alle beloftes, die worden gedaan omdat de meeste politici zover van de werkelijkheid staan dat ze net zo goed op de maan zouden kunnen wonen. Extra belastingen zijn zaken die makkelijk te overkomen zijn voor hen die veel verdienen en voor hen die zelf geen inkomen hebben en van de staat leven. Wat maakt het hen uit? Zij betalen het toch niet.
    Voor mij is dat ook een reden om aan de verkiesbaarheid de eis te stellen dat iemand eerst een minimale tijd van x-jaar moet hebben gewerkt buiten de publieke sector. Eerst levenservaring opdoen in het echte leven, dan pas de politiek in gaan. Ik heb niets tegen mensen met idealen, die heb ik zelf ook, maar idealen dienen te worden getemperd met realiteitszin. Het hele gebeuren van de energietransitie is gebaseerd op onzin. Maar er is enorm veel geld mee gemoeid. Klimaat accoord net zo, alleen nog een graadje erger, daar wordt zo eventjes 1000 miljard in een zwart gat gekieperd dat een rendement oplevert dat zo dicht bij 0 ligt dat het statistisch niet meer uitmaakt.
    Dat wil niet zeggen dat ik tegen andere vormen van energie ben, maar wel dat er rekening moet worden gehouden met de realiteit van zaken en niet met wat een stel mafketels blijft roeptoeteren, zonder enige wetenschappelijke onderbouwining, maar met een eindeloos aantal voorbeelden waarbij ze ernaast zaten, zover ernaast zaten zelfs dat men zich moet afvragen of ze wel weten waar ze het over hebben.