DE WERELD NU

Ondertussen, elders – Rusland

Nu de crisis in Europa met een mogelijk falen van een Spaanse staatselening vandaag zijn climax lijkt te kunnen bereiken, bekijk ik vandaag eens een ander aspect, en een andere kant op. De BRICs, afkorting voor Brazilië, Rusland, India en China, zijn de opkomende grote economien voor de 21ste eeuw.

Toch gaat het deze landen ook niet enorm voor de wind, nu de wereldwijde crisis ook hen begint te raken. Hun grootste belang ligt vooralsnog in hun potentieel – geen van hen kan zich qua economische omvang nog meten met een land als Italië, om het geheel in perspectief te plaatsen.

Van de vier BRICs lijkt vooral Rusland het momenteel vrij goed te doen. Over China heerst bezorgdheid, Brazilië zit in een recessie, en heeft opnieuw last van een grote inflatie, terwijl India legio kleinere problemen heeft, waaronder vooral een groot gebrek aan grondstoffen. Toch is de Russische voorspoed niet vrij van zorgen, al is het iets waar we met onze eigen huidige zorgen, onterecht  vrij weinig aandacht aan schenken.

Roebel
Een opvallend fenomeen van de laatste maanden is de waardevermindering van de roebel, ten opzichte van zowel de dollar als de euro. In april verloor de roebel 8% aan waarde ten opzichte van de euro, afgelopen maand was de waardevermindering 14% ten opzichte van de dollar. Aangezien de euro in dezelfde periode flink aan waarde inboette tegenover de dollar, viel de feitelijke duikvlucht van de roebel in Europa nauwelijks op. Dat de euro ook ten opzichte van de Braziliaanse munt constant bleef is natuurlijk een illustratie van de problemen aldaar.

 

Er is al een klein jaar een de facto wedloop van devaluatie gaande tussen verschillende belangrijke economiën, die allen proberen op die wijze hun concurrentiekract ten opzichte van elkaar te handhaven. Een minimaal positief effect van de eurocrisis. Een land dat daarvan grote hinder ondervindt is Zwitserland, dat de schade weet te beperken door de munt aan de euro te koppelen, maar daarvoor geregeld grote pakketten Zwitserse francs op de geldmarkten gooit. De grote kapitaalvlucht in Zuid-Europa beorgt de Zwitsers nu steeds meer problemen, maar ook de roebels stromen nu in grote hoeveelheden naar de Alpenrepubliek. En dat is toch eigenlijk zeer opmerkelijk.

Rusland moet het in de eerste plaats hebben van de uitvoer van grondstoffen. Dat is al zo sinds het communistische tijdperk, waarin het land zich vooral concentreerde op zware industrie. De productie van directe gebruiksproducten limiteerde zich tot wodka (hetgeen zeer geregeld werd gebruikt bij ruilhandel, op die wijze is Coca Cola wereldwijd distributeur van bepaalde bekende merken geworden.) en wapens. Na de val van het communisme bleek de Russische wapenindustrie technologisch niet langer met de westerse te kunnen concurreren. Maar, Rusland bulkt van de grondstoffen, waaronder zeldzame metalen en zeer rijke olie- en gasreserves. Alle economische groei na de bankencrisis 2008 bleef vrijwel beperkt tot de verkoop van deze grondstoffen, en nu lijkt de Russische elite zich door middel van een kapitaalvlucht te gaan indekken tegen minder goede tijden.

Politieke instabiliteit
Het probleem is namelijk dat de opkomende Russische industrie het door de wereldwijde economische problemen zwaarder gekregen heeft, en een recessie is bedreigend het regime van president Putin. Bij de laatste presidentsverkiezingen bleek al, dat de voorheen als onaantastbaar beschouwde Putin, intern meer problemen bleek te hebben dan was verwacht. Nog steeds genereert bijvoorbeeld de oude Communistische partij een hoop sentiment naar de tijd dat het voor de modale Rus, zeker gepensioneerden, een stuk beter leven was dan nu.

Als Rusland politiek inderdaad instabiel wordt, is het voor de Russische elite niet onverstandig een buitenlands potje voor slechtere tijden in gereedheid te hebben. Zwitserland is daarvoor in veel opzichten de logische keus. Maar niet alleen politieke instabiliteit in Rusland is voor Europa een probleem. Veel Russische bedrijven hebben in Europa geld geleend, veelal bij Duitse en Britse banken. Als problemen in Rusland directe repercussies hebben voor de EU, is Leiden in last. Ook omgekeerd, overigens. Griekenland wordt op 22 juni aanstaande door de Russische gasgigant Gazprom afgesloten van verdere leveranties, tenzij Athene betaalt. Maar zoals we weten, heeft Griekenland daarvoor het geld niet. En dat, terwijl de gehele Griekse elecktriciteitsvoorziening van Russisch gas afhankelijk is. Aangezien Gazprom al eerder problemen had met landen als Oekraïene en Wit-Rusland, en in beide gevallen midden in de winter de gaskraan sloot, hoeven de Grieken geen medelijden te verwachten.

Natuurlijk houden de Westerse ratingagentschappen als Moody’s een oog op de kredietwaardigeheid van Russische bedrijven. Maar of dezen daadwerkelijk weten wat ze precies meten, wordt betwijfeld. Een echte ussiche recessie die samengaat met politieke onrust zou dus ook Duitse banekn in de problemen kunnen brengen. wellicht is dat mede een reden dat Moody’s gisteren de rating van een aantal grote Duitse bankconglomeraten afwaardeerde.

 

 

Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.