DE WERELD NU

Nadenken

Bedreigingen, eenheid van prijs, een land van deugers, Academisch tuig, Stalinisme, Duitsland, Applestore overval, Olympische Spelen, Rechters, wereldregering, Oekraïne, Therapeutenangst, Qatar, Cultuur en politiek, Onveilig, basis, Politiek, Zwart, Overlast, Vrouwen en kinderen

In de trein tussen Leiden en Rotterdam voerde ik ooit een zwaar gesprek met mijn toenmalige vriendin. Het ging over de dood, en hoe wij daar naar keken. Naar ik mij herinner was het tamelijk herfstachtig, maar ik geloof niet dat dat de enige aanleiding was.

Aangezien het zo’n 25 jaar terug plaats vond, doet het er weinig meer toe. Mijn functie als praatpaal met opbeurende functie vervulde ik blijkbaar overtuigend, want in Rotterdam CS aangekomen was haar stemming al een stuk beter. We maakten ons op, op het station elkaar gedag te zeggen.

Op dat onzalige moment merkte ik op, dat ik ook wel eens over zelfmoord had nagedacht. Grote ontsteltenis bij mijn gesprekspartner. Ik was toch zo stabiel, ík had daar toch verder geen aanleiding toe, etc. Een kleine Babylonische spraaksverwarring die nog bijna epische proporties aan nam. Het kostte me de grootste moeite uit te leggen, dat als ik er over had nagedacht, dat niet betekende dat ik het serieus overwogen had.

Er ligt een wereld tussen over iets nadenken, en iets overwegen. Ergens over na willen denken betekent niet veel meer, dan dat je de zaken eens op een rijtje zet, en er over gaat filosoferen. Indien die filosofische exercitie daar toe aanleiding geeft, wordt zij wellicht in verdere overweging genomen.

Het is deze nuance die lang het verschil bepaalde tussen de opvattingen over de Hypotheek Rente Aftrek (HRA) in Nederland. In achtereenvolgende regeringen was dit een term die de partners van rechtse snit standaard in de gordijnen joeg. Aantasting van de HRA mocht beslist niet overwogen worden. Er mocht ook niet over worden nagedacht, en zelfs op het noemen van de term rustte een groot taboe.

Toen het kabinet Balkenende IV begin 2010 aankondigde dat er werkgroepen waren ingesteld om alle mogelijke financiële bezuingingsmogelijkheden eens te onderzoeken, zèlfs de HRA, was dit dan ook niet bepaald een reden er ook maar iets van te verwachten. Er werd over nagedacht, maar het zou niet worden overwogen. De verkiezingsstrijd van 2010 bevestigde deze observatie. Alle rechtse partijen stelden zich vierkant op ter bescherming van de HRA, en dat was dat.

Nu lijkt het er dan toch van te gaan komen, en alleen een keiharde botsing met de realiteit kon dat bewerkstelligen. Hoezeer wij ook smalend spreken van de huizenmarktbubbles in USA en Spanje, de Nederlandse mag er ook zijn. De voortdurende waardestijging van onroerend goed heeft niet alleen de Nederlands banken kwetsbaar gemaakt voor een ineenstorting van de huizenprijzen zoals die steeds meer vorm begint te krijgen, maar heeft hen ook verleid zich verder dan gezond is bloot te stellen aan deze vorm van krediet. Aangezien men er van uitging dat de basis voldoende veiligheid bood, leende men hetzelfde kapitaal vele malen vaker uit dan een gezonde bedrijfsvoering rechtvaardigde.

Het is leerzaam, dat nu de Europese kredietcrisis langzaam maar zeker de gehele economie in toenemende mate verlamt, de HRA door heel politiek Nederland als het blok aan het been wordt herkend dat het geworden is. Vanuit economisch standpunt is het daarom maar goed dat er nu een tamelijk rechts kabinet zit, zodat het debat komend voorjaar niet zal gaan over het principe, maar over het tempo waarin de HRA moet worden afgebouwd. Maar onbevredigend is het wel.

Nog leerzamer is de constatering, dat in de politiek het verschil tussen nadenken en overwegen angstwekkend klein geworden is. Voor er een werkelijk debat is ontstaan waarbij de kwestie op zijn merites wordt beoordeeld, heeft men al bijna het stadium van de overweging bereikt. Nu is het vanuit politiek oogpunt slechts hoogst zelden mogelijk, dat regeringspartijen en oppositie belang hebben bij dezelfde nuanceringen, zodat vrijwel elke poging tot nuancering door de andere politieke zijde wordt uitgemolken als een eerste aanwijzing tot het verkrijgen van het eigen gelijk.

Dit wijst op een zwakte waarheen de politieke meningsvorming is geëvolueerd. Als eenmaal standpunten tot partijpolitiek zijn verheven, is het daarna onmogelijk via een open debat na te denken over de beste aanpak van een specifiek probleem. De noodzakelijke compromisvorming moet in dit verband niet worden verward met een open debat.

Het is een nadeel van de mediacratie waarin we leven. De kleinste uitspraak van een politicus wordt door camera’s en naar primeurs hongerende journalisten vastgelegd, uitvergroot en in groter verband wordt geplaatst. Voor nadenken lijkt steeds minder plaats.

 

Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.