DE WERELD NU

Naar Neurenberg2, met de Fyra desnoods

Complottheoriën zijn voor gekken, dictators en mensen die beter weten. Ongelukkig genoeg weten we steeds beter. Naarmate de eurocrisis Europa, de EU èn ons meer in zijn greep krijgt, des te meer lekt er uit over het complot waar we met zijn allen onwetend van het doel zijn ingelokt. Ondertussen is het punt bereikt dat je wel ziende blind moet zijn om nog langer te kunnen ontkennen wat er gaande is. Of dik en dik betaald door de Eurocraten, natuurlijk. Betaald voor landverraad, want het iets anders noemen gaat niet langer.

Terwijl ik dit zit te schrijven tuimelen de klassieke citaten me door het hoofd – van de uitspraak dat “het verwezenlijken van de idealen van een enkel mens vele duizenden tot de hel veroordeelt”, tot de klassieke Britse uitspraak van E.M. Forster:

If I had to choose between betraying my country, and betraying my friend, I hope I should have the guts to betray my country.

Dat laatste citaat is door een aantal van onze geliefde leiders de afgelopen dertig jaar iets te zeer ter harte genomen. Vandaar de eurocrisis. Onze welvaart is verraden voor een ideaal, dat verstandige mensen met kennis van zaken direct als fictief hadden herkend. Maar politici zijn geen verstandige mensen met kennis van zaken. Politici zijn vooral hoeren, die zozeer pluimen in de reet gestoken hebben gekregen, dat ze denken pauwen te zijn geworden. Pauwen die de academie van Plato denken waard te zijn, om van daaruit te kunnen regeren over de wereld. Pauwen met een vooruitziende blik, waarover de fabel gaat – die De La Fontaine vergat op te schrijven – ter lering ende vermaeck.

Vanwaar deze plotselinge uitval? Gisteren lekte een rapport (pdf) van het IMF uit (Zie daarover ook ons artikel vandaag op DDSFI, ), dat met recht voer voor complottheoristen is. Maar het rapport beschrijft slechts – feitelijk in omfloerste termen – de waanzin die de Griekse bailouts tot gevolg hadden. Erger nog vond ik echter het interview met de Belgische hoogleraar Paul de Grauwe dat vorig jaar in de New York Times verscheen, en ik pas gisteren voor het eerst zag. De Grauwe was voorheen hoogleraar in Leuven, en is thans docerend aan de London School of Economics. De grand old man van de Belgische economen. Deze man is van nature redelijk kritisch, maar van pure afkeer jegens het europroject heeft men hem nooit kunnen betichten. Dat versterkt de ratio van het verhaal dat hij hier vertelt.

In het kort: 20 jaar geleden werden prominente Europese economen uitgenodigd door de EU om te werken aan het realiseren van de euro. Wie te kritisch was, werd niet meer gevraagd, totdat nog slechts gelovigen en idioten (mijn woorden) overbleven.

“The European Commission did invite economists to present their views. It was a Darwinian process. I was invited, but when I expressed my doubts I wasn’t invited anymore. In the end only the enthusiasts were left.”

Het maakt volstrekt en onloochenbaar duidelijk, dat de euro slechts een middel is tot Europese eenwording, en dat de economische ellende die er door veroorzaakt wordt betreurenswaardig is, maar niet meer dan dat. Kortom: iedereen die er het afgelopen jaar aan heeft meegewerkt op Europees niveau, is er minstens even schuldig aan, aan onze huidige economische ellende. Inclusief onze eigen regering. Er zijn geen smoesjes meer, SS’ers die na de oorlog riepen het allemaal nicht gewusst zu haben, zijn betrouwbaarder en hadden mogelijk meer recht van spreken.

Tsja, wat nu? Eerst en vooral moeten we maar hopen dat de verkiezingen voor het EP voldoende overtuigend zijn qua uitslag. Slap hè? Democratische gezindheid is er moeilijk uit te krijgen als je geen Eurocraat bent. Al is het wellicht dienstig al tijdens de verkiezingen eurofiele politici uit te maken voor wat ze zijn: landverraders, landverraders, landverraders.

Want de conclusie die voor mij glashelder is, is dat de leiders voor zover nog in leven dienen te worden berecht, en vervolgens gedeporteerd. In Berlijn staat nog steeds de Spandaugevangenis – laat de Eurocraten daar wegrotten tot ze op natuurlijke wijze de vergetelheid in glijden. Helmut Kohl, Wim Kok, Jacques Delors, inpakken en afvoeren, allemaal. En dan mogen ze van geluk spreken dat we tegenwoordig beschaafder zijn dan in bijvoorbeeld 1672, of 1945 zo u wilt.

Dat Angela Merkel de politieke erfgename van Helmut Kohl is, maakt een en ander wel steeds logischer, zal ik u bekennen.

En die spreekwoordelijke Fyra die ik in de titel aanhaalde? Die staat voor de hindernissen en gevaren die de leden van de EU op weg naar Neurenberg2 bedreigen. Maar naar ik vrees is er niet beter. Moeten we daarom maar van die reis afzien? Naar mijn idee geenszins.

 

 

Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.