DE WERELD NU

Mohammed en de invloed van zijn leer

Mohammed

De invloed van de leer van Mohammed wordt onderschat en is veel groter dan veel mensen denken. Ook bij veel christelijke groeperingen in het Midden Oosten is dit herkenbaar.

De islam is niet alleen een godsdienst, het is ook een cultuur, een manier van leven. De manier van leven van het Midden Oosten wordt door de daar wonende christenen met de moslims gedeeld. De Kopten uit Egypte en de Maronieten in de Libanon leven op gespannen voet met hun moslimburen maar ze zijn even gewelddadig[1] en hun manier van leven lijkt meer op die van hun buren dan op die in de beschaafde wereld. De groepen in Syrië die het regime van Assad steunen zijn voor een deel christelijk en zijn tegenstanders zijn allemaal moslims.

Islam betekent onderwerping, i.e. onderwerping aan Allah. Dit dient letterlijk te worden genomen. De islamiet is de slaaf van Allah, zoals de onderdanen van de Perzische koningen slaven waren in de ogen van de Grieken en geen vrije mensen zoals zij zelf. Symbolisch daarvoor is de houding die de volgelingen van Mohammed aannemen tijdens het gebed: dat is de houding van de onderdaan van Oosterse koningen in de aanwezigheid van zijn heerser.

Allah, de God van de mohammedanen, is in oorsprong de Jahwe uit de bijbel en dus ook de God van de christenen. De Koran beschrijft de leerlingen van Jezus als moslims en noemt hun God Allah.

De islam is van oorsprong geen kerk in de christelijke betekenis. Het is eerder een beweging, een manier van leven en van Godsverering die aan een hele reeks van invloeden onderhevig is geweest[2].

De Grieks Romeinse invloeden zijn daarbij de belangrijkste geweest en bepalen veel van de filosofische en juridische vormgeving van de islam. In het Kalifaat van Bagdad was ook de Perzische invloed aanzienlijk.

Mohammed begon zijn carrière als profeet vrij laat in zijn leven, toen hij al veertig was en een heel leven als rondtrekkend karavaanleider achter de rug had. Hij had visioenen van de Dag des Oordeels die hij beschreef op de manier van de Apocalyps: ‘bekeert U, want ge kent dag noch uur. Er is maar één Machtige van de laatste dag. Hij alleen zal oordelen, zonder helpers, zonder beperking en zonder verantwoording te hoeven afleggen. Van de Almachtige maar Barmhartige God is iedereen afhankelijk; aan Hem dienen we ons te onderwerpen’.

Anders dan joden en vroege christenen ziet Mohammed geen Godsrijk van de Messias hier op aarde. Het koninkrijk dat komt plaatst hij in het Paradijs. Het Oude Testament is zijn belangrijkste inspiratiebron. Hij beschouwt zich zelf als de laatste in lijn van de profeten van Israël, en Johannes de Doper en Jezus van Nazareth als zijn laatste voorgangers.

Het succes van zijn prediking was in zijn geboortestad Mekka niet groot en Mohammed vertrok daarom naar Yathrib, een noordelijker plaats waar veel mensen van Zuid-Arabische afkomst en ook een substantiële kolonie van Joden woonden. Die verhuizing of Hijra geldt als een belangrijk keerpunt in de Islam. Yathrib werd door zijn latere volgelingen omgedoopt in Medina, wat stad van de profeet betekent. Twee derden van de Koran ontstond in Medina.

Het derde gedeelte dat vóór de Hijra werd geconcipieerd spreekt mensen uit het Westen het meeste aan. Zijn aandacht is dan nog volledig op de godsdienst gericht en zijn inspiratie is profetisch, poëtisch en indrukwekkend.

Mohammed was zijn eigen legeraanvoerder en kadi. Wetgeving en rechtspraak vullen de latere soera’s, waarbij er rekening mee moet worden gehouden dat in de islam net als in het Jodendom wet en theologie in elkaars verlengde liggen.

Jahiliya of barbaars heidendom, was de vijand van de vroege islam en dat heidendom was ten tijde van Mohammed in Arabië  nog ruim voorhanden. De Ka’aba of heilige steen in Mekka was altijd een voorwerp van heidense verering geweest, maar werd door Mohammed omgevormd tot een islamitisch heiligdom. Een pelgrimage naar de steen(hadj) werd een van de vijf grondslagen van de latere islam. De andere vier zijn geloof in God[3] en erkenning van de profeet Mohammed, dagelijks gebed met bijbehorend ritueel, het geven van aalmoezen en tenslotte de Ramadan, de jaarlijkse vastenperiode. Het geven van aalmoezen aan de armen werd op den duur een godsdienstige belasting, maar de overige steunpilaren zijn vrijwel onveranderd in stand gebleven. Daarbij is de pelgrimage naar de heilige steen in de tegenwoordige tijd met zijn comfortabele reismogelijkheden wel heel iets anders dan het in de eerste eeuwen van de islam geweest moet zijn.

De islam is een systeem dat op zich zelf staat en dat moeilijk van buitenaf beoordeeld kan worden. Men kan niet alle moorden en gruweldaden die in haar naam worden gepleegd aan het geloof toe rekenen. De wereld zoals Mohammed die aantrof in Arabië was gruwelijk en moorddadig en de islam heeft in Arabië en ook daarbuiten een tijdlang  een belangrijke beschavende invloed gehad.

Nadat dit gezegd is ontkomt men toch niet aan de constatering dat overal in de wereld waar tegenwoordig de islam voorkomt naast andere godsdiensten en beschavingen, de agressie en de criminaliteit overwegend aan de islamitische kant worden aangetroffen. De islam heeft dan wel een beschavende invloed op de wereld gehad, maar toch minder dan andere belangrijke godsdiensten.

Toen na Karel de Grote West-Europa een tijdlang ten onder dreigde te gaan onder de aanvallen van Noormannen en Hongaren, bestond het restant van de beschaving hier een tijdlang uit een paar kloosters die aan de overvallen ontsnapt waren. Voor het overige verviel de hele regio tot woestenij.

Dat duurde tot ergens in de tweede helft van de tiende eeuw, toen er een ommekeer kwam. De invallen van de Noormannen hielden op, niet in de laatste plaats doordat een aantal roverhoofdlieden tot graaf of hertog werden benoemd met als opdracht andere rovers op afstand te houden.

De tijd na de val van het West Romeinse rijk in de tweede helft van de vijfde eeuw tot aan de tiende eeuw, met een korte onderbreking onder de Karolingers, was een periode van voortgaand verval geweest in West Europa. Rome bestond niet meer als politieke entiteit, maar haar Hellenistische cultuur bleef bestaan, zij het als een pitje dat steeds lager ging branden. De kerk en vooral de kloosters handhaafden zo goed en zo kwaad als dat ging wat er aan beschaving en opvoeding voorhanden was.

De macht was in heel West Europa in handen gekomen van Germaanse minderheden die waar zij dat konden parasiteerden op een Gallisch Romeinse bevolking. Duitsland was voor het merendeel nog woest en werd bewoond door onbeschaafde Germanen. Friezen uit de lage landen onderhielden de handelsbetrekkingen tussen de Oost- en Noordzeelanden, met Engeland en de Zuid Franse Atlantische kust. Een drukke handel bestond ook tussen de Oostzee en de Zwarte zee via de Oekraïne en de Dnjepr. Wat er in West Europa nog aan welvaart was moest in het Zuiden van Frankrijk en aan de Oostkust van Spanje worden gezocht, aan de kusten dus van de Middellandse Zee.

Die welvaart verdween ook daar toen Spanje veroverd werd door de Moren en de Middellandse zee voor christelijke scheepvaart werd gesloten. De Saracenen werden aan deze kant van de Pyreneeën  door Karel Martel tegengehouden en kwamen sindsdien in West Europa niet ver meer uit de buurt van Middellandse Zee. Een tijd lang hielden ze ook een aantal  Alpenpassen bezet.

De militaire overwinning van Karel Martel  had niet alleen positieve gevolgen. West Europa raakte geïsoleerd van de beschaafde wereld. Byzantium was alleen met een grote omweg via Rusland te bereiken. Met de Arabieren bestond een staat van permanente oorlog. De grote welvaart die Spanje genoot van de achtste tot de elfde eeuw ging grotendeels aan West Europa voorbij. De korte Karolingische renaissance had belangrijke gevolgen op lange termijn, maar op korte termijn waren de gevolgen onbetekenend. De invallen van Noormannen en Hongaren waren een gevolg van een afbrokkelend centraal gezag en een toenemend cultureel en bestuurlijk onvermogen bij de latere Karolingers. Pas toen de Noormannen zelf orde op zaken begonnen te stellen in de kuststreken ging het er wat beter. De Vikingen bleken goede leerlingen van vooral de Byzantijnen en de Moren maar in mindere mate ook van de Gallo-Romeinen, of wat daar in Frankrijk nog van over was.

In de elfde eeuw ontstond de kruistochtenbeweging als tegenhanger van de islamitische jihad. In de twaalfde werden de eerste kathedralen gebouwd en de eerste handgeschreven boeken gemaakt die we nu nog in de musea kunnen bewonderen. In twee honderd jaar ging West Europa van praktisch niets naar een fascinerend hoogtepunt van beschaving: de Hoge Middeleeuwen. Dat was een volkomen nieuwe beschaving, die in weinig leek op wat er in de Romeinse tijd was geweest. Wat het onder meer zo boeiend  maakt is dat wij met die middeleeuwse beschaving in de tegenwoordige tijd zo veel minder affiniteit hebben dan met de klassieke Griekse beschaving die eraan vooraf ging.  De Middeleeuwen zijn voorbij en voor ons is het nu een terra incognita. Waar kwam zij vandaan, die beschaving en hoe heeft zij in de Renaissance zo compleet weer kunnen verdwijnen[4]? Wanneer we die vraag kunnen beantwoorden zal misschien ook ons begrip voor de moslimwereld toenemen.

Het is waarschijnlijk dat wat we hier tot 1400  hadden in West Europa een uitloper was van de islambeschaving, ongeveer zoals het Oost Europa uit de communistische tijd een aanhangsel was van de Amerikaanse en West Europese beschaving. Zoals Stalin de geschiedenis vervalste en nieuwe ontwikkelingen presenteerde als eigen vindingen, zo hield de christelijke kerk de invloed van de Dar al Islam uit de boeken. Voor filosofie en wetenschap is die gang van zaken intussen wel komen vast te staan. Maar ook het vervaardigen van de bijbels en urenboeken hebben we afgekeken van de makers van korans uit Spanje en de gotische kathedralen hebben we leren bouwen door te kijken naar de bouw van de grote caravan serails uit het Midden Oosten. We zijn polders gaan droogmalen met windmolens die we via Spanje van de Arabieren hebben afgekeken. Arabieren gebruikten de molens voor de bevloeiing in de landbouw, wij voor het droogmalen van de moerassen. Riddertoernooien zijn gekopieerd van Arabische voorbeelden. De kleding van de Europese nonnen was die van beschaafde vrouwen uit het Midden Oosten[5]. De Arabische achterstelling van vrouwen en discriminatie van homo’s hadden we hier een halve eeuw geleden nog volop en dat stamt niet uit de Griekse oudheid, want daar waren homo’s heel gewoon. Wat we hier in de Hoge Middeleeuwen hadden was een culturele kolonisatie door de islam. Ongeveer zoals Afrika, Zuid Amerika, Australië en Azië tegenwoordig de Europese beschaving hebben overgenomen. Vandaar dat die ook weer zo gemakkelijk kon verdwijnen, toen we via de Renaissance de draad van de oude westerse beschaving weer hebben opgevat, die ons kennelijk meer in de genen zit.

We leven  in een postchristelijke tijd. Niet het christendom, maar het humanisme bepaalt onze ethische en culturele waarden. De waarde van het mensenleven, de grondrechten, de gelijkheid tussen de mensen, de democratie, zij vormen de kern van het humanisme.

Humanisme is geen godsdienst, het is een ideologie. Omdat een aantal humanistische “geloofspunten” betrekking hebben op de aard van de mens komen ze gemakkelijk  in strijd met de erkende godsdiensten maar humanistische overtuigingen stroken toch ook niet in alle opzichten met hetgeen op grond van wetenschappelijk onderzoek over de aard van de mens bekend is geworden.

Een van de punten waarop het humanisme strijdt met het christendom  en wetenschap is de stelling dat de mens van nature goed is en dat slechtheid alleen een gevolg is  van een verkeerde opvoeding.

Het christendom leert dat de mens van nature, n.l. als gevolg van de zondeval van Adam en Eva slecht is en alleen door een cultureel proces, de inwerking van de genade Gods, van zijn slechtheid is af te brengen.

Kant, de Verlichtingsfilosoof, maakte terecht een onderscheid tussen de twee categorieën “Sein” en “Sollen”. Met het eerste bedoelde hij al datgene dat samenhangt met waarneembare feiten en alles wat daaruit kan worden afgeleid. Met het tweede al hetgeen wij op grond van geloof of voorkeur juist achten in morele zin. Veel fouten in filosofie en levensbeschouwing wijt hij aan het maken van onvoldoende onderscheid tussen deze categorieën. Ideologie en geloof en de begrippen goed en slecht horen thuis in de categorie Sollen, wetenschap in de categorie Sein.

De wetenschap kan over morele zaken geen oordeel hebben. Wat zij wel kan is biologische begrippen als agressie, primair of secundair reageren, empathie of een gebrek daaraan voorleggen aan humanisten en christenen. Nagaan of de aanwezigheid van de hiermee samenhangende gedragspatronen door de gelovigen en ideologen als goed of slecht worden gekwalificeerd. Dan blijkt dat ongeremd agressief gedrag, zoals dat veel voorkomt bij jonge mannen door christenen en humanisten als slecht wordt beschouwd en ook, maar duidelijk in mindere mate, door de moslims.

De biologische wetenschap kan dan constateren dat die eigenschappen bepaald worden door de genen en dat, op dit onderdeel van het begrip “slecht” in elk geval, de godsdiensten leerstellig dichter bij de resultaten van de wetenschap staan dan het humanisme.

Remmingen als gevolg van heersende waarden en een behoorlijke opvoeding kunnen het natuurlijk gedrag van mensen op dit punt beheersen. Langs die weg worden ook jonge mannen in een moderne samenleving inpasbaar.

De leerstelling dat mensen van nature goed zijn dient in dit licht op zijn kop te worden gezet. Slecht gedrag is niet in strijd met de menselijke natuur en individuele correctie van onwenselijk gedrag kan nodig zijn,  zoals ook de aanpassing van een samenleving waarin crimineel gedrag een te belangrijke rol speelt.

De inspanningen die het christendom zich heeft getroost om agressie en andere vormen van ‘biologische slechtheid’ uit te bannen, hebben in de Dar al Islam niet op dezelfde manier plaats gevonden. De islam bleek een grote vooruitgang op het heidendom maar ethisch blijft de leer achter bij die van Jezus van Nazareth. De ethiek van Jezus was trouwens ook voor veel Latijnse christenen te hoog gegrepen. De gewelddadige wereld waarin zij terecht kwamen door de aftakeling van het Romeinse rijk maakte die leer tot een luxe, die men zich alleen op Zon- en feestdagen kon veroorloven: de godsvrede.

In Byzantium bleef men meer dan in de Latijnse christenheid het geweld zien als een ultimum remedium. In het onbeschaafde westen en in de Dar al Islam speelde geweld en bedreiging met geweld een rol die met de leer van Jezus niet in overeenstemming is te brengen. Pas na de Verlichting, in het moderne humanisme ziet men een terugkeer naar de uitbanning van het geweld, op de manier waarop die in de Bergrede werd gepreekt. De moderne post christelijke samenleving met zijn zorg voor de medemens en het milieu is in dat opzicht christelijker dan de Middeleeuwen.


  1. De Maronieten zijn de Libanezen die de vluchtelingen kampen Sabra en Shatila hebben uitgemoord.
  2. Belangrijk onderzoek naar de bronnen van de Islam is in de negentiende eeuw gedaan door Snouck Hurgronje in Nederland en Noeldeke in Duitsland. Ook Goldziher, een Joodse geleerde uit Hongarije, heeft belangrijk werk op het terrein van de Islamwetenschap gepubliceerd in de tweede helft van de negentiende en de eerste jaren van de twintigste eeuw. Het werk van Goldziher is zo interessant omdat hij afkomstig was uit een milieu van orthodoxe Joden waar veel meer spontaan begrip bestaat voor de Islam dan in de rationele neo-Christelijke traditie waar Snoeck en Noeldike uit voortkwamen.
  3. De naam Allah dateert van voor Mohammed en hoorde oorspronkelijk toe aan een heidense Arabische oppergod. Maar Mohammed bedoelde wel degelijk de God van Joden en Christenen toen hij de naam Allah gebruikte.
  4. Ik ben ooit eens binnen gestapt bij een universitair Instituut voor de Middeleeuwen dat we toen nog hadden, ergens op de Herengracht in Amsterdam en heb een van de aanwezige geleerden gevraagd mij een antwoord te geven op die vraag. Dat antwoord kwam niet. Eerlijk gezegd geloof ik niet dat de geleerde het met me eens was dat er hier van een probleem sprake was. Iets is er toch en het komt altijd wel ergens vandaan en dan verdwijnt het weer. Zoiets zei hij tegen me en het is me niet gelukt om echt met hem in gesprek te komen over het onderwerp.
  5. Wie in zijn katholieke jeugd de nonnen nog heeft meegemaakt in hun oorspronkelijke klederdracht zal een schok van herkenning hebben gehad toen eind vorige eeuw opnieuw de kleding uit het Midden Oosten in de Hollandse straten verscheen.

Dit essay verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp

3 reacties

  1. BegrensEuropa! schreef:

    Dit is in vele opzichten een sterk positief gekleurde weergave van de wisselwerking tussen de islam en het Westen dan wel Christendom. Er kunnen dan ook heel wat kritische kanttekeningen bij geplaatst worden. Aan het eind plaatst dhr. Kasdorp toch nog een paar kritische noten: “De islam bleek een grote vooruitgang op het heidendom maar ethisch blijft de leer achter bij die van Jezus van Nazareth. ” Of “In de elfde eeuw ontstond de kruistochtenbeweging als tegenhanger van de islamitische jihad.” Kasdorp schrijft “Men kan niet alle moorden en gruweldaden die in haar naam worden gepleegd aan het geloof toe rekenen.” Dat zal zo zijn, maar welk deel wel en welk deel niet is onderwerp van debat. En de historische gruwelen zijn van enorme proporties. Will Durant schrijft hierover onder ander: “”The Islamic conquest of India is probably the bloodiest story in history.” Koenraad Elst heeft de omvang van de gruwelen, althans voor India, in kaart gebracht. Google en huiver.

  2. Cool Pete schreef:

    @Begrens Europa : helemaal mee eens.
    De geschiedenes toont de islam volledig als veroverings-leer.
    Het is dan ook geen “godsdienst”, maar inhoudelijk, een gewelddadige leer,
    in elk aspekt.
    Jihad + sharia +wereld-kalifaat.

    Op de historicus W. Durant, en de bloedigste periode in de geschiedenis :
    de verovering van het Indiase continent, 12e – 16e eeuw,
    heb ik ook vaak gewezen.

  3. Mike Brandenburg schreef:

    Er zijn inderdaad vele kanttekeningen te plaatsen, inderdaad de kledij van de nonnen is gebaseerd op het Midden Oosten, maar dan wel zoals die al bestond voor de islam, daarnaast had ook mogen worden verwezen dat die buwkunsten afgekeken van het Midden-Oosten het werk was van Byzantijnen die geweldige bouwkiunst van de moslims, is gewoon overgenomen van de byzantijnen, de moskee vertoont dan ook gigantisch veel overeenkomsten met de oude Byzantijnse kerken, dat die bouwkunst sinds de ondergang van die Byzantijnse kerken niet is geevolueerd zegt eigenlijk alles. er zijn nog vele kanttekeningen meer te maken, maar zo rooskleurig als het in dit artikel is geschetst is de werkelijkheid bij lange na niet.