DE WERELD NU

Minder bekend slecht nieuws voor de euro

Soms kom je in je archief zaken tegen waarover je nog schrijven wilde, maar die bleven liggen. Zoals over de Spaanse bailout, en de heersende mening in Zweden over de euro. ‘Vermaak’ voor een zondag waarop blijkt, dat men schaatsen te gevaarlijk vindt voor u. En het gaat nog sneeuwen ook! Blijf binnen, stook de kachel nog eens op en gaat u er eens rustig voor zitten.

Spanje
Om met onze oude bekende Spanje te beginnen: het land heeft nog steeds geen bailout aangevraagd. De rente op de 10-jarige staatsleningen zakt naar lang niet geziene diepten, zodat er geen directe noodzaak lijkt te zijn voor een bailout. En dat is maar goed ook, want vóór half maart hoeft Spanje ook niet aan te kloppen in Brussel, want dat zou de EU niet zo goed uitkomen. Zodat je je afvraagt of de rente niet door een paar belanghebbenden – eveneens in het bezit van de Europese verkiezingenagenda – laag gehouden wordt. Ook speelt een rol dat de Spaanse overheid de sociale fondsen heeft verplicht inkomende premies nog vrijwel alleen in Spaanse obligaties te beleggen – en die fondsen schijnen nu bijna blut te zijn. De wereldeconomie geeft weinig aanleiding verbetering te verwachten in de Spaanse situatie: de Eurozone wordt een krimp van 0,1% voorspeld in 2013. Maar Duitsland gaat weer groeien, dus…

Ten eerste zijn daar vandaag de verkiezingen in de Duitse deelstaat Nedersaksen. Zes miljoen mensen zullen vermoedelijk de CDU opnieuw de grootste maken in die deelstaat, maar tevens de FDP vèr onder de kiesdrempel duwen. Dat zal de onrust in de laatste maanden van deze termijn van Angela Merkel weinig goed doen, in september staan immers Bondsdagverkiezingen op het programma, en de FDP heeft wat meer profiel nodig om het electoraat er van te doordringen at de partij een nuttige (* kuch *) functie vervult in Berlijn.

Een tweede hobbel die de gemoederen in Brussel in de hoogste staat van opwinding zou kunnen brengen is de Italiaanse krachtmeting tussen Monti, Berlusconi en Bersani (Democratisch Links) eind februari. Hoewel Monti en Bersani een verstandhouding schijnen te hebben ontwikkeld, elkaar niet al te hard aan te vallen, zal het Monti blijken die in de problemen zit. Deze technocraat die het afgelopen jaar Italiaans premier was, heeft zich min of meer verbonden aan een paar centrumpartijen, al is hijzelf geen kandidaat (want senator voor het leven). Het levensgrote risico dat deze partijen klappen zullen krijgen vanwege de impopulariteit van de ex-premier, alsmede de grote kans dat het anti-Monti-kamp de meerderheid in de Italiaanse senaat zal halen, wijzen in de richting van gouvernementele instabiliteit in Italië voor minstens de komende twee jaar. Ferme stappen in Brussel zal de komende Italiaanse premier kunnen missen als kiespijn – wie het ook wordt, wat die stappen ook zijn.

Vóór er een nieuwe Italiaanse regering is gevormd (ondanks de grote tegenstellingen is dat daar meestal veel sneller dan bij ons) hoeft de Spaanse premier Rajoy in ieder geval niet aan te komen met een verzoek om geld. Mocht voor eind maart de Spaanse rente weer op gaan lopen – bijvoorbeeld door een erg slecht resultaat voor de CDU vandaag – dan zal de ECB het dreigement haar opkoopprogramma OMT in te zetten waar moeten maken. En dat kan weer problemen geven met het Duitse Constitutionele Hof in Karlsruhe, dat nu al fronsend kijkt naar de juridische basis van dat OMT.

Echt slecht nieuws voor Spanje is het bericht van afgelopen vrijdag, dat het aantal non-performing loans  van Spaanse banken is gestegen tot een recordhoogte van 11,38% (Griekenland hors concours, vanzelfsprekend!). Het totale bedrag van oninbare leningen die in Spanje uitstaan is daarmee in november gestegen tot 191,2 miljard euro. Hand in hand daarmee is het nauwelijks verbazingwekkend dat de kredietverlening diezelfde maand met 6% kromp. Aangezien uit kredietverlening uiteindelijk economisch herstel zal moeten komen, is de situatie van het land nog steeds uiterst wankel.

Zweden
Aangezien Zweden niet in de Eurozone zit, horen we vanuit dat land maar weinig over de Zweedse opinie over het euro-experiment. En mijn Zweeds is tamelijk beperkt. Behalve dat minister van Financiën Borgen geregeld laat weten niets te zien in de Europese Bankenunie – waar naar het zich laat aanzien Zweden niet aan zal gaan deelnemen – horen we weinig. Echter, Zweden moet steeds minder hebben van de euro. Bij de toetreding van Zweden tot de EU heeft het land een verdrag ondertekend dat verplicht tot toetreding tot de Eurozone. En de Eurocraten waren daar al zo blij mee, dat er geen datum is vermeld. Zodat Zweden tot nog toe geen enkele belangstelling heeft getoond voor toetreding tot de Zone.

Die Zweedse afstandelijkheid gaat een stukje verder dan gezond verstand van regering en parlement: het is vooral de bevolking die niets van de euro hebben moet. De toetreding tot de EU werd in een referendum in 1995 vrij krap gehaald met 52,3% voorstanders, maar een poging in 2003 via een referendum de euro in te voeren werd afgestraft met een tegenstem van 55,9%, en slechts 42% vóór. Zweden heeft sinds 1995 maandelijks gepeild hoe de bevolking over de euro dacht, en afgelopen november werd een recorddiepte bereikt: 82,3% van de Zweden gaf aan in een referendum tegen toetreding te zullen stemmen, slechts 9,6% was voor en 8% wist het niet.

Dàt zijn cijfers! Zelfs ten tijde van de crisis van 2009, die in Zweden erg hard toesloeg, overtrof het aantal voorstanders van aansluiting bij de toen sterker lijkende Eurozone de tegenstanders nauwelijks.

Het lidmaatschap van de EU is zelfs niet langer onomstreden. Ook in november, was nog maar 45% voorstander, 26% was tegen en maar liefst 29% kon niet besluiten.

Het heeft er alles van weg dat de stemming in heel Scandinavië ten opzichte van de euro er een van wantrouwen blijft. Bovendien is het voor de Zweedse bevolking heel makkelijk op de hoogte te blijven van de perikelen rond de Europese munt. Niet alleen doordat buurland en Eurozone-lid Finland uiterst kritisch is over het reilen en zeilen van de Eurozone, maar ook doordat via de media van de Zweedse minderheid in Finland (circa 10%) de berichtgeving uit de eerste hand doorsijpelt. 82,3% tegenstanders is in een peiling echt een enorm percentage. Het staat gelijk aan een categorisch nee, iets dat op korte en middellange termijn niet ter sprake gebracht hoeft te worden. Aansluiting bij de Bankenunie zal hierdoor in Zweden niet populairder zijn.

Het is me wat met die democratie. Zo storend voor een rustig Eurocratisch bestuur.

 

 

Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.