DE WERELD NU

Migratiesmoesjes – uitvergroot, maar beperkt succes

migratiesmoesjes

Tot de geijkte migratiesmoesjes door voorstanders behoren verhalen over succesvolle migranten in het verleden. In hoeverre kloppen die eigenlijk?

Voorstanders van immigratie roemen vaak de Vlamingen die zich vanaf eind 16e eeuw in Leiden vestigden en in de lakenindustrie een bijdrage zouden hebben geleverd aan de welvaart van die stad. Ze beweren eigenlijk dat het werken in een succesvolle bedrijfstak hetzelfde zou zijn als zelf succesvol zijn. Dat is natuurlijk niet waar.

En anders dan soms wordt beweerd: die nieuwkomers waren ook niet de brengers van welvaart: De immigranten die eind 16e eeuw vanuit Vlaanderen naar Leiden kwamen, troffen een welvarende stad: de lakenproductie was door specialisatie en het opdelen in halffabricaten als eerste in Europa ‘geïndustrialiseerd’ en bij de Hanze genoot men een monopoliepositie. Geen wonder dat de stad Leiden geld genoeg had om gelijktijdig twee grote kerken te bouwen..

Zuid-Vlaanderen
Als de perikelen rond de zogenaamde 80-jarige oorlog beginnen in Zuid-Vlaanderen vlucht een deel van de protestants geworden bevolking alle kanten op, zoals naar Engeland, Duitsland en Nederland. Tussen 1572 en 1630 zouden 100.000 tot 150.000 Vlamingen naar ons land zijn gevlucht. Nederland had toen twee miljoen inwoners.

Leiden
En zo arriveerden eenvoudige textielarbeiders en bijdehante textielkooplui in Leiden, waar in 1581 liefst 67% van de inwoners van elders is. Uit Hondschote –  waar na de plundering door Anjou’s troepen van de 4.000 huizen er nog 200 bewoonbaar zijn – vertrekt in 1582 zelfs de hele bevolking, waaronder meer dan 700 lakenwevers, naar Leiden. Overigens woonden eind 14e eeuw al 28 Vlaamse wevers gezinnen in Leiden, dus wellicht ging het ook om een soort keten-migratie. De Gouden Eeuw was begonnen en iedereen kon fijn aan de slag. Maar, erg aangenaam was het leven toen niet:

Woorden schieten tekort
Die Vlamingen worden vaak ten voorbeeld gesteld als geslaagde immigranten. Naar mijn mening is dat een misvatting en soms ook wel opzettelijke misleiding. En wat zijn trouwens de criteria voor ‘geslaagd’?

Het is heel raar dat de Nederlandse taal die volgens Van Dale bijna een kwart miljoen woorden telt, waarvan de gemiddelde Nederlander er ongeveer 10.000 kent, onvoldoende vocabulaire heeft om migratie te beschrijven.

Verhuizen
Ten eerste gaat het hier in casu niet om immigranten zoals nieuwkomers uit Aziatische of Afrikaanse landen, met andere taal, cultuur, godsdienst en een hier te lande nutteloze beroepsopleiding: Die Vlamingen waren afkomstig uit eenzelfde staatsrechtelijke entiteit, spraken dezelfde taal, hadden een verwante cultuur, zagen er hetzelfde uit als de Hollanders en waren van huis uit textielarbeiders. Dat zijn dus geen immigranten, maar gewoon mensen die binnen hetzelfde cultuurgebied verhuizen naar 300 km verderop. En daar doet niets aan af dat hun politieke en godsdienstige mening niet langer gepast waren in Zuid-Vlaanderen. Kortom de vergelijking tussen immigranten van andere continenten en deze Vlamingen gaat mank omdat die Vlamingen niet emigreerden doch verhuisden.

Ongeschoolde arbeid
Ten tweede: Waren die Vlaamse textielarbeiders succesvol? Ook hier ontbreekt het vocabulaire. Een voorbeeld: een paar jaar geleden werd in Amsterdam een infosessie gehouden met succesvolle jonge immigranten. Maar wat zagen we? Jongens die een baan hadden bij de uitgifte balie van de McDonalds. In onze taal ontbreekt een woord dat ligt tussen succesvol en mislukt. We hebben geen woord voor een vlijtige straatveger die 40 jaar in het onderhoud van zijn gezin voorziet. En dus worden migranten met een dito vlakke ‘carrière’ ten onrechte gelabeld als succesvol; en dat is pure misleiding.

Ten derde: evenmin dient succesvolle immigratie alleen te worden afgemeten aan de persoonlijke economische groei, en de opbrengst voor de maatschappij, maar ook aan de participatie, hetgeen uiteraard mede afhankelijk is van iemands karakter en potentieel.

Opruiing
In die textiel business in Leiden waren ook ambitieuze zakenlui actief van wie Pieter de la Court jr., de sponsor en ghostwriter van Johan de Witt de bekendste is. Is dat politiek activisme prijzenswaardig? Wellicht wel als men (tweede generatie) ‘verhuisde’ is; maar wat als men een echte immigrant is en structuren in het ontvangende land wil veranderen in de richting van die van je thuisland? Ben je dan een goede of slechte immigrant? Ben je dan een rolmodel.? Het doet denken aan de activiteiten van bijvoorbeeld Bakoenin en Marx in België in de 19e eeuw. Die moesten wèl hun koffers pakken.

En wat moeten we denken van de bemoeienissen van De la Court jr. met de organisatie van de lakenindustrie zodat de bij ons gebruikelijke arbeidsstructuren opzij werden gezet en thuiswevers veranderden van een soort uitgebuite zzp’ers in een soort loonslaven, die ook hun kleine kinderen meer dan full time moesten laten meewerken? Ben je dan een succesvolle migrant? Ben je dan een voorbeeld van succesvolle migratie?

Vroedschap
In de Hollandse steden was in die tijd het lidmaatschap van de Vroedschap (soort coöpterende gemeenteraad) een belangrijk statussymbool. Kort gezegd: die Vroedschap was alleen toegankelijk voor Regentenfamilies, en voor de rijke burgerij als die huwden met een regentendochter of -zoon. Dat lukte pas het achterkleinkind van De la Court sr. in 1755. Een andere ‘Vlaming’ de oorspronkelijk Hollandse Van Alphen deed het 3 x sneller: het duurde slechts 42 jaar voor diens zoon zich had ingetrouwd en lid werd van de Vroedschap.

Overigens werden die rijke Vlaamse lakenreders wel gevraagd voor bijvoorbeeld het bestuur van het weeshuis of het oudemannenhuis. Maar dat was een ereambt waarvoor men regelmatig diep in de buidel moest tasten als er nieuwe spullen moesten worden aangeschaft; die rijke buitenstaanders werden dus vooral gevraagd teneinde de kosten voor de andere regenten te verminderen. Kortom het duurde minimaal een halve eeuw voor men er echt bij hoorde; is men dan een succesvolle immigrant?

Samenvattend
De Vlamingen die eind 16e eeuw 300 km verderop in Leiden gingen wonen waren geen immigranten doch gewoon landgenoten; weven is een nogal basaal beroep en slecht betaald; aanverwante werkzaamheden zoals het vollen zijn ronduit smerig. Men staat op de laagste sporten van de maatschappelijke ladder. Als vanaf 1675 de afzet van Leidse lappen instort vertrekken de werkloze Vlaamse nazaten successievelijk.

Pilgrim fathers
Dus: die Vlaamse wevers waren anders dan men ons vaak op de mouw wil spelden bepaald geen succesvolle immigranten, maar ze deden het in Leiden wel ietsje beter dan de faliekant mislukte Pilgrim Fathers.


Dit artikel verscheen eerder op Polderland.

Nicolette Geveke is correspondent EU/Brussel voor Veren of Lood.

7 reacties

  1. Tommie schreef:

    Prima stuk.

  2. carthago schreef:

    Mooi artikel ,dank Nicolette.
    In .NL is een immigrant voor de regenten en Msm al geslaagd als hij/ zij met een inburgeringsdiploma slechts buiten de bajes weet te blijven.Dat mag alles kosten ,zelfs een ooit geslaagd algemeen welzijn.

  3. carthago schreef:

    Ezel demagoogelt er weer stokstijf op los .

  4. BegrensEuropa! schreef:

    Mooi stuk. We mogen hopen dat Leo Lucassen meeleest. Geveke beklaagt zich over het gebrek aan nuance tussen de adjectieven ‘succesvol’ en mislukt’ als bepaling bij migranten. Misschien zijn de termen ‘zelfredzaam’, ‘onafhankelijk’ (zoals in ‘economisch onafhankelijk’) en ‘welwillend’ in dit verband van enig nut als tegenstelling tot ‘afhankelijk’ (zoals in uitkeringsafhankelijk) en ‘zcih afzonderend’. Blijft het feit dat succes soms makkelijk wort verdiend (Dschar met zijn ‘fucking’ gouden kalf) of toegeschreven.

  5. BegrensEuropa! schreef:

    @Ezel 6 december 2019 om 16:41 Ik mis de inhoudelijke kritiek. Dat zal toch moeten als je het stuk van mevrouw Geveke als ‘gelul’ wilt kwalificeren. Wat is er precies niet waar? Nou, kom op!

  6. Gerrit Joost schreef:

    Alleen een stukje over Leiden is belicht. Veel rijke niet katholieke Zuiderburen zijn in die tijd naar het Noorden getrokken. In Middelburg streken kooplieden en vele Vlaamse poorters neer, bij Delft kreeg je pottenbakkers, in Leiden de wevers. Ook Amsterdam werd “overstroomt” met kooplieden bouwers en scheepsbouwers. De Sierlijke klokgevels en baroque stijldelen aan en in huizen brachten ze over. Naar mijn idee was het “geslaagd”. Er werd geproduceerd (dus veel verdiend) en goed geïntegreerd, taal was geen probleem. Bovendien hadden ze/we hetzelfde geloof. Als migranten WILLEN integreren dan zijn er mogelijkheden. Ook in de WOI kwamen veel Belgen onze kant op. Het probleem met migratie zit naar mijn idee in de mentaliteit van de migranten en vooral in hun godsdienst. Een hele slechte combi! Wordt in deze tijd nooit wat.

  7. karton schreef:

    Er was ons nog zó beloofd dat ze hoog-opgeleid waren, die “vluchtende” moslim en andere parasieten !