DE WERELD NU

Marokkaanse criminaliteit

Marokkanenprobleem, Marokkaanse straatjongens

Stel dat een meerderheid van de Marokkanen goed geïntegreerd zou zijn, werk had en positief zou staan tegenover hun Nederlandse omgeving, een wensdroom die men bij de PvdA vaak kan horen en die ze zoveel stemmen heeft gekost, dan zou het op de weg van die meerderheid liggen om wat te doen aan de criminele elementen binnen de eigen groepering.

Waarom horen we nooit van een imam die optreedt tegen potenrammers of die ingrijpt als hele schoolklassen antisemitische leuzen roepen? IN kleinere gemeenten waar onvoldoende Marokkanen wonen om er een eigen gemeenschap op na te houden, lukt dat wel. Waarom doen die goedwillende Marokkanen in de grote steden dan en bloc niets of in elk geval niets waarneembaars? Waarom lopen er wel duizenden mee in akelige optochten die steun betuigen aan moordaanslagen en andere misdrijven, zonder dat er vanwege die goedwillende Marokkanen iets tegenover wordt gesteld? Jan Dirk de Jong, promovendus zei er het volgende over:

Het conflict tussen de ‘Marokkaanse’ straatjongens en de rest van de samenleving moet teruggebracht tot normale proporties: ‘Haal het stempel “typisch Marokkaans” eraf. Tegelijkertijd moeten we focussen op de voorkant van het probleem, niet op de achterkant zoals we nu al jaren doen.’ Aan de voorkant bevinden zich de jongens die zich (nog) niet inlaten met criminaliteit, maar wel rondhangen op straat. Degenen aan de achterkant, die crimineel zijn, krijgen momenteel alle aandacht v hulpverleners, politie en justitie. De criminele jongens moeten – volgens – steviger worden aangepakt: ‘Je moet ze in de smiezen houden, snel ingrijpen, snel berechten en écht straffen. Dus niet met een lullig taakstrafje. Het moet duidelijk zijn voor de andere jongens: misdaad loont niet.’

Ik zou misschien eerst de dissertatie zelf moeten lezen voor ik op deze stellingname van De Jong reageer, maar ik heb al zo veel van dat soort beschouwingen gelezen. Het heeft niets met de Marokkaanse cultuur te maken, zegt hij, het is een gevolg van de straatcultuur. In Barcelona, Oslo en in de VS heb je dezelfde problemen met Chilenen, Pakistanen en Koreanen, dus om hier over Marokkanen te spreken gaat niet aan. Zoiets vind ik dan vermoeiend. What’s in a name? That which we call a rose by any other name would smell as sweet.

En inderdaad het gaat niet om een cultuur uit het Rifgebergte of Marrakesh. Het is een cultuur die je overal aantreft waar de islam de overhand heeft, dus ook in Pakistan en in de wijken in Leeds of Oslo, waar Pakistanen in de meerderheid zijn.

Van problemen met Koreanen in de VS is maar heel kort sprake geweest, nl. toen ze net in de VS waren gearriveerd en in de zwarte wijken woonden in de grote steden, omdat dat alles was wat ze konden betalen. Daar werden ze gediscrimineerd en aangevallen en daarom verdedigden ze zich. Zodra ze konden zijn ze vertrokken en de zwarten hebben in hun eigen getto’s intussen al lang weer het geweldsmonopolie. Om die Koreanen met criminele Marokkaanse jongeren in Amsterdam West of met Antillianen in de Bijlmer te vergelijken lijkt me, met permissie, nogal onzin.

Dat de Marokkanen waar De Jong het over heeft in Nederland geboren zijn en een Nederlands paspoort hebben zal wel waar zijn maar het is irrelevant. Het is een identificeerbaar soort jongeren dat crimineel groepsgedrag vertoont en of je ze nu Marokkanen noemt of straatjongens van Noord Afrikaanse afkomst, dat maakt niet uit. Het maakt hooguit een verschil voor de toepasselijke wetgeving en die zouden we kunnen aanpassen.

Voor het overige heeft hij gelijk dat je dat groepsgedrag moet zien te beïnvloeden op punten waar dat het meeste resultaat belooft. Als er wetten in de weg staan en praktische bezwaren bij het veranderen van die wetten dan wordt het een kwestie van prioriteiten stellen . Willen we de burgerlijke vrede houden in dit land of zijn we zo gehecht aan onze wetten dat ook de vrede daar voor wijken moet?

Individuele Marokkanen en Turken verschillen helemaal niet zo veel van Nederlanders. Als ze deel uitmaken van de reguliere Nederlandse gemeenschap, hun school afmaken en een baan hebben waar ze met andere Nederlanders leven of als ze je buur zijn in een gewone Nederlandse wijk, is het percentage prettige en minder prettige buren niet anders dan bij autochtone Nederlanders of onder immigranten uit de buurlanden.

Die mijnheer Van Schijndel uit Utrecht, die vond dat gemeenschappen niet bestaan en we daarom alleen individuen kunnen aankijken op wat ze persoonlijk doen, moet eens even doordenken over wat hij zegt. Hij is een racist als hij meent dat het de genetische aanleg is, waardoor de Marokkanen en de Antillianen zich wat geweld en criminaliteit zo onderscheiden van zijn autochtone Utrechtse buren.

Nu denk ik persoonlijk dat het grotere geweld in zwarte gemeenschappen overal op de wereld te opvallend is om alleen aan culturele factoren toe te schrijven en in die zin ben ik dus ook een racist. Maar het verschil tussen Hindoestanen en Pakistanen, vooral als ze hier bij ons in Europa wonen, is veel te groot om dat aan genetische verschillen te kunnen toeschrijven. Die zijn er domweg niet. Het kan niet anders of hun cultuur en geloof speelt in dat gedrag een rol van betekenis. Dat de criminaliteit in Marokko, of je het nu over Rabat hebt of over het Rifgebergte, kleiner is dan onder Marokkanen in Nederland, wijst erop dat het niet alleen de Marokkaanse cultuur is, maar ook de manier waarop wij daar hier in Nederland op reageren.

Marokkanen en Pakistanen delen een geloof, dat geweld en criminaliteit minder sterk veroordeelt dan het humanisme en het christelijke geloof. In hun thuislanden is de reactie van de overheid op antisociaal gedrag veel directer en harder dan in Nederland. Daarom zie je in het Midden Oosten ook dat, als die overheid het om een of ander reden af laat weten, het oplaaiend geweld meteen in chaos en burgeroorlog ontaardt.

Hier in Nederland en andere Europese landen hebben we islamitische wijken laten ontstaan waarin die verfoeilijke cultuur kon worden voortgezet met behulp van schotelantennes en moskeeën, zonder de sterke repressie die men in de thuislanden van de overheid gewend is. Het optreden van justitie en van de jeugdzorg h.t.l. wordt door de moslims met minachting bekeken. De imams stellen in het Vrijdaggebed het morele verval van de westerse samenleving aan de kaak waardoor ze het vuur van de haat en minachting nog eens extra aanwakkeren.

Er is een opvallend verschil tussen de criminaliteit van Marokkanen en bewoners van de Bijlmer, dat wat gecamoufleerd wordt doordat het percentage geregistreerde misdrijven zo vergelijkbaar is. De criminaliteit van de Marokkanen is veel meer tegen autochtone Nederlanders gericht en die in de Bijlmer betreft veel vaker geweld tegen andere allochtonen. Dat haal ik niet uit de officiële cijfers maar uit mededelingen van politiemensen.

De uitspraak van het OM, dat ze de juwelier uit Deurne en zijn vrouw niet gingen vervolgen, terwijl de twee rovers die het echtpaar hadden willen beroven hun overval niet hadden overleefd, baarde opzien. Tot dan toe had de pers gezwegen over de etniciteit van de twee boeven, maar hun maten die boos waren dat er niet vervolgd werd, hebben duidelijk gemaakt dat het, zoals gewoonlijk, om Noord Afrikanen ging.

Ik denk dat het OM bang was dat het zijn eigen populariteit in de samenleving geen goed zou doen als het dit echtpaar ging vervolgen of tenminste degene van de twee die de ander verdedigd had tegen de overvallers.

Plasman, de advocaat die de vorige keer dat een juwelier zich gewapenderhand verdedigde er voor gezorgd heeft dat de man werd vrijgesproken , sprak op het tien uur journaal zijn verbazing uit over de terughoudendheid van het O.M.. Dat kan er natuurlijk mee te maken hebben dat hij de meest voor de hand liggende raadsman zou zijn geweest, maar op zich had hij wel gelijk toen hij opmerkte dat er hier sprake is van een duidelijke beleidswijziging bij het OM.

De mensen hier hebben genoeg van criminaliteit van de mocro’s en als je ze doodschiet is in de ogen van de gemiddelde Nederlander op voorhand al sprake van gerechtvaardigde zelfverdediging.
Ik denk dat dit geen gunstige ontwikkeling is, omdat het toch een vorm van eigen richting is en eigen richting vloekt met het idee van de rechtsstaat.

De politie en het OM moeten methoden vinden om van overheidswege een eind te maken aan de nationale ramp die de aanwezigheid van criminele Marokkanen voor ons allemaal betekent, zowel voor de Nederlandse slachtoffers als voor hun onschuldige landgenoten, die er op worden aangesproken.

Wie als progressieve Nederlander de strijd wil aangaan met de discriminatie van Marokkanen in ons land zal moeten beginnen met het gedrag uit te bannen dat de discriminatie veroorzaakt. Ik denk dat de juristen van het departement er goed aan zouden doen te onderzoeken wat er nodig is om de wetgeving zo aan te passen dat er effectief tegen groepscriminaliteit kan worden opgetreden. Ik denk daarbij met name aan het uitschakelen van de directe werking van verdragen. Die directe werking zorgt ervoor dat we de regeling van recht en orde in dit land niet langer in eigen hand hebben, terwijl strafrecht en straftoemeting nog altijd bij uitstek een nationale aangelegenheid is. Dat wringt dus. Verder is het een illusie om te menen dat we het probleem op eigen houtje kunnen oplossen, zonder medewerking van de buurlanden.

We zullen er echt alles aan moeten doen om de mensen uit het Midden Oosten en de Maghreb te integreren en verhinderen dat ze op een soort Ottomaanse manier apart blijven leven in ons land. De Schilderswijk in Den Haag is de meest allochtone wijk van het land, meer dan 90 % van de bewoners is van niet-Nederlandse afkomst. Daar kan ook Bos en Lommer niet tegen op en de criminaliteitscijfers zijn er dan ook in proportie hoger dan in de rest van Nederland.

Pauw en Witteman hebben ooit onderzoek gedaan in die wijk en menen dat er tegen de bewoners gediscrimineerd wordt. Ongeveer 90 % van de mensen die in de wijk werden gearresteerd bleken allochtoon en niet westers. Dat vonden ze om te beginnen discriminerend. De arrestaties vonden niet altijd zachtzinnig plaats en ook dat vonden ze discriminerend. Soms bleek de politie de verkeerde te pakken te hebben en dat vonden ze ernstig discriminerend. Het vreemde was vooral dat niemand ze er op attent maakte hoe belachelijk ze waren met hun discriminatie verhaal.

Een wethouder uit Den Haag die het televisie paar had uitgenodigd om zich voor het bestaan van dit soort Haagse misstanden te verdedigen kwam eigenlijk nauwelijks aan het woord. Marokkaanse allochtonen waren vier man en een vrouw sterk in de uitzending aanwezig om uit te leggen hoe de lokale politie zich misdroeg en hoe moeilijk daar mee te leven viel.
Het tafereel deed mij denken aan een artikeltje dat ik een jaar eerder geschreven heb.

In de Volkskrant van 3/4/13 stond een pagina groot artikel van Laila Ezzeroili met daarboven het pasfotootje van een intelligente vrouw met een bijna joods uiterlijk. Ze beklaagde zich in dat artikel over de integratie waaraan zij en degenen met wie zij haar etniciteit deelt, onderworpen worden. Wat haar irriteerde is bijvoorbeeld de voorschool die gratis kinderopvang verschaft en waar men door dwingen en verbieden de Nederlandse cultuur overdraagt op Marokkaanse kinderen. Die kinderen wordt op school voorgehouden dat wat ze thuis leren verkeerd is. Bijvoorbeeld de juf niet aankijken, als die tegen je spreekt. Ze schilderde een Marokkaanse moeder die met een hoofddoekje in de hand klaar staat als de kleuter naar buiten komt. Ze kijkt om en zwaait naar de juf, terwijl de moeder het hoofddoekje omdoet. Wat op school verboden wordt moet van de moeder. Ezzeroili vindt hoofddoekjes voor kleuters belachelijk, maar een verbod vindt ze even belachelijk, vooral als zo’n kind daar het slachtoffer van wordt.

Ze heeft getwijfeld maar had besloten: ze is toch een Marokkaanse. Dat is dan wel niet goed hier in Nederland, maar dat is geen fout van de van de Marokkanen, maar van Nederlanders die discrimineren. Ook wel enigszins van de Marokkanen, die zich een dubbele etniciteit laten opdringen en veel beter resoluut voor de Marokkaanse etniciteit zouden kunnen kiezen en daar trots op zijn. In de publieke opinie worden Marokkanen als ‘foute mensen’ gezien, ongeveer als NSB’ers in de oorlog. Het feit alleen al dat er een Marokkanendebat was geweest in de Kamer liet zien hoe de discriminatie een geaccepteerd verschijnsel is geworden, meende Ezzeroili.

De Kutmarokkaan is niet een gevolg van verwennerij door de moeders maar vooral van mishandeling door Marokkaanse vaders. Dat is intussen wetenschappelijk vastgesteld door collega’s van Diederik Stapel. Toch wordt nog altijd de verwennerij als oorzaak van de criminele vorming van Marokkaanse jongens opgevoerd.

De ‘ontmenselijking’ van Marokkanen is geen gevolg van een doelbewuste campagne maar een gevolg van verkeerd gedrag van zowel Marokkanen als Nederlanders. Alleen Rabbae en Menebhi hadden protest aangetekend tegen het Marokkanendebat. Maar dat zijn ouderen die nog stammen uit een tijd toen racisme nog verwerpelijk gevonden werd.

Marokkanen proberen wel bruggen te slaan naar Nederlanders, maar uit een positie van onderdanigheid. Ze zouden trots moeten zijn op hun etniciteit. Maar tussen de Marokkanen onderling bestaat te veel verschil van opvattingen. Over de homo emancipatie bijvoorbeeld kan met geen mogelijkheid overeenstemming worden bereikt onder Marokkanen.

Tussen Marokkanen en criminaliteit bestaat wel een statistisch maar geen causaal verband, meende Ezzeroili. Zoals de homo’s hun gay pride hebben moeten ook Marokkanen hun pride dag hebben. Die dag gaan haar kinderen niet naar school en doet zij geen vrijwilligerswerk. Daarmee wil ze afstand nemen van het racisme. Ze wil met alle betrokkenen in gesprek raken en haar kinderen inprenten dat ze goed zijn zoals ze zijn: als Marokkanen.

Over dit wanhopige en pagina grote stuk van Ezzeroili, dat ik hier in twee A-viertjes heb samengevat wil ik het volgende kwijt.

In de eerste plaats dat het in voortreffelijk Nederlands was geschreven. Ezzeroili is het levende bewijs dat integratie kan en moet. Haar suggestie dat zij en heel veel andere Marokkanen voorstanders zijn van homo emancipatie en dat daarover een intern debat aan de gang is in de Marokkaanse gemeenschap is een goed voorbeeld van de onjuistheden die men in het stuk aan kan treffen naast een aantal terechte klachten. Wie werkelijk zo over homo’s denkt in Nieuw West als zij, kan het beste haar mond houden. De moeders die hun kleuters hoofddoekjes omdoen zullen haar dit soort Nederlandse opvattingen niet in dank afnemen.

In de tweede plaats is er helemaal geen sprake van een specifieke Marokkaanse etniciteit. Waar we mee te maken hebben in Nieuw West is een Arabische etniciteit. Die is in Marokko en Slotervaart niet veel anders dan in Palestina, Syrië of Irak.

Waar ze gelijk in heeft is haar klacht over de betutteling. Integratie moet resoluut worden afgedwongen en niet met zachte hand. Er moet speciaal op integratie gerichte wetgeving komen die het de moeders met die hoofddoekjes erg onaantrekkelijk maken om hun kleuters in zo’n schizofrene situatie te brengen. Ik denk dan aan het intrekken van uitkeringen, subsidies en andere overheidsfaciliteiten.

Natuurlijk moet kinderen geleerd worden dat ze mensen die tegen ze praten moeten aankijken. In elk geval als ze later hier moeten leven in plaats van in Marokko. Het zijn de Arabische moeders die zich moeten aanpassen en niet de schooljuffrouwen die gewoon hun werk doen. Ik denk dat Ezzeroili zelf wel aangepast is maar zo’n voorbeeld is van iemand die tussen twee werelden zweeft, de Nederlandse en de Arabische. In plaats van kiezen voor een cultuur van geweld en criminaliteit zou ze daar resoluut afscheid van horen te nemen. Het is onzin om daar krampachtig aan vast te houden en uit een soort nostalgie dat ook je kinderen weer aan te doen. We zouden Marokkanen een gemakkelijke gelegenheid moeten geven om Nederlandse namen te adapteren en een Europese identiteit te verwerven. Het zou moeilijk en kostbaar moeten zijn om een Arabische etniciteit te behouden.

Een grondwetswijziging is nodig waarin een rangorde wordt gemaakt tussen de mensenrechten en waarbij de vrijheid van godsdienst op de laatste plaats komt. Ook zou bij wet iedere vorm van godsdienstonderricht waarbij geweld en discriminatie wordt gepropageerd of getolereerd strafbaar moeten worden gemaakt. Een van de straffen zou kunnen zijn een tijdelijke sluiting van gebouwen waarin dat soort diensten worden gehouden of dit soort onderricht gegeven. Bij herhaling zou afbraak van die gebouwen de volgende stap kunnen zijn.

Kiezen voor de Arabische nationaliteit terwijl men in een beschaafd land woont en daar niet toe gedwongen kan worden, is pervers. Het is onvermijdelijk dat, als we dat zouden blijven toestaan, we dan op den duur hier Syrische toestanden zouden krijgen. We kunnen onmogelijk aan de wens van Ezzeroili tegemoet komen om in Nederland twee of meer etniciteiten naast elkaar te laten bestaan. Als we op dat punt zouden toegeven roepen we het toekomstige onheil over hun en onze kinderen af en daarom zou zij daar net zo tegen horen te zijn als iedere andere goed opgevoede Nederlander. Wie werkelijk niet ziet waar de Syrische en eerder al de Algerijnse, Libanese en Libische burgeroorlogen vandaan gekomen zijn, is, zoals men dat vroeger hier zo plastisch uitdrukte, ‘van God los’.

Dat men hier een cultuur bestrijdt die in het Midden Oosten en de Maghreb zo veel ellende veroorzaakt, is geen discriminatie. Discriminatie zou het zijn om iemand op grond van zijn huidskleur of afkomst geen gelegenheid te geven hier te integreren. Discriminatie is het om Arabische jongeren weg te laten komen met een crimineel leven, terwijl men de wet en het strafsysteem zo zou horen aan te passen dat er effectief tegen kan worden opgetreden. Dat die jongeren fout zijn en dat een cultuur fout is, waarin vaders hun kinderen mishandelen en moeders niet tegen hun zoontjes op durven treden, daar kan geen twijfel over bestaan.

Natuurlijk hebben we een debat nodig waar dit soort zaken aan de orde worden gesteld en hopelijk komt daaruit dat de zachte heelmeesters hun congé krijgen en dat er een einde wordt gemaakt aan de verloedering in onze grote steden.

Ezzeroili erkent dat er een statistisch verband bestaat tussen de Arabische etniciteit en geweldspleging en criminaliteit. Maar een statistisch verband is nog geen causaal verband, vindt ze. Inderdaad, ik zou niet weten hoe ik dat causale verband zou moeten definiëren en vervolgens aantonen. Wel weet ik dat overal waar Marokkaanse en Antilliaanse jongeren in groepen aanwezig zijn de criminaliteit catastrofaal toeneemt en dat de samenleving zich dat niet kan permitteren. Als Ezzeroili daar niet mee geïdentificeerd wil worden moet ze niet in Nieuw West gaan wonen of in de Haagse Schilderswijk. Liefst zou ze ook een andere naam moeten aannemen. Ze mag de mijne hebben en als het nodig zou zijn zou ik haar daarvoor adopteren. Want ondanks dat ik het niet met haar verhaal eens ben denk ik dat zij nu net een van die geïntegreerde Marokkanen is die we hier zo graag willen zien. En ik geloof haar graag als ze zegt dat er veel zijn net als zij. Ik geloof alleen niet dat we die en hun kinderen een plezier doen door de Marokkaanse etniciteit in dit land te laten voorbestaan.

Max Pam schreef een paar jaar geleden over de uitspraak van Job Cohen in Vrij Nederland, dat de Marokkanen de joden zouden zijn van nu. Het is duidelijk dat de vroegere burgemeester met zijn uitspraak niemand een plezier heeft gedaan, met name ook de moslims niet, die niet graag met joden worden vergeleken.

Maar ook Max Pam zat die opmerking dwars en in reactie maakte hij allerlei duistere opmerkingen over mensen met de naam Cohen en over de Telegraaf in oorlogstijd. Zoals U wel zult weten waren het Cohen en Asscher die in de bezettingstijd de Joodse Raad hebben geleid en die het door hun collaboratie de Duitsers gemakkelijker hebben gemaakt de Joden af te voeren. Als U het niet weet moet U maar eens bij mij om de hoek op bezoek gaan in de Hollandse Schouwburg of in het Verzetsmuseum tegenover Artis.

Job Cohen is geen directe familie van de Cohen van de Joodse Raad, maar de Amsterdamse vice-premier Bram Asscher stamt af van de Asscher uit de oorlogsjaren. Het is fatsoenlijk om daar geen directe toespelingen op te maken in het publiek en de indirecte toespelingen van Max Pam grensden in mijn ogen al aan het onfatsoenlijke. De Holocaust, de Joodse Raad, de oorlog en de joden, ze horen allemaal tot het taboe complex waar de mensen van af moeten blijven. Gebruik maken van de emoties die het oproept voor politieke doeleinden van de dag, is onfatsoenlijk. Het raakt hetzelfde taboe als het ontkennen van de Holocaust waar iedereen zo overheen valt en dat geldt voor Pam en Cohen allebei. Niet goed.

Het is waar dat het niet altijd een pretje moet wezen om Marokkaan te zijn in Nederland. Er is altijd wel weer een van onze hypes aan de gang waardoor Marokkanen worden gezien als een soort super allochtonen en de schuld krijgen van alles wat er verkeerd loopt in Nederland. Voor geïntegreerde Marokkanen moet dat een ergerlijke ervaring zijn. Maar dat is een reactie op een eerdere en al even onzalige poging om de ogen te sluiten voor alles wat allochtonen misdoen.

Een voorbeeld van dat merkwaardige psychische blindemanspel gaven tien jaar geleden mensen als Gerard Hamer en Eveline Groenendaal, twee advocaten in de moordzaak veertien jaar geleden op het Maria Heinekenplein in Amsterdam.

Ik citeer die twee uit het rechtbankverslag: “Het is te bizar voor woorden dat zelfs de burgemeester de Marokkaanse jongens ten onrechte zo in een hoek heeft gezet. En dat terwijl hoofdofficier Leo de Wit en Cohen, de burgemeester, heel snel hadden kunnen weten dat belangrijke verdachten geen Marokkanen waren. Maar ja, zoals zo vaak hadden de Marokkanen het weer eens gedaan.” Einde citaat.
Wat was het geval? Van de negen jongens, die van de gezamenlijk gepleegde doodslag werden verdacht, blijken er twee een niet Marokkaanse achtergrond te hebben. Een kwam uit het buurland Tunesië en de ander uit het Afrikaanse land Ghana. De zeven ander verdachten waren wel degelijk Marokkaan.

Acht Arabieren en een Ghanees, dat helpt niet echt om vooroordelen uit de weg te ruimen. Ieder normaal mens denkt dan toch, nou dat zijn dus in elk geval zeven Marokkanen dus wat bedoelen ze met “Marokkaanse jongens ten onrechte in een hoek gezet”?

Hamer en Groenendaal zijn advocaten en mogen in het belang van hun cliënten meer zeggen dan normale mensen, maar daar gaat het hier niet om. Is dit nu werkelijk het belang van hun cliënten en van de etnische groep waaruit die afkomstig zijn? Er is toch niemand die beweert dat alle Marokkanen crimineel zijn of dat criminaliteit het monopolie van Marokkanen is? Ook mensen die geen slachtoffer zijn van de lichte hysterie, die Nederland in zijn greep heeft zodra het onderwerp aan de orde komt, weten wel dat Marokkanen bovengemiddeld bij roof en geweldscriminaliteit zijn betrokken. Daar ligt niet eens het grootste probleem dat we met Marokkanen hebben.

Een tijdlang waren het de Surinamers die als groep in de criminele hoek zaten en dat lijkt nu al veel minder te zijn dan een generatie geleden. We mogen daarom misschien hopen dat andere immigranten een soortgelijke ontwikkeling doormaken.

Wat wel een echt probleem is, is dat de verantwoordelijken in de Marokkaanse gemeenschap er weinig tot niets aan doen, maar er de voorkeur aan lijken geven om zich over discriminatie te beklagen. De Surinaamse gemeenschap heeft nooit een geheim gemaakt van haar eigen bezwaren tegen de probleemjongeren, maar de imams hoor je nooit over criminaliteit in eigen kring. Als het gaat om geweld tegen homo’s of joden lijken ze dat eerder aan te moedigen dan te remmen. Marcouch die voorzichtig probeerde vanuit de Marokkaanse gemeenschap wat aan de problemen in Amsterdam West te doen werd daarvoor afgestraft. Hij verloor zijn plaats als politieke leider in de deelraad. Het blijkt dat kritiek op mensen uit de eigen gemeenschap iets verkeerds is en dat ze daar liever wijzen op de splinter in het oog van een ander dan maatregelen te nemen om de balk uit het eigen oog te verwijderen.

Een ander onderdeel van hun en ons probleem is dat derde en vierde generatie in Nederland wonende Noord Afrikanen, zich zelf nog steeds als Marokkanen zien. Nederlanders met Aziatische voorouders, zoals Katja Schuurmans, zijn zo Nederlands als U en ik. Dat sommige van hun voorouders dat niet waren valt niemand meer op. Bij etnische groeperingen die zich afzetten tegen de Nederlandse cultuur ligt dat anders. Het bewust in stand houden van de culturele gewoonten die ook in het land van herkomst al als verouderd gelden, houdt hier de integratie tegen. Veel Marokkanen stellen zich bewust als vreemden aan en worden daarom ook als vreemden behandeld.

Bart Schut, journalist van de VARA-site Joop schreef over het Marokkanen debat dat door 60 Kamerleden was aangevraagd een artikel op zijn site waarvan ik hier de essentie citeer:

Toch ben ik van mening dat politici termen als ‘Marokkanenprobleem’ niet dienen te gebruiken en zeker niet moeten debatteren over hele groepen allochtonen (een rot woord, ik weet het) als een probleem, als waren alle leden ervan potentiële criminelen. Ten eerste omdat het gewoon niet klopt. Het feit dat een groep jonge, mannelijke Marokkanen er een zooitje van maakt, betekent niet dat de overige leden van de dik 350.000 leden tellende Nederlands-Marokkaanse gemeenschap een probleem vormen. Dit lijkt mij zo evident dat ik er verder geen woorden aan vuil wil maken.
Ten tweede is het signaal dat de politiek hiermee zendt op zijn best zinloos en op zijn kwaadst negatief. Zinloos omdat een debat in de Tweede Kamer niets zal veranderen aan het gedrag van ook maar één criminele jongere en negatief omdat de grote meerderheid gezagsgetrouwe, hardwerkende Marokkanen het gevoel kunnen krijgen dat hun gedrag absoluut niet op waarde wordt geschat.”
60% Van de 12-26 jarige Marokkanen is verdachte van een misdrijf. Geen enkele groep recidiveert zo vaak als Marokkanen. Maar liefst 80 procent gaat opnieuw in de fout. De tweede generatie is nog crimineler dan de eerste. Bovendien maken ze zich stelselmatig schuldig aan geweld tegen niet-Marokkanen.

Die cijfers zijn niet mals. En ze komen uit het ‘Jaarrapport Integratie 2012’, van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Uit een bron dus die dit soort feiten het liefst zou verdonkeremanen.
Over de feiten wordt niet getwist. Minimaal 60% van de jeugdige Marokkanen is verdachte van een misdrijf en 80% van die 60 is recidivist. Welk percentage die groep jongeren uitmaakt van de totale groep Marokkanen en hoe het begrip Marokkaan hier wordt gedefinieerd wordt onder de pet gehouden. Maar uit een rapport van de Erasmusuniversiteit waarin de demografische aspecten worden bekeken kunt U afleiden dat de categorie jongeren ongeveer 25% van de totale groep Marokkanen uit maakt. De criminaliteit van andere leeftijdsgroepen blijft buiten beschouwing. Stel die voor het gemak op nul, wat zij natuurlijk niet is. Het aandeel van de Marokkaanse meisjes is aanmerkelijk lager dan van de jongens. Ik heb de cijfers van het SCP niet bij de hand, dus ik weet niet welk begrip ‘verdacht’ hier gebruikt wordt. Politiecijfers zijn gebaseerd op het formulier ‘ter kennis van de politie gekomen’ en dat levert om een aantal redenen onbetrouwbare cijfers op. Enquêtes, hoe onbetrouwbaar ook, zijn op dit punt in het algemeen toch een beter middel dan politiecijfers. Maar wat er ook zij van de foutenmarges die je in acht moet nemen, er is geen twijfel over dat de groep Marokkaanse jongens en jonge mannen in haar geheel als crimineel kan worden bestempeld.

Daarbij praten we dus over minimaal 15% van alle Marokkanen, baby’s en grootmoeders inbegrepen die verdacht wordt van crimineel gedrag. Dat is een massaal probleem, waar duidelijk niet alleen de verdachten zelf maar ook hun omgeving mee te maken heeft. Het is uitgesloten dat als dit gedrag zou worden afgekeurd door alle ‘niet verdachte’ Marokkanen de groep in kwestie ooit zo massaal crimineel had kunnen worden. De normen en waarden van de groep Nederlandse Marokkanen als geheel is wat hier ter discussie staat. Dat Bart Schut daar geen oog voor heeft vind ik onbegrijpelijk. Wanneer criminaliteit een etnisch probleem wordt is er alle reden om ons daar als samenleving mee te gaan bemoeien en de volksvertegenwoordiging is het orgaan bij uitstek waarin de discussie hoort plaats te vinden.

We zouden moeten bekijken of we door veranderingen in het strafrecht, door bijvoorbeeld ouders civiel aansprakelijk te stellen voor het criminele gedrag van hun kinderen, iets zouden kunnen doen aan deze catastrofe. Misschien is het nodig om wijzigingen aan te brengen in de leerplicht, zodat we criminele Marokkanen van onze scholen weg kunnen houden en op tuchtscholen kunnen opvoeden. Zo zouden we goedwillende Marokkanen mogelijk betere kansen kunnen geven. Misschien moeten we het bestaan van criminele wijken in de steden tegen gaan op de manier waarop burgemeester Thomassen van Rotterdam dat ooit wilde doen. Misschien is het nodig om nog andere wetten te wijzigen of verdragen op te zeggen om effectief op te kunnen treden tegen Marokkaanse criminelen. En misschien moeten we dat allemaal maar niet doen omdat het middel erger zou kunnen zijn dan de kwaal. In elk geval is het een onderwerp waarover we de discussie niet uit de weg moeten gaan. En een Kamerdebat, mits goed voorbereid, zou een geschikt middel zijn om de relevante feiten boven water te krijgen en een publiek debat te legitimeren. De gedachte dat het Marokkanen debat politiek incorrect zou zijn is intussen als verouderd te beschouwen. We kunnen ons geen struisvogelpolitiek meer permitteren.


Dit essay verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp

4 reacties

  1. Cynicus schreef:

    Om een lang verhaal kort te maken. Er is gewoon een Marokkanenprobleem in Nederland. De brutale straatcultuur past hier slecht. Veel Nederlanders hebben een hekel aan straatschoffies die lopen te lanterfanten en vaak ook in de criminaliteit terecht komen. Achteraf zou het zoveel beter zijn geweest dat de zogezegde gastarbeiders niet waren gekomen. Er zijn er echt wel heel wart goed terecht gekomen maar een flink deel werd na het vervallen van de lopende band baan snel en soepel aan een uitkering geholpen. Een Nederlandse werkloze durft nog niet eens te dromen van zo’n vorstelijke behandeling.

  2. Cool Pete schreef:

    @kasdorp: een erg uitgebreid artikel, maar achterhaald en oppervlakkig.
    Voor een dieper begrip van dat mohammedanisme, wijs ik u op het artikel op deze site, hieronder, door F. Groenendijk, d.d. 13-5, over het boek van E. Daniels – ‘De kwestie M. een gekaapte godsdienst”.

  3. kasdorp schreef:

    @ Cool Pete: Ik heb niet de indruk dat U het boek van Daniels gelezen heeft. Misschien zoudt U dat toch eens moeten doen.

  4. Cool Pete schreef:

    @kasdorp: ik beweer dat ook niet; maar ga het wel lezen. Daarnaast heb ik al jaren, veel andere boeken over de inhoud, aard, werkwijze en geschiedenis van dat mohammedanisme gelezen.
    Uit uw artikelen blijkt steeds een beperkt, “kultureel”, oppervlakkig begrip van die “leer”;
    vandaar mijn aanmoediging tot verdieping.