DE WERELD NU

Links en Rechts in Dialoog – zonder happy end

Erdal Balci, Israël, Corona, westerse schuld, Brederode, Recensie, Afgrondelijk, depressie

Peter Lambrechts schreef een recensie van het boek Links en Rechts in dialoog, van Sid Lukkassen, die we met genoegen plaatsen.

Peter Lambrechts

Sluipenderwijs is de vrijheid van meningsuiting gekaapt door socialistische intellectuelen en stilletjes is deze vrijheid ingeperkt tot de vrijheid van politiek-correcte meningsuitingen. Het tonen van een cartoon van de profeet Mohammed is in deze uitstekend. Het oproepen om hier terughoudend mee om te gaan wordt veroordeeld. In zijn nieuwe boek Links en Rechts in dialoog laat Sid Lukkassen ons kennismaken met Sujet Shams. Zij geeft aan dat socialistisch Nederland het dragen van een niqaab volop verdedigt en dat tegelijkertijd de kritiek op het dragen van de niqaab wordt geframed als “een kwestie van tolerante multiculturalisten versus intolerante seculieren”.

Het is een uitzonderlijk voorbeeld van een dialoog waarin Sid het in zijn nieuwe boek eens is met zijn uitdager. Het is óók een illustratie van de aanleiding van het boek: de ophef binnen GroenLinks nadat GL-kamerlid Zihni Özdil lachend met Sid op een foto te zien was. Deze vrijheid bleek ongepast en was de opmaat voor zijn gedwongen vertrek uit de Tweede Kamer enkele maanden later. De vrijheid van meningsuiting kent dus hardere grenzen dan haar socialistische verdedigers ons willen doen geloven.

Echte vrijheid van meningsuiting
In die zin toont Sid zich een oprecht verdediger van de vrijheid van meningsuiting. Expliciet daagt hij een keur aan andersdenkenden uit om met hem in gesprek te gaan over de meest uiteenlopende onderwerpen. Zelden ontzien beide partijen elkaar, maar slechts sporadisch wordt de dialoog persoonlijk en onaangenaam. Zo plaagt de Vlaamse filosoof Maarten Boudry Sid met de vraag of Sid nu werkelijk begaan is met de teloorgang van het Verlichtingsideaal in Europa (wat in veel van zijn werken centraal staat) of dat het draait om de toekomst van Europa. Henk-Jan Prosman stelt dat Sid wel de klok heeft horen slaan, maar niet weet waar de klepel hangt. Anton Jäger, tenslotte, begint zijn brief met de constatering dat Sid hem min of meer dwingt tot een standpunt – hoe herkenbaar voor de vaste lezer van Sid’s artikelen en boeken – waaraan hij vervolgens kundig ontkomt.

Het zijn enkele voorbeelden van een breed palet aan dialogen. Niet om het eens te worden of elkaar de maat te nemen, maar om elkaars geest te verrijken. Met behulp van analyses van andere wetenschappers en filosofen, citaten uit elkaars en andermans werk, statistieken, voorbeelden en bespiegelingen gebaseerd op eerdere debatten, leggen de penvoerders elkaar inzichten voor. Of het nu gaat om de redelijkheid van de rede (Peter van Duyvenvoorde), de ruimte en/of beperkingen van de vrijheid (Ronald van Raak), de identiteit als uitvloeisel van onze cognitieve architectuur (Othman el Hammouchi) of een verhandeling over Proust en Kierkegaard (Berend van Daems); in alle gevallen wordt de lezer verrijkt met een dialoog waarin tegengestelde standpunten tot hun recht komen. Dit is omdat ze worden verwoord door de houder van het gedachtegoed zelf en veelal ingaan op de argumentatie van de ander.

Zo komt de liefhebber van Sid’s standpunten volop en veelzijdig aan bod én worden zijn inzichten gespiegeld in het standpunt van anderen met een ander inzicht en gebruikmakend van andere argumenten.

Geen happy end
Films uit Hollywood zweren bij een ‘happy end’. De goede wint, de slechterik verliest en de ruziënde held en heldin vinden elkaar zoals iedereen vanaf het begin aanvoelt. In dit boek niets van dat alles. Er is geen ‘goed’ of ‘fout’ en de duellerende partijen zijn het aan het eind van hun briefwisseling niet eens. Door deze opzet worden de verschillen duidelijker en de kracht van de argumenten komt beter tot zijn recht. Deze kwaliteit blijkt onder meer uit de briefwisseling met Jan Cornillie (Socialistische Partij Anders in België) waarin verschillende brieven de argumenten uiteenzetten omtrent de zorgen rond de immigratie van niet-westerse vluchtelingen. Zowel via statistieken, citaten van wetenschappers, feiten, politieke besluiten en persoonlijke ervaringen wordt dit onderwerp belicht.

Ook in de briefwisseling met Maarten Boudry komt deze kwaliteit naar voren en nu gericht op de toekomst van de Verlichting. Enerzijds stelt Boudry dat de islam (net als het christendom) wel voorbij wíl gaan aan de invloeden van de Verlichting, maar hier niet aan voorbij kán gaan. Anderzijds stelt Lukkassen dat het Westen juist zal zwichten; zij zaagt zelf aan de wortels van het Verlichtingsdenken door begrip op te brengen voor culturen waarin dit Verlichtingsdenken van oudsher geen enkele plaats heeft. Met de insteek “terwijl westerse intellectuelen zich verliezen in oeverloze antiwesterse zelfkastijding over onze onvergeeflijke en unieke koloniale erfzonden, maakt de rest van de wereld rasse schreden in de vaart der volkeren, dankzij de import van de westerse ideeën en praktijken” geeft Boudry aan exact te snappen waar Lukkassen heen wil. Het verschil – met alle argumenten, statistieken en feiten – zit in het vertrouwen dat de balans de ene of de ander kant op zal vallen. Het verschil in vertrouwen op dat punt is de rode draad door vrijwel alle brieven. En dit verschil wordt dankzij deze brieven helder en ongecensureerd in beeld gebracht.

Vervolgopdracht
Tegelijkertijd is er nog een gebrek aan een ‘happy end’: het aantal mensen dat bereid is om met Sid in gesprek te gaan, en ook nog de inhoudelijke kwaliteit heeft om deze discussie het benodigde hoge niveau te geven, is namelijk beperkt. Behalve bij Cornillie, Boudry en Van Duyvenvoorde zijn alle briefwisselingen beperkt tot 1 brief aan Lukkassen en hoewel ook deze dialogen een goed tot behoorlijk goed inzicht geven in de verschillende argumenten, mist hier de verdieping. Die zou bij meerdere brieven beter tot stand kunnen komen.

Het valt ook op dat buiten Ronald van Raak, geen enkele Nederlandse politicus of filosoof met een ‘links’ signatuur de handschoen van Lukkassen heeft opgepakt. Nu is Lukkassen niet de makkelijkste om mee te debatteren, maar hij legt met zijn ‘Nieuwe Zuil’ en ook in dit boek de vinger onverbiddelijk op de zere plek: “Als vrijheid ook maar iets betekent, dan is dit het recht om mensen dat te zeggen wat zij niet willen horen” (George Orwell). Lukkassen wordt dan geassocieerd met een achterban, die al trollend de fabeltjesfuik wordt ingetrokken.

In dit boek bewijst Sid dat hij zich hier moeiteloos aan onttrekt. Tegelijkertijd loopt links Nederland steeds harder haar eigen grachtengordel-fuik in. De reactie richting Özdil is alles zeggend. Als je namelijk niet meer lachend op de foto mag gaan met iemand waar je het helemaal niet mee eens bent, dan is er iets heel erg mis met de vrijheid van meningsuiting. En dat is precies wat Lukkassen met dit boek wil openbreken. Het is dus tijd voor ‘links’ Nederland om de handschoen op te pakken en mee te werken aan een volwaardig ‘In dialoog – deel 2’.


https://i0.wp.com/static.bruna.nl/images/product/l/front/5/3/0/9789492639530-1601011856.jpg?ssl=1

 

Links en Rechts in DialoogSid Lukkassen

Uitgever – De Nieuwe Zuil

ISBN 9789492639530

Uitvoering – Gebonden<

Verschijningsdatum – 11/3/2020

Aantal pagina’s – 362

Formaat – 228 x 151 x 40 mm

Prijs € 20,00

Bestellen kan onder andere hier.

 


Peter Lamberts is politiek historicus en schreef inmiddels meerdere beschouwingen op de boeken van Sid Lukkassen. Zoals hier, hier en hier.