DE WERELD NU

Kunst, ophef, censuur

Bedreigingen, eenheid van prijs, een land van deugers, Academisch tuig, Stalinisme, Duitsland, Applestore overval, Olympische Spelen, Rechters, wereldregering, Oekraïne, Therapeutenangst, Qatar, Cultuur en politiek, Onveilig, basis, Politiek, Zwart, Overlast, Vrouwen en kinderen

Rond de Kerstdagen kreeg ik een stukje onder ogen over kwetsen, autoriteit en censuur. Geen onaardig verhaal, al vond ik de redenatie een grijsgedraaide opinie waar te weinig diepgang in zit. Want het is weldegelijk een onderwerp dat overdenking rechtvaardigt.

Opvallend vond ik bijvoorbeeld de nadrukkelijk vormgegeven uitspraak: Censoren zijn altijd geobsedeerd door seks, religie, diversiteit en autoriteit. Ik geloof dat best. Echter, tevens kom je er mijns inziens niet onder uit, te constateren dat in de visie van veel moderne kunstenaars, kunst geen kunst is als het niet zo nu en dan schokt. Daarbij gaat het niet eens meer primair om zaken die maatschappelijk direct als schokkend worden ervaren, maar ook om andere kunstenaars te tonen, dat er opnieuw een grens kan worden opgeschoven.

De Belgische komiek Urbanus had het ooit over grenspalen met handvatten, zodat ze eenvoudiger te verslepen waren en verdere ontwikkelingen sneller zouden kunnen worden gemarkeerd. Maar dat beeld op zich geeft al aan wat het eindpunt zou moeten worden: dat we ons nergens meer over verbazen of iets schokkend vinden. Het is een stroming die gedoemd is zichzelf overbodig te maken.

Wat dat betreft is de import van nieuwe bevolkingsgroepen die nog te schokken zijn een waar godsgeschenk. En aangezien veel autoriteiten zich ten doel hebben gesteld de ‘boel bij elkaar te houden’, kan het niet anders dan dat de mogelijkheden van geschoktheid opnieuw enorm zijn toegenomen.

Maar of dat nog iets met kunst te maken heeft?

Mensen die je dit voorlegt hebben de neiging te wijzen op het progressieve karakter van kunst, maar dit is een drogreden, alsook een wegduiken voor de vraag wat kunst daadwerkelijk inhoudt of kan betekenen. Dat kunst de maatschappij confronteert met de wijze waarop zij in elkaar steekt, kun je niet langer met droge ogen betitelen als progressief. Want onze maatschappij heeft zo’n obsessie met progressiviteit gekregen, dat dit nu juist iets is dat er om smeekt te worden geconfronteerd met zichzelf. Maar dat is dan ineens niet meer progressief.

Waarin je dat mooi terugziet, is de verwarring met wat de kunstenares Tinkebell produceert. Niet dat ik geen twijfels heb over het esthetische gehalte van haar werk, maar ze weet feilloos de gevoeligheden van onze moderne ‘progressieve’ maatschappij te treffen. Je kat wurgen om er een handtas van te maken is niet alleen smakeloos, maar tevens een aanslag op de diepgewortelde overtuiging van progressieve mensen dat alles dat leeft het ultieme respect verdient. Dat doet dus pijn, en is daarom functioneel. Maar de vraag of het kunst is wordt er er niet mee beantwoord. Ten overvloede wellicht: ik spreek er geen oordeel over uit, ik constateer het slechts.

In dit verband refereer ik ook graag aan de Franse kunstenaar Marcel Duchamp, die ooit een WC neerzette als kunstobject. Hij werd toegejuicht door een progressieve elite die dit nu eens een goede grap vond. Schokkend voor de regerende elite van die dagen – die als conservatief en daarom als achterlijk werd beschouwd. In progressieve kringen dan. Zelf bedoelde Duchamp het ook als kritiek op de pretenties van zijn collega-kunstenaars, maar zijn succes er mee ketende hem voorgoed aan dit type idee, en hij kon er uiteindelijk goed van leven. Eerder een bewijs dat succes corrumpeert dan dat schokken functioneel is overigens. Zelf kan Duchamp het nauwelijks serieus hebben genomen.

Om op mijn oorspronkelijke onderwerp terug te keren: zijn autoriteiten tegenwoordig net zoals altijd geobsedeerd door seks, religie, diversiteit en autoriteit? Welnee. Autoriteiten zijn vooral geobsedeerd door het in stand houden van de status quo. Dááraan ontlenen zij hun miserabele beetje autoriteit. Het zijn evenwichtskunstenaars, theedrinkers pur sang. Niet alleen is dat streven naar het behouden van het huidige evenwicht een onmogelijkheid, maar het miskent tevens de functie die kunst wel degelijk hebben kan om mensen te doen realiseren dat niet alles per se zo zijn moet, als je het thuis het liefst ziet.

Door de import van nieuwe bevolkingsgroepen, en de krampachtige wijze waarop de bestuurlijke elite ons probeert te bewegen die tegemoet te komen, heeft de schokkende kunst een nieuwe bestaansreden verkregen. Dat te weinig bestuurders zich dit realiseren is dom en krampachtig. Maar meer nog is het een diskwalificatie van het denkniveau van de maatschappelijke achtergrond waaruit deze mensen worden gerecruteerd. Het is alleen jammer dat het provoceren er van een doel op zich geworden lijkt. Dat doel moet maar eens gescheiden worden van het begrip kunst. Ter bevordering van de kunst.