DE WERELD NU

Keuzes en consequenties: Vertrekt Duitsland uit de euro?

Leiderschap is keuzes maken. Ook als je géén keuzes maakt, heb je daardoor niet zelden toch een beslissing genomen.

Mijn stuk van gisteren riep bij sommige mensen vragen op, die ik me verplicht voel vandaag te proberen te beantwoorden. Als belangrijkste: welke EU- knopen (hadden) wanneer moeten worden doorgehakt, en wat zou de te kiezen richting moeten worden (dan wel: zijn geweest). Onvermijdelijk kom ik daarbij nog enige elementen van leiderschap tegen die hierin een rol spelen.

Het eerste grote beslissingsmoment
De eerste grote beslissing die de leiders van de Eurozone nalieten te nemen is geweest, dat zij Griekenland in 2009 hadden moeten mededelen, dat een bailout onder de geldende regels van de EU helaas niet mogelijk was. Dat had als meest logische consequentie gehad, dat Griekenland na een default de Eurozone had moeten verlaten. Hierover een paar punten, waarom dit een bijzonder moeilijk besluit was.

a) De eerste Griekse bailout ging om een groot bedrag, maar voor de EU beslist op te brengen. De verontwaardiging in Zuid–Europa was ongetwijfeld enorm geweest, vooral ook in de staten die nu dieper in de problemen zitten dan zij zelf beseften. Vanuit Griekenland was in geval van een dergelijk besluit in 2009 een enorme stroom modder en obstructie te verwachten geweest, en daarmee was de stemming binnen het leiderschap van de EU voor enige jaren behoorlijk verzuurd geweest.

b) Verbonden met punt a, is dat de geldende ideologie binnen de EU-leiding onze leiders niet toestaat te overwegen, dat een politieke unie van de EU-staten – te beginnen met die van de Eurozone – onder de ontstane omstandigheden een rampzalige koers was, een doodlopende weg.

c) Een gevolg van punt b, is dat het exemplarisch krachtig leiderschap had vereist om door te drukken dat men de Grieken aan hun lot zou overlaten. Uit de aard der zaak had een dergelijke koers slechts kunnen worden ingezet door de leider van Frankrijk of Duitsland (theoretisch was ook een coalitie van kleinere landen mogelijk, maar niet realistisch). Dat Frankrijk in de praktijk de kampioen van de zuidelijke EU-landen is, maakte het helemaal een onvoorstelbare actie. Duitsland was niet in een morele positie om zo’n besluit na te streven, alle referenties aan WW II sindsdien illustreren dat.

d) Wat bij punt b en c een grote rol speelt, is dat het leiderschap van de EU collegiaal collectivistisch is. Dat is nooit een situatie waarin het eenvoudig is een koers te kiezen die haaks staat op de tot dan toe gevolgde ideologische aanpak. Dat er objectieve redenen voor zouden zijn is dan vrijwel nooit doorslaggevend.

Als er ook maar de schijn van een keuze is, zal die altijd uitvallen ten faveure van de ideologisch als correct gevoelde koers. Formeel vastgelegde regels breken is in de praktijk makkelijker dan de ongeformuleerde groepsregels binnen de Eurocratische elite.

Onvermijdelijk
Nadat werd besloten tot de eerste Griekse bailout, was wat tot op de dag van vandaag volgde vrijwel onvermijdelijk. Het Eurozone-leiderschap had weinig keus dan met steeds krampachtiger samengeknepen billen te proberen hun eerste beslissing te rechtvaardigen. Let wel: als men in 2010 of 2011 had erkend dat de politiek van bailouts zinloos en te kostbaar was, had men daarmee eveneens erkend, dat het geld voor eerdere bailouts, verloren, weggegooid was. Aangezien democratische politici regelmatig electorale verantwoording af te leggen hebben, is dat nooit een reële optie geweest. Zo werkt de wereld eenvoudig niet – het is een treurige maar onontkoombare conclusie. Dat onze moderne politici een democratie vertegenwoordigen verandert daar niets aan.

Het laatste grote beslissingsmoment
Na tweeënhalf jaar doormodderen naderen we nu in hoog tempo het moment waarop een besluit zal vallen over de toekomst van de Eurozone. Een drietal scenario’s.

1) Er komt een fiscale en politieke unie
Ik beschouw dat onder de gegeven omstandigheden als hoogst onrealistisch. En ook onverstandig, aangezien de financiële problematiek niet wordt opgelost door Duitsland voor alles te laten betalen. De moeite die het kost om nu in Griekenland hervormingen en iets van een functionerend belastingstelsel in te voeren. Heel Zuid-Europa lijdt in min of meerdere mate aan dit soort problemen, die niet in een paar jaar op te lossen zijn. In Duitsland beseft men dit uitstekend.

2) De Eurozone begint langzaam te desintegreren.
Dit is een rampscenario, aangezien niemand het proces voldoende in de hand zal kunnen houden, en we na afloop slechts kunnen bekijken wat er over is om een nieuwe toekomst mee te bouwen. Er zullen landen uit de Eurozone verdwijnen die de zaak niet langer kunnen bijbenen. Met als eerste kandidaten Griekenland, Spanje en Portugal (dat ook weer actueel wordt). Anderzijds zal Finland mogelijk tussentijds uitstappen, en wie weet welke kleine landen meer nog een kans op ontsnapping zien. Wat resteert is een soort romp-Eurozone, nog steeds – maar minder extreem – onevenwichtig: Duitsland, Benelux, Italië, Frankrijk, Oostenrijk,met nog wat kleine landenfranje. Monetair en economisch een allegaartje. Welke weerslag dat op de EU zal hebben wil ik niet proberen me voor te stellen, maar vreedzaam zal het er niet aan toe gaan, gesteld al dat de club in zijn geheel behouden blijft.

3) Duitsland verlaat de Eurozone
Dit zal leiderschap vereisen van Angela Merkel. Op dit moment is het nog niet meer dan een zijvariant, al heb ik deze de laatste dagen een paar maal in artikelen – zoals hier in The Economist – zien noemen.

Wat het een zeer zware stap maakt om te zetten, is dat juist Duitsland (en mogelijke partners als Nederland, en Oostenrijk) de zwaarste economische klappen op zullen vangen als dit inderdaad ondernomen zal worden.

– De nieuwe munt zal in waarde omhoog schieten, en daarmee de exportpositie sterk schaden.

– De vorderingen van met name banken op bedrijven in de oude Eurozone blijven in euro’s, en deze munt zal onvermijdelijk zeer snel devalueren na een Duits vertrek.

– Voordeel: de staatsschuld zal vanzelf smelten. Duitsland kan zich veroorloven de oude staatsschulden (aangegaan tot het moment van vertrek) te handhaven in euro’s, en die munt gaat devalueren (zie hier direct boven).

– Investeringen in het buitenland van bedrijven en pensioenfondsen zullen enorm krimpen. Dit is voornamelijk een optisch gevolg van de directe opwaardering van de eigen munt, maar het eerste jaar zullen bedrijven in heel Duitsland grote verliezen moeten rapporteren – in de nieuwe munt.

Dat de in de eurozone achter blijvende staten er vooral voordeel van zullen ondervinden, betekent nog niet dat het hen blij zal maken. Alle punten die ik hierboven noem gelden ook voor hen, maar dan omgekeerd. Doordat de euro voor hen gehandhaafd blijft, zal er optisch (in euro’s gerekend) in deze landen niet heel veel veranderen. Maar veel bedrijven zullen veel goedkoper worden, en dus kwetsbaar voor buitenlandse overnames. Pensioenfondsen houden hetzelfde in kas als nu, maar dat geld is dus wel minder waard. Et cetera.

Merkel is zich de situatie bewust. In ieder geval nu, maar vermoedelijk al eerder. Persoonlijk houd ik het er op, dat men in Duitsland al minstens een half jaar hierover nadenkt. Rond Kerst heb ik er zelf al met mensen over gemaild en ik heb groot vertrouwen in de inventiviteit van de Duitsers.

 

 

Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.