DE WERELD NU

Islam – QNE – III – overwinning òp het denken, geen troost

Islam

Om de islam en haar narigheden te begrijpen dien je je te verdiepen in de profeet Mohammed en de overgeleverde Koranteksten van zijn hand. Frans Groenendijk geeft conclusies en rondt af.

Dit is het vijfde en laatste stuk hier op Veren Of Lood ter voorbereiding van een publicatie met werktitel [1]The Quran Naked as the Emperor’. Het gaat in de richting van (pijnlijke) conclusies.

Aan het begin van Deel I schreef ik: – hoewel atheïst – voor mij vormen godsdienstige en spirituele stromingen beslist niet allemaal één pot nat. Oók die drie monotheïstische godsdiensten niet, die samen wel eens als abrahamitisch aangeduid worden.

Halverwege Deel I schreef ik over de grofweg drie totaal verschillende benaderingswijzen van de tekst van de Koran die door mensen in enig ‘islamdebat’ gehanteerd worden.
A) De teksten in Koran en Hadith zijn daadwerkelijk uit de mond gekomen van een meneer Mohammed van vlees en bloed, die lang geleden in de Grote Arabische Woestijn leefde.
B) Die teksten zijn van lieden die een of enkele eeuwen na het denkbeeldige bestaan van het personage Mohammed, deze verzonnen hebben als een soort ‘goddelijke’ onderbouwing en bezegeling van de Arabische veroveringsoorlogen.
C) De herkomst van die oude teksten doet er helemaal niet toe: alleen ‘gewone moslims’ doen ertoe. De oelema, terroristen en politici –die islam als vehikel gebruiken voor hun eigen, niet-zo-spirituele agenda, in en buiten het Westen–, die doen er niet toe.
Deel II (hier, hier en hier) schreef ik vrijwel volledig vanuit insteek A).

Zoals in Deel I beloofd, ga ik hier eerst in op de problematische aspecten van benaderingswijze B). Insteek C) komt met name terug in de paragraaf De dialoog is al gevoerd. Van daaruit ga ik door op de overeenkomsten en verschillen tussen die drie abrahamitische religies èn –al te vaak veronachtzaamd!– hun onderlinge verhouding.

Mohammed later verzonnen?
Ook nog in Deel I schreef ik dat ik de door mij gehanteerde insteek A), beschouwde als de minst verontrustende van de genoemde drie. Reden: de Koran zou daarmee de tekst zijn van slechts één gevaarlijke godsdienstwaanzinnige van heel lang geleden en niet van een of meerdere groepen van samenzweerders uit het verre verleden respectievelijk van vandaag.

Zeker, er zijn feiten en argumenten aan te voeren ter ondersteuning van die hypothese dat Mohammed überhaupt niet bestaan heeft als mens van vlees en bloed. Zo wordt hij bijvoorbeeld niet of nauwelijks als zodanig expliciet genoemd in de Koran zelf. Een opvallende uitzondering wordt gevormd door het (late) hoofdstuk 47 [95/96] dat zelfs de naam ‘Mohammed’ draagt. Bijzonder is dat de Arabische combinatie van drie medeklinkers die geïnterpreteerd wordt als ‘Mohammed’ ook –ja zelfs aannemelijker– kan worden opgevat als beschrijving van een rol dan als een persoonsnaam. Echter, dit hoofdstuk met die titel is een late en een van de meest jihadistische soera’s.

Er zijn geen geschriften van (kort na) de begintijd van de mohammedaanse jaartelling, waarin hij als persoon, de tekst als de Koran respectievelijk ‘moslims’ als aanduiding van de succesvolle veroveraars van die tijd, ook met die termen worden aangeduid. Er zijn ook verwarrende aanwijzingen vanuit de zogenaamde numismatiek: de muntkunde.
Ik laat deze feiten en argumenten hier verder met rust. Ik ga er niet tegenin, ik wijs alleen op problemen die aan het alternatief kleven. Dat alternatief van die later verzonnen profeet Mohammed.

Een belangrijk deel van de argumenten die door anderen wel worden aangevoerd tegen die hypothese is dat Mohammed er zo ongunstig in wordt afgeschilderd. Anders geformuleerd: waarom zou men een personage bedenken dat aan iedereen ten voorbeeld wordt gesteld, als een ideale schoonzoon bij wijze van spreken, dat zich zo heftig misdraagt als in de Koran (en/of hadith) wordt neergezet? Robert Spencer –een (ook door mij) hooggewaardeerde islam-criticus– spreekt in zijn boek ‘Did Mohammed exist?[2] deze redenering tegen door erop te wijzen dat die misdragingen –zoals seks met pre-puberale meisjes– in de tijd en omgeving van dat personage Mohammed, respectievelijk die van de bedenkers van dat personage, niet of nauwelijks werd afgekeurd.

Zulke overweging zouden ook meegenomen moeten worden bij de beoordeling van soera 66 [107]; met name het eerste deel daarvan. Dat is gewijd aan hoe Mohammed omgaat met roddels binnen zijn vrouwenverzameling. ‘Tenenkrommend’ is voor ons in de 21e eeuw nog een vriendelijke kwalificatie. Die passage eindigt met vers 5. Meneer Mohammed wijst daarin zijn vrouwen terecht. Via een openbaring die hem door een engel vanwege zijn god is ingefluisterd. Indien hijzelf – Mohammed over Mohammed: een gevalletje illeïsme, zie Deel I – jullie als echtgenotes verstoot, zal zijn god hem voorzien van betere vrouwen. Vijf van de zeven vertalingen melden overigens dat zijn god dat ‘misschien’ zal doen…

In de vertaling van Shakir: “Maybe, his Lord, if he divorce[s] you, will give him in your place wives better than you, submissive, faithful, obedient, penitent, adorers, fasters, widows and virgins.” In plaats van ‘weduwen’ gebruiken enkele andere vertalingen ‘voorheen gehuwden’. Voor wie kritisch durft na te denken over de leer van Mohammed heeft dat een nog meer sinistere bijklank.

Maar ik ben het dus met Spencer eens dat latere bedenkers van een personage Mohammed –vanwege de toen en daar alomtegenwoordige minachting voor vrouwen– het best wel een goed idee konden vinden om hem ‘goddelijke teksten’ zoals deze in de mond te leggen. Het ligt ook volledig in lijn met die vanzelfsprekendheid dat in de Koran alleen mannen aangesproken worden.

Echter: andere aspecten dan dat wangedrag zijn veel moeilijker, eigenlijk vrijwel onmogelijk, voor te stellen als resultaat van inspanningen om tot een personage te komen met de bedoelde status. En er zijn heel wat van die aspecten. Het ene nog pijnlijker dan het andere voor de leer van Mohammed.

Misschien niet het meest pijnlijke, wel het meest overtuigende ervan is mijns inziens terug te vinden in de wonderbaarlijke evolutie van bedreigingen afkomstig van ‘de’ farao tot bedreigingen door Mohammed zelf, die ik behandelde in hoofdstuk 8. Een evolutie die aan de aandacht van de geïnteresseerde, maar wat minder kritische lezer kan ontsnappen, mede dankzij die bizarre niet-chronologische ordening van de Koran. Overigens valt die absurde ordening zelf nog wel op te vatten als mist of rook die doelbewust is aangebracht bij wijze van mysterieus sausje of –nog banaler– als onderdeel van het streven de onmisbaarheid van de kaste der Koran-kenners zeker te stellen.

Dit soort redenaties gaat echter zeker niet op voor de passages die betrekking hebben op mensen uit de directe omgeving van die verzonnen Mohammed. Denk aan de bizarre verhalen –ik beschreef ze al in Deel I– zoals over Ibn Zaïd en het taboe verklaren van adoptie, of die complete scheld-soera over die al dan niet roodharige oom. Nog minder geldt dit voor de in hoofdstuk 1 behandelde naskh-verzen, waarin Mohammed immers zèlf en ìn de Koran aan de orde stelt dat er tegenstrijdigheden bestaan tussen verschillende delen van het heilige boek. Andersom is het later door elkaar gooien van de volgorde der soera’s weer wel te verklaren als een van de hulpmiddelen om pijnlijke aspecten van tal van verzen en ‘redenaties’ buiten beeld te houden.

De bezetene
Dat middel is dan weer een stuk minder effectief voor het verhullen van wat ik eerder al aanduidde als koranische echo’s van debatten, die Mohammed – in een andere context dan de ‘openbaringen’ zelf – zou hebben gevoerd met niet met naam aangeduide mensen in zijn omgeving.

In meerdere verzen meldt de ‘spreker’ zelf dat hij wel eens wordt aangeduid als “bezetene”. Ik noemde ze al: 23:25, 44:14, 51:52 en 52:29. Hier loop ik ze langs in chronologische volgorde. Alle vier de betreffende hoofdstukken stammen uit die latere, Mekkaanse periode.

In de passage rond vers 14 van soera 44 [64] gaat het duidelijk over de spreker/Mohammed zelf. Zonder dat duidelijk wordt waarom, gaat het hoofdstuk hierna door over de farao en Mozes.

De opzet van soera 51 [67] is wat dat betreft duidelijker. In vers 39 gaat het nog over Mozes die ‘geen tovenaar of bezetene’ zou zijn. Mozes is hier de eerste in een opsomming van ‘eerdere profeten’ naar wie niet geluisterd werd. Nog enkele anderen worden langsgelopen en in vers 52 gaat het vervolgens overduidelijk over de ‘laatste in het rijtje’: Mohammed zelf. Weer een duidelijke, zei het iets minder expliciete, bevestiging van dat zegelschap uit hoofdstuk 7 in Deel II.

Ook in soera 23 [74] komt de aanduiding van ‘bezetene’ voor in een opsomming over ‘eerdere profeten’. Hier begint de opsomming met Noah, die door zijn tijdgenoten zo zou zijn aangeduid. Weer volgen er verzen over andere profeten, die deze keer dan weer niet met naam genoemd worden, en hier duikt Mozes wat later op: in vers 45. In vers 50 wordt Jezus Christus ook nog terloops opgenomen in dit rijtje van lieden waar niet voldoende naar geluisterd werd.

In vers 29 van soera 52 [76] is het overduidelijk weer Mohammed die door zijn omgeving als bezetene is aangeduid. De tweede helft van het hoofdstuk is verder helemaal gevuld met van die echo’s, die weerslag van debatten die Mohammed buiten de context van zijn openbaringen met anderen voerde.

Schuimbekken en het geschreven woord
Nog onwaarschijnlijker wordt de hypothese van de later bedachte Mohammed, wanneer je ook de inhoud van de hadith mee in overweging neemt. Types voor wie minachting voor vrouwen een tweede natuur is, die zouden schrijven dat Mohammed aan zijn eigen verstandelijke vermogens twijfelde en vervolgens door zijn eerste echtgenote gerustgesteld werd? Waarom überhaupt dat verhaal over die oudere, rijke eerste vrouw die hèm ten huwelijk gevraagd zou hebben? Ondenkbaar. En los van die misogynie: in de beschrijvingen van de lichamelijke toestand waarin de profeet verkeerde tijdens zijn openbaringen is nog net geen sprake van schuimbekken, maar het opgeroepen beeld komt daar wel dichtbij.

Toegegeven, in de Koran zelf –en daar zouden we op focussen in dit boekje– wordt nergens gesproken over de lichamelijke staat waarin Mohammed zou verkeren op het moment dat hij met een openbaring komt. Over zijn psychische staat wèl. De verwijzingen naar bezetenheid kwamen al aan de orde, maar er is meer. Dat op zo veel plaatsen in de Koran Mohammed iets te horen krijgt in de trant van “zeg (hen)”, heeft al iets onwezenlijks maar dat de chronologisch eerste soera [96] opent met “Lees!” is daar toch wel een overtreffende trap van.

In hoofdstuk 2), Mohammedanisme als Arabische godsdienst, schreef ik al over het in deze eeuw hilarisch overkomende concept ‘schrijfkundige’. Vanuit ons perspectief lijkt het wel alsof hier de spot wordt gedreven met Mohammed, maar je moet je natuurlijk verplaatsen in de tijd en omgeving van die hypothetische bedenkers van een profeet, die een of enkele eeuwen eerder geleefd zou hebben. Van Europese communisten en socialisten kennen we nog de praktijk dat men als het ware opschepte over hoe weinig geschoold hun vertegenwoordigers wel niet waren. Analfabetisme dus als manier om sympathie te wekken voor een personage.

Er zit echter een nog veel belangrijker aspect aan Mohammeds analfabetisme.
Een aspect dat ik nog in geen enkel geschrift over de leer van Mohammed ben tegengekomen. Ik doel op koranvers 28:49 [49 Egyptisch, 79 volgens Nöldeke]. In een poging om het gesproken woord van (het personage) Mohammed te presenteren als voortzetting van de tekst van Thora en Bijbel – een passage die de verzen 43 tot en met 70 beslaat – krijgt Mohammed van Allah de opdracht om mensen die niet naar hem luisteren uit te dagen om met “een Schrift vanwege God” te komen dat beter is dan die heilige boeken van joden en christenen. Een schrift! Een ‘scripture’ dan wel een ‘book’ of ‘Book’ in de Engelse vertalingen.

Ook wie het aandurft moet toch nog even de tijd nemen om de portee hiervan tot zich te laten doordringen en om te begrijpen waar het eerste deel van de titel van dit Deel III vandaan komt.

De bedenkers van het personage Mohammed voeren de Koran – volgens de Koran! – dus niet op als een geschrift dat in plaats komt van de heilige boeken van joden en christenen, maar voeren Mohammeds gesproken woord op als alternatief! Het moet uit zijn met discussie over interpretaties van de boodschappen in Thora en Bijbel. Geboden is het voortaan blind volgen van Mohammed: de overwinning op het denken; van het denken door anderen dan de opperste Leider Mohammed.

En juist deze vrome analfabeet zou anderen uitdagen om met een geschreven tekst te komen om hem van zijn stuk te laten brengen… Mohammed ‘kennende’ –uit Koran en allerlei andere geschreven en gesproken teksten die duizend of meer jaren geleden over hem zijn geproduceerd– is invalshoek A) echt aannemelijker. De doorzichtigheid is verbijsterend voor wie hem durft te zien.

Dit vers 28:49 is mijns inziens overigens nog niet het toppunt van doorzichtigheid; Dat is het doseren van openbaringen. Het komt in meerdere soera’s uit de Mekkaanse periode langs. In bovengenoemde jihadistische soera getiteld Mohammed [66/88], in vers 20.

Uit de mond van Mohammed komt eerst de door Allah ingegeven klacht dat –let wel: gelovigen, zijn volgelingen dus– klagen over het uitblijven van een expliciete soera die oproept tot oorlog tegen de ongelovigen in Mekka. En –nog steeds in de tekst die Mohammed van Allah moet uitspreken– volgt de klacht dat wanneer er dan wel een soera ‘komt’ met daarin een onmiskenbare oproep tot oorlog, dat er dan mensen zijn ‘met een zieke geest’, die bang worden van zo’n oproep.

Het erop volgende vers roept op tot gehoorzaamheid. In de vertaling van Khalifi: “Obedience and righteous utterances are expected of them. If only they showed confidence in GOD, when mobilization was called for, it would have been better for them.”
In 9:64 [113] is zelfs sprake van dreigen met een soera, die nog niet is uitgesproken. Ik behandelde dat vers in hoofdstuk 10 van Deel II.

Overigens zou je dat uitdagend ‘vragen om een schrift’ kunnen opvatten als weer een andere variant op die claim op ‘zegelschap’ die in hoofdstuk 7 van deel II aan de orde kwam en waarin ook het fenomeen ahmediyya-fobie langs kwam.

De dialoog is al gevoerd
Die claim is overigens van even groot belang of men nu uitgaat van insteek B) of van insteek A). Ik laat dat onderscheid hieronder dan ook verder buiten beschouwing. Dat doe ik ook omdat voor het perspectief op de mogelijkheid van hervorming van de leer –laat staan op de mogelijkheid van serieuze dialoog met fanatieke volgelingen van Mohammed– het niet heel veel uitmaakt of je insteek A) dan wel B) kiest.

In hoofdstuk 7 gaf ik drie redenen om vers 5:116 [112] het ‘ultieme blasfemie-vers’ te noemen. De inhoudelijk belangrijkste daarvan was dat het tegenspreken van het christendom in de mond van Jezus zèlf wordt gelegd met daarin de suggestie besloten dat hij misschien zelf wel bezig geweest was de boel te flessen. Hij verontschuldigt zich tegenover god Allah, zoals die is gedefinieerd in de uitspraken van Mohammed.

De andere kant van deze aanval op het christendom, zag ik geïllustreerd in een Nederlands boek, getiteld De nieuwe moskee. Een man van Turkse afkomst was geïnterviewd en gaf zijn visie op ‘interreligieuze dialoog’: “‘Die man [een dominee] zei dat het heel hard nodig was dat er een dialoog tussen christendom en islam tot stand kwam”. Ik zeg: ‘O ja, geloof jij dan in Mohammed als profeet? Nee, zegt ie, want dan zou ik moslim zijn.’ Ik zeg ‘als je dat niet gelooft dan denk je dat de islam geen geloof is. Hoe kun je dan een dialoog aangaan?’”. In tegenstelling tot de dominee was de schrijver van het boek [3] overduidelijk niet bekend met het voor christenen blasfemische karakter van het heilige boek der mohammedanen.

Het zich afzetten tegen christendom en jodendom, de eigen opvatting van superioriteit ten opzichte van andere godsdiensten: het is het fundament van de leer van Mohammed. De mohammedaanse geloofsbelijdenis, de shahada, zegt het goed beschouwd al met zoveel woorden: “Er is geen god dan Allah”. Het specifiek zich afzetten tegen het christendom komt tot uiting in het grote aantal keren dat geopenbaard wordt dat God geen kinderen heeft: geen zonen en zeker geen dochters.

Pijnlijk helder wordt een en ander geïllustreerd door een website die zelfs de naam draagt “De laatste dialoog”. [4] Onderstaande afbeelding is ook afkomstig van deze website.

De maker verklaart zichzelf slimmer en beter geïnformeerd dan de rest van de mensheid en vindt dat hij en de 10% van de mensen die zijn zoals hij, daarom de wereld moeten leiden …

Daar is hij weer: de overwinning op het denken. Het denken door anderen dan de leden van die kaste der oelema en zij die blind varen op het gezag van die groep. De kaste die in de toekomst geen fouten zou maken –in de woorden van Mohammed volgens de hadith. Die kaste moet niet gevolgd worden omdat die met de meest overtuigende argumenten komt, maar omdat deze de plaats ingenomen heeft van Mohammed, na diens heengaan. Mohammed die niet met een geschrift kwam, maar met de definitieve, mondelinge interpretatie van andere geschriften.

Hiermee komen we bijna vanzelf terecht bij de vraag over hoe om te gaan met die in Deel I genoemde benaderingswijze C): “Die oude teksten doen er helemaal niet toe. Uitsluitend de ‘gewone moslims’ doen ertoe; de lieden die islam als vehikel gebruiken voor hun eigen, niet-zo-spirituele agenda, in en buiten het Westen –oelema, terroristen en politici– doen er niet toe.”. En daarmee ook bij wat ik de ‘vehikel-kwestie’ noem.
In reactie op deze benaderingswijze wordt vaak verwezen naar Hitler-Duitsland: heel wat Duitsers waren tegen Hitler en onder zijn aanhangers waren velen niet op de hoogte van hoe fout die man en zijn partij waren. Het is beslist niet 100% onzin.

Ondanks een vredelievende boodschap van de Koran zou een ‘tiny minority of extremists’ de goede naam ervan te schande kunnen maken. In theorie is dat mogelijk. Het is wat we in dit verband vaak te horen krijgen. Vaak wordt er vanuit mohammedaanse hoek aan toegevoegd dat elke godsdienst last heeft van zo’n onprettige ‘tiny minority’. Volgens een vergelijkbare theorie bestaat de mogelijkheid dat ondanks de oorlogszuchtige boodschap van Mohammed een overweldigende meerderheid van individuele, culturele moslims goed door een deur kan met niet-moslims; Dat een duurzaam vreedzaam samenleven mogelijke is van volgelingen van Mohammed enerzijds en christenen, joden, ahmediyya, hindoes, boeddhisten, sikhs, atheïsten etcetera anderzijds.

Wat zou er op dit vlak wel niet gewonnen kunnen worden door die theorieën te testen?
Die beide theorieën kunnen in één keer getest worden. Maar ook slechts op één manier: niet door naar het gedrag van die tolerante, prettige individuele moslims te kijken, maar naar de inhoud van het gedachtegoed van Mohammed, zoals af te leiden uit het boek.

Wat zou bij die test verloren kunnen gaan, behalve illusies?

Zieligheid en machtshebbers
Overwegingen zoals deze worden echter door velen – mohammedanen zowel als niet-mohammedanen – afgewezen. Afgewezen vanwege vermeende zieligheid. Zo bizar: mensen die zich bekennen tot een ideologie die barst van de superioriteitswaan, die op een soort voetstuk van zieligheid worden geplaatst. Het kind uit het sprookje moet als het ware zwijgen om de keizer te ontzien. Let wel: om de keizer te ontzien, niet de lakeien en gewone burgers die te laf zijn om die geniaal gekke kleermakers tegen te spreken.

Uiteindelijk is het verschil tussen benaderingswijzen C) en de vierde benaderingswijze –die ik bewust niet aanduidde als D)– slechts gradueel.

Die vierde benaderingswijze zei dat de vodden van de keizer niet als zodanig mogen worden aangeduid, omdat de keizer nu eenmaal goddelijk was. De beoefenaren van C) zijn niet principieel tegen elk debat over de islam, zij willen het alleen niet hebben over die test.

Zelfs wil men het niet hebben over het mohammedanisme als vehikel voor machtshebbers die eigenlijk helemaal niet zo fanatieke volgelingen van Mohammed zijn. Denk hierbij aan lieden als Saddam en Khadaffi. In de begintijd van hun beider dictatorschap deden ze niet of nauwelijks moeite om hun islamitische geloof te etaleren. Om pragmatische redenen deden ze dat later wel. Zie daarover ook de inleiding van Deel II: goed beschouwd kent de Koran opvallend weinig verzen die echt concrete gedragingen aan de volgelingen voorschrijft of verbiedt. Juist vanwege die algemeenheid vormt het mohammedanisme een ideaal vehikel voor machtshebbers om welk beleid dan ook erdoor te drukken. Overigens wordt die vehikel kwestie vaker over het hoofd gezien door niet-mohammedaanse ‘verdedigers’ van de islam dan door mohammedanen. Juist onder de meest toegewijde aanhangers van de leer van hùn Mohammed wordt erop gewezen dat kwalijke praktijken van islamitische heersers te wijten zijn aan de onvoldoende orthodox mohammedaanse toewijding van die heersers. Het is niet helemaal hetzelfde maar het doet wel denken aan toegewijde socialisten, die van mening zijn dat in alle landen waar het socialisme uitgeprobeerd is, niet het ware socialisme beleden werd.

Intussen bestaat onder die ‘gewone moslims’ nogal weinig animo om in te gaan tegen de oelema, de terroristen en de politici. Eigenlijk is dat niet gek of laf wanneer je bedenkt dat zelfs atheïsten en christenen in het Westen dat nauwelijks aandurven.

Een christelijke spiegelbeeld
Vooral wanneer we ver terug kijken in de geschiedenis kunnen we er niet omheen dat een vergelijkbare vehikel kwestie ook een belangrijk deel uitmaakte van de verhouding tussen het christendom en overheden. En dat is nog steeds tot op zekere hoogte het geval. Kort door de bocht: iemand die openlijk atheïst is, heeft in de VS geen kans om president van het land te worden. Lange tijd was die positie zelfs onbereikbaar voor katholieken.

In de allereerste paragraaf van Deel I schreef ik al dat, hoewel ik atheïst ben, voor mij godsdienstige en spirituele stromingen beslist niet één pot nat vormen. In dit kader wil ik hier eerst een gedachten experiment aan u voorleggen, met betrekking tot het ontstaan van het christendom. Ik ontleen het aan een boek geschreven door Joseph Atwill. Het draagt de intrigerende titel: Ceasar’s Messiah. The Roman Conspiracy to Invent Jesus.

Ik vat (alleen) de strekking ervan zeer kort samen. De persoon Jezus is bedacht door iemand uit de Levant die de komst van de Romeinen verwelkomde en een manier bedacht om voor eens en voor altijd het Joodse verzet te breken. Die persoon was niemand anders dan de veelgeroemde schrijver van het boek Wars of the Jews: Josephus. Iemand die echt bestaan heeft dus. Middels de vier evangelies zou Josephus op cryptische wijze en met terugwerkende kracht de figuur Jezus ontworpen hebben om het orthodoxe jodendom te ondermijnen. Niet alleen om zo dat verzet te breken maar zelfs om het belachelijk te maken en de Romeinse keizers een nog goddelijker aureool te bezorgen!

Mijn gedachten experiment betreft niet de geloofwaardigheid van Atwills theorie. Waar het mij hier om gaat is dat Atwill –die zelf nergens in zijn boek melding maakt van islam of Mohammed– hierin met Jezus deed wat volgens benaderingswijze B, daadwerkelijk is uitgevoerd met Mohammed!

Mijn voorstel is om in overweging te nemen waaruit het lange termijn succes bestond ‘van’ beide bedachte personen: Mohammed en Jezus Christus.

Het christendom werd een vehikel voor keizer Constantijn, later voor pausen en al dan niet met die pausen samenwerkende wereldlijke machthebbers, en nog weer later werd –niet zozeer voor het christendom als zodanig maar voor zijn meest toegewijde volgers– de ooit om heel andere reden bedachte Jezus Christus een icoon van zachtaardigheid. De overeenkomsten met de bedachte Mohammed zijn groot, maar de verschillen zijn groter en pijnlijker.

Let wel: het gaat hier in geen van beide gevallen om waarheidsvinding als zodanig. De wetenschap kan ook nauwelijks een nuttige bijdrage leveren hier. De vraag is immers of het denken moet worden overwonnen of niet. En wetenschap valt ook onder het denken (door niet-profeten).

De kwestie van het stenigen
Het verschil tussen de rol van die, misschien wel allebei bedachte personages, Jezus en Mohammed, is heel goed terug te vinden door te kijken naar hoe het stenigen van overspeligen voorkomt in alledrie die ‘abrahamitische’ religies. In hoofdstuk 3, Vrouwen, zonen en engelen kwamen de Koran verzen die gewijd zijn aan dat stenigen al terloops aan de orde.

In de oude joodse leer was steniging de straf die hoorde bij overspeligheid. Met het beroemde “hij die zonder zonden is werpe de eerste steen” heeft Jezus in het nieuwe testament deze praktijk uitgebannen voor de christenen. In de joodse wereld was het in de tijd waarin Mohammed leefde ook allang uitgebannen. Dat kon omdat mensen fatsoen en redelijk nadenken inbrachten in de leer. Mohammed hérintroduceerde die praktijk van het stenigen [5].

Weer kort door de bocht, maar daarom niet minder cruciaal: een aantal akelige aspecten van het jodendom werden in het christendom opzij geschoven. Diezelfde akelige aspecten werden in iets andere vorm door Mohammed als het ware heringevoerd.

Troost of beloning
Deze laatste paragraaf gaat over het tweede stuk van de titel van dit Deel III: troost.
Een van de meest verschrikkelijke terreuraanslagen van na 9/11 vond plaats op 1 september 2004. In Beslan.

Gedurende de dagen van de gijzeling was het de kinderen van Beslan zelfs niet toegestaan water te drinken. Op de graven van de vermoorde kinderen worden zodoende behalve bloemen en knuffelbeesten vaak flesjes water geplaatst. Pas enkele jaren na de massamoord op basisschoolleerlingen door de jihadisten uit de Kaukasus, kwam ik achter het bestaan en de achtergrond van dit gebruik. Steeds wanneer ik herinnerd wordt aan die flesjes water, kan ik letterlijk mijn tranen niet bedwingen. De ouders en andere nabestaanden zijn er dus achter gekomen, of er zelfs getuige van geweest, dat hun oneindig onschuldige kindjes voordat ze gedood werden ook nog gemarteld werden. Terloops.

Dit zijn de momenten waarop ik als atheïst me het beste kan verplaatsen in de hoop van gelovige mensen op het bestaan van een hemel.

Het hemelse paradijs van de christenen biedt troost aan de levenden. Het mohammedanisme kent ook een paradijs. Dat paradijs biedt echter geen troost, maar wordt de volgelingen van Mohammed voorgehouden als een beloning (lang) na de dood die het onbelangrijke leven op aarde beëindigt. In vers 40:39 [60, 78] wordt Mozes geparafraseerd, zeggende: “this life of the world is but a passing comfort”.

Overigens gebruikt elk van de Engels vertalingen voor die ‘troost’ een andere woord.


  1. Ik heb inmiddels een ander idee voor een titel voor de Engelstalig versie van dit boekje. Ik houd me aanbevolen voor een alternatief.
  2. Hier de link naar het boek van Spencer.
  3. De auteur van De nieuwe moskee was Martin de Rijk.
  4. Hier de link naar die dialoog-website.
  5. Deze alinea is een letterlijk citaat uit de faction roman Alexandra’s Reis die ik onder pseudoniem schreef.

De eerdere afleveringen vindt u hier.

10 reacties

  1. Henk b schreef:

    Het stukje over Josephus is nieuw voor me, interessant idee. Ik ga zn geschiedenis eens herlezen. Verder een buitengewoon interessant en beangstigend verhaal, dank daarvor.

  2. Ian schreef:

    Jezus Christus is geen ‘bedacht’ persoon, hij heeft bestaan en de wereld overwonnen. De Joodse geschiedkundige Flavius Josephus (Yosef Ben Matiyahu) beschreef zijn bestaan in AD 93. Ook de romeinse historici Pliny en Tacitus hebben de persoon Jezus beschreven rond AD 113. Tacitus beschreef de straf van Jezus door Pontius Pilatus. De romeinen verbaasden zich over de christenen die zingend de arena’s ingingen, vol vertrouwen in het leven na de dood. Als christen voel ik me niet verheven boven wie dan ook, integendeel. Geloven is geen (exacte) wetenschap, het is zo al moeilijk genoeg.

  3. jantje schreef:

    De 4 evangeliën zijn in verschillende uithoeken van de wereld tot stand gekomen. Men had dus geen contact met elkaar. Er was ook geen enkel eigenbelang want men predikte met gevaar voor eigen leven in de begintijd. Dit zijn twee bewijzen dat Jezus Christus heeft geleefd.
    En voor mensen die roepen “”ja maar Constantein, die heeft de boeken vervalst” er zijn veel oudere schriften bekend dan uit de tijd van keizer Constantein.

  4. Cool Pete schreef:

    Artikel van uitzonderlijk hoge kwaliteit.
    Zoals deze hele serie van Frans Groenendijk.
    Het zou verplicht leesvoer moeten zijn, voor iedereen die zich hier mee bezig houdt.

    Toch heb ik een paar opmerkingen :
    – Inhoud van koran [ en soera en hadith ] maken duidelijk, dat de islam bedacht is als
    weerlegging en bestrijding, van de joodse religie en de christelijke godsdienst.
    Het is dan ook niet terecht, dat het tot de “Abrahamitische godsdiensten” gerekend wordt.
    – In de V.S. was de 44ste President Barah Hussein “Obama”, een socialistische moslim :
    die dan ook nooit de christelijke eed op de Grondwet heeft afgelegd.

    – De boeken van S. en W. van Rooy, Ibn Warraq, Hans Jansen, Machteld Allen, Bat Ye’or
    e.v.a., hebben mij veel geleerd.

    – Mijn uiteindelijke analyse, komt neer op :
    de islam is geen godsdienst, maar een overlevings- en veroverings-leer; suprematistisch en gewelddadig.
    Het hangt van vele cirkel-redeneringen aan elkaar: de grofste is : elk mens wordt als moslim geboren; wie niet volgens de letter als moslim leeft, is een afvallige; op afvalligheid staat de doodstraf.
    Verder moeten we niet vergeten, dat de islam, elke seculiere regel-gering – zoals de democratische rechtstaat, en wereldlijke rechten van het individu – afwijst en bestrijdt.
    En, volgens de AlAzhar universiteit in Cairo – het gezaghebbend instituut – wijst de islam, sinds de 11e eeuw v.d.g.j.,, elke natuur-wetenschappelijke kennis af.

  5. Ad Rek schreef:

    Heb altijd geloofd, gehoord en geleerd dat islam een orthopraxie is. Hoe rijmt dat met deze volgende zin? “…., goed beschouwd kent de Koran opvallend weinig verzen die echt concrete gedragingen aan de volgelingen voorschrijft of verbiedt”. Of is dit een vergissing misschien wordt gedoeld op d ‘herders’, de 10% ‘verstandigen’ die de leer begrijpen?

  6. Neef Jansen schreef:

    De islam lijkt mij bedacht voor buit en slaven. De westerse cultuur heeft eeuwenlang te lijden gehad onder de islam. Uitbuiting, moord, slavernij. De islam heeft vele malen geprobeerd Europa te veroveren. De Spanjaarden hebben zeven eeuwen erover gedaan om Spanje te de-islamiseren. Zuid-Italie, de Balkan, Libanon, allemaal op de een of andere manier verpest door de islam. Tegenwoordig zijn het vooral communisten die de islam importeren, faciliteren zich in te planten in onze cultuur, en beschermen tegen kritiek door elke criticus te demoniseren. Eigenlijk is heel de linkse kerk EEN groot bolwerk van islamknuffelarij. Men is blijkbaar dol op praktijken als amputeren, stenigen, onthoofden, algemeen de voortdurende en volhardende en meest gruwelijke schending van mensenrechten. Maar wat is islam? Bijvoorbeeld: “Dood de ongelovigen, waar gij hen ook vindt.” Koran 9:5. “Terroriseer de ongelovigen, toon hen hardheid.” Koran 9: 123. “Bevecht de ongelovigen tot zij zich bekeren tot de islam, of laat hen jizya (afpersingsgeld) betalen in vernederde onderwerping.” Koran 9:29. “En bestrijdt hen totdat er geen vervolging is en de godsdienst geheel voor Allah wordt.” Koran 8:40. “De islam moet alle andere geloven domineren en overwinnen.” Koran 9:33. “Maak de ongelovigen af, waar je ze ook kan vinden.” Koran 2:19 “Terroriseer en onthoofd diegenen die niet geloven.” Koran 8:12 “Voer oorlog met de ongelovigen die in je buurt wonen.” Koran 9:123 “De islam is in een eeuwige oorlog met de niet-islamitische wereld.” Koran 4:76, 60:4 “Bestrijd niet-moslims totdat iedereen moslim is.” Koran 8:39 “Maak de ongelovigen af, waar je ze ook kan vinden.” Koran 2:19 “Moslims mogen geen ongelovigen als vriend aanvaarden.” Koran 3:28 “Eender welk ander geloof dan de islam is onaanvaardbaar.” Koran 3:85 “Vermink en kruisig diegenen die commentaar leveren op de islam.” Koran 5:33 “Terroriseer en onthoofd diegenen die niet geloven.” Koran 8:12 “Moslims moeten alle wapens bovenhalen om de ongelovigen te bestrijden.” Koran 8:60 “De ongelovigen zijn onnozel en de gelovigen moeten hen bestrijden.” Koran 8:65 “Wanneer zich de gelegenheid voordoet moet je ongelovigen doden, maar je ze ook kan vinden.” Koran 9: 5 “De Joden en de Christenen zijn perverten, bestrijd hen.” Koran 9:30 “Voer oorlog met de ongelovigen die in je buurt wonen.” Koran 9:123 “Straf de ongelovigen met vuursalvo’s, ijzeren haken, kokend water. Smelt hun huid en buik.” Koran 22:19 “Verlang niet naar vrede met de ongelovigen, onthoofd hen waar je hen kan vastkrijgen.” Koran 47:4 — Koran 2:264 Ook de kinderen en bezittingen van niet-moslims zijn brandstof voor de hel. Koran 3:10 Het is de plicht van de moslim om niet-moslims de hel toe te wensen. Koran 3:12 Het is de plicht van de moslim om andersgelovigen (waaronder joden) en niet-moslims te vertellen dat ze gefolterd gaan worden. Koran 3: 21 Joden en Christenen die de koran afwijzen doen dat omdat ze hebben verzonnen dat ze maar heel even zullen branden in de hel. Koran 3:23 Laat de moslims geen niet-moslims als vrienden verkiezen boven de moslims. Koran 3:28 Wordt geen vrienden met niet-moslims want zij zijn eng. Koran 3:28 Gij zult liegen om de islam te versterken. Koran 3:28 Allah vindt niet-moslims niet lief 3:32 Allah straft niet-moslims niet alleen na hun leven maar ook tijdens hun leven! En Allah zal hun ook niet helpen. Koran 3:56 Alleen moslims zijn te vertrouwen. Koran 3:73 Allah houdt alleen van mensen die bang voor hem zijn. Koran 3:76 Alle niet-moslims gaan naar de hel. Koran 3:85 En niet-moslims worden ook nog eens vervloekt door alle engelen en mensen (niet-moslims zijn nl. geen mensen). Koran 3:87 Het maakt niet uit hoeveel niet-moslims betalen om zich af te kopen, al financieren ze de Westermoskee. Ze zullen branden in de hel! 3:91 Op de dag van het oordeel zal het gezicht van de ongelovige eruit zien als die van zwarte piet. Koran 3:106 Allah gooit ook alle kinderen en bezittingen van niet-moslims in de hel. Koran 3:116 Wordt geen vriendjes met niet-moslims. Niet-moslims houden namelijk van leedvermaak (ze lijken wat dat betreft wel wat op Allah) 3:118 Moslims die rente ontvangen moeten bang zijn voor Allah want ze zouden wel eens in hetzelfde vuur kunnen belanden als de andersdenkende. Koran 3:130 Wie een ongelovige gehoorzaamt kan in de hel terechtkomen. Koran 3:149 Maak niet-moslims bang. Koran 3:151 Treur niet om niet-moslims. Ze kunnen Allah toch niet s doen. Integendeel. Allah gaat hen straffen! Koran 3:176 Allah is niet bang voor de ongelovige, Allah zal de ongelovige straffen. Koran 3:177 De reden waarom Allah niet-moslims een onbekommerd leven laat leiden is omdat hij ze daarna nog meer kan straffen. Koran 3:178 Wie de macht van Allah onderschat, brandt in de hel. Koran 3:181 Enzovoort. Enzovoort.

  7. Neef Jansen schreef:

    Marxisme – Knuffel Knuffel – Islam – Knuffel Knuffel – Marxisme – Knuffel Knuffel – Islam — Knuffel Knuffel – Marxisme – Knuffel Knuffel – Islam – Enz.

  8. Walter Claeys schreef:

    Suggestie. The Quran Naked as the Emperor: The Quran Defleshed.

  9. Neef Jansen schreef:

    @Walter Claeys — Ik heb het gezien. Ziet er goed uit. Goede analyse. Verontrustend is evenwel de enorme importeer- en knuffel- en goedpraatindustrie die deze criminogene massapsychose omringt. In trefwoorden: relativisme, cultuurrelativisme, cultuurmarxisme, multiculturalisme, enzovoort. ‘Links’ lijkt de islam te instrumentaliseren voor de oude vete met Het Kapitaal. Mijn ervaring is althans dat vooral de Linkse medemens direct schuimbekkend op de kast zit bij ook maar een beetje islamkritiek. Ondertussen is het al zover dat ik spontaan onpasselijk wordt als ik mij al te lang verdiep in deze ‘religie van de vrede’.

    “…de moordende moslims beroepen zich glashelder op Koran en soenna. En de moordenaars kennen de islamitische teksten heel goed. Ze doen precies wat de islam van hen vraagt. De ontkennende moslims, zij die beweren dat de moordenaars geen ‘échte’ moslims zijn, doen ook precies wat de islam van hen vraagt. Namelijk het voorspiegelen aan de niet-moslims (de ongelovigen) dat er vanuit de islam geen ‘echt’ gevaar dreigt…” Wim van Rooy, Waarover men niet spreekt, De Blauwe Tijger, p. 597.

    “De verwerpelijkste misdaden van Islamitische Staat zijn slechts de eenentwintigste-eeuwse remake van wat de moslims uit de vroegste tijd geleid door de profeet hebben gedaan.” “… wat men islamisme noemt, is niets anders dan een strikte toepassing van de islam. De islam is absoluut geen religie van vrede en liefde, maar een ideologie die je haat jegens de ander bijbrengt, en die de minderwaardigheid onderstreept van vrouwen en van niet-moslims.” Zineb el Rhazoui, Vernietig het islamitisch fascisme, Prometheus, Amsterdam, 2018, p. 19 en 30.

    “Een gematigde islam bestaat niet. Het bestaat niet, omdat er geen onderscheid is tussen goede islam en slechte islam. Er is islam, en daar houdt het mee op. En islam is de Koran, en niets dan de Koran. En de Koran is het Mein Kampf van een religie die beoogt anderen te elimineren, die die anderen – niet-moslims – ongelovige honden noemt, inferieure wezens. Lees de Koran, dat Mein Kampf, nog eens. In welke versie dan ook, je zult zien dat al het kwade dat de zoons van Allah tegen ons en henzelf begaan, uit dat boek afkomstig is.“ Oriana Fallaci, The Force of Reason, 2006, p. 305.

    “In geen andere cultuur laat staan religie, zijn voorgeschreven moord, roof, slavernij en afpersing als religieuze plicht. In geen andere religie vind je de geheiligde rechtvaardiging van geweld als wil van allah tegen andersdenkenden, zoals die in de islam als integraal bestanddeel van de ideologie in de koran is voorgeschreven en in de geschiedenis is gepraktiseerd. En ook niet is er een religiestichter te vinden, die als mohammed model heeft gestaan voor oorlogvoering en ook het opdracht geven tot het vermoorden van tegenstanders.” Prof. Hans-Peter Raddatz, “Von Allah zum Terror?”, p. 71.

    “Verkrachting, diefstal, afpersing, oplichting, georganiseerde misdaad, pooierij, pedofilie, necrofilie, slavernij, psychologische oorlogvoering, moord, terrorisme en systematische genocide, leidend tot de dood van meer dan 270.000.000 mensen.” J.K. Sheindlin, The people vs. Muhammad. p. 304.

    Vormen moslims tussen 2 tot 5% van de bevolking, dan zijn er opdringerige bekerings-activiteiten, ook in gevangenis en straatbendes. 5% en meer: continu eisen wat betreft halal-eten, gescheiden onderwijs meisjes en jongens, kledingvoorschriften, was- en gebedsruimten, alcohol, honden, censuur. 10% van de bevolking: rellen, auto’s verbranden, bedreigingen, agressie, wetteloosheid. Meer dan 20%: ernstige rellen, bendevorming, aanvallen op mensen, kerken, synagoges. Vanaf 40%: slachtingen, rondtrekkende moordenaarsbendes. Vanaf 60%: ongeremde vervolging van ongelovigen, genocide, toepassing sharia en belastingheffing ongelovigen onder grote dwang. Dr. Peter Hammond, ‘Slavery, Terrorism and Islam: The Historical Roots and Contemporary Threat’.

  10. Bennie schreef:

    @Neef Jansen, ik zie links NL en met name GL en de PvdA als collaborateurs met een fascistische ideologie met een religieus sausje.