DE WERELD NU

Dit is alles wat er mis is met ons 3I-beleid

Nederlander

Allereerst, wat is 3I ook alweer? Het staat voor immigratie, integratie en islam. Deze drieëenheid is gemunt door wijlen H.J. Schoo, naar wie tegenwoordig een lezing is vernoemd en die ook door een moslim kan worden uitgesproken: Ahmed Aboutaleb.

De derde entiteit in de drie-eenheid is het meest omstreden. Tenminste, voor iedereen die de islam beschouwt als gewoon een godsdienst als alle andere. Bekend is dat (ex-)politici als Bolkestein, Fortuyn en Wilders, maar ook journalisten en wetenschappers naar de islam als ‘ideologie’ en een ‘cultuur’ kijken. Dat is vanuit de islam gezien niet eens onlogisch. Veel meer dan het huidige christendom is de islam een manier van leven en kent de islamitische theologie geen scheiding van kerk en staat.

Statistisch gezien is evident dat immigranten met een mohammedaanse achtergrond minder goed integreren in onze westerse samenleving dan nieuwkomers met een andere origine. Voordat u wegzapt – how often have we been here before? – kan ik u garanderen dat ik het verder zo kort mogelijk zal houden. 😉

Wat is er mis met het Nederlandse 3I-beleid?

Een Top 10 in betrekkelijke willekeurige volgorde:
1. Mensen die hier tijdelijk mogen blijven, of eigenlijk helemaal niet, gaan nooit meer terug. Een stelling die fel bestreden wordt door politiek-correcte wetenschappers en cijferaars – zij zien Europa graag als een soort van bedrijventerrein waar iedereen op- en afrijdt – maar vaststaat dat vélen die hier gewoon niet mogen zijn, blijven hangen. Voor langere tijd of voor altijd. (Formeel gaat het ook niet om het aantal personen dat blijft hangen; het gaat om het principe.) En daarvoor bestaat geen effectief beleid. Want werkelijk effectief beleid is niet soft, en leidt tot aanklachten van Verenigde Naties, de Raad van Europa, Amnesty International, clubs voor kinderrechten  en vermoedelijk ook tot terreuraanslagen door de AFA en ander krapuul.
2. Uitzetten is behoorlijk kostbaar. Nu we het toch over de centen hebben: sinds de PVV van Geert Wilders de kosten van de immigratie niet mocht laten berekenen en dat langs een omweg toch deed, weten we dat hierop nog steeds een zeker taboe rust. Over alle 3I-gerelateerde kosten wordt niet te vaak en niet te openlijk gesproken. Want ‘wij berekenen geen mensen’. Klopt. Alleen Nederlandse zorgverzekerden en bejaarden, die berekenen we. Daarom wordt uw eigen risico steeds verhoogd, worden er tehuizen gesloten en mag u opa in huis nemen – met als ‘beloning’ een korting op diens AOW. (‘Man, ga een keer dood; je bent al 98.’)
3. Nieuwkomers integreren niet. Wederom een generalisering, maar het gaat erom dat onze samenleving hier veel last van heeft. Wie een uitwerking van dit punt nodig heeft melde zich.
4. Nieuwkomers stellen eisen, en we gaan er nog op in ook, goedzakken en lamzakken die we zijn. Het lijkt erop dat de ontvangende samenleving zich meer aan hen aanpast dan zij aan ons. Ook dat is een generalisering; miljoenen bewoners in een beetje fatsoenlijke buurt hebben nergens last van. (Maar: need I say more? U zegt het maar…)
5. Nieuwkomers én hun nageslacht (de beroemde ‘born here(o)s’) blijken weinig tot niets te begrijpen van een Westerse samenleving. De goeden niet te na gesproken (helaas in meerderheid niet-moslims) – men denkt vooral rechten te hebben, geen plichten. Het begrip reciprociteit (wederkerigheid) is onbekend.
6. Nieuwkomers hebben lange tenen. Vrijheid van meningsuiting staat onder druk. De Kerk is sinds de jaren zestig zo ongeveer kapot gekritiseerd en geparodieerd, de islam daarentegen… (Je Suis Charlie & I Rest My Case). Ik begrijp dat de profeet niet beledigd mag worden. Ik wil ook niet beledigen óm het willen beledigen. Ons soort samenleving ként echter geen profeten of grootheden die niet beledigd mogen worden. Punt.
7. Er bestaan meldpunten voor discriminatie en racisme. Los van het feit dat moslims noch Marokkanen een ras zijn (hoef ik hier niet uit te leggen) werkt racisme in de praktijk altijd één kant op. Kaaskoppen worden niet gediscrimineerd door niet-kaaskoppen. Bestaat gewoon niet. Meld u op het politiebureau en u wordt hartelijk uitgelachen.
8. Nieuwkomers mogen niet ‘beëvangeliseerd’ worden. Nu willen heel veel Nederlanders dat niet meer (iedere krantenbezorger kent de deurstickers), maar binnenlandse zending tijdens allerlei creatieve acties, via markten, braderieën, evenementen, kindervakantieclubs enzovoort vindt natuurlijk nog steeds plaats, en zeker niet alleen door christenen. Heb een goed gesprek met een discipel, en laat ‘m weer uit of loop weer door. Moslims echter worden hysterisch als je in hun omgeving ook maar iets organiseert dat naar zieltjes winnen riekt. In sommige hardcore islam-‘getto’s’, zoals Kanaleneiland in Utrecht (Wilders woonde er) worden andersgelovigen bedreigd en geïntimideerd, vaak nog voordat er een missionair woord is gesproken, zoals blijkt uit de bijdragen op deze Facebook-pagina. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat sommige reacties zich beperken tot ‘waarschuwingen’. Dat beweren de schrijvers tenminste. Afvalligheid is binnen de islam een groot probleem, en daarmee is mensen ‘overhalen’ om de islam te verlaten dat vanzelfsprekend ook. Dat is in strijd met de godsdienstvrijheid. Dat grondrecht werkt immers nadrukkelijk twee kanten op: in een land met vrijheid van religie kan moet iedereen veilig een geloof kunnen afzweren en een godsdienstig instituut kunnen verlaten; en wie zelf missionair wil zijn, moet accepteren dat andersdenkenden hem proberen te overtuigen. Mutatis mutandis geldt hetzelfde als voor het ‘beledigen’ van een profeet. Als moslims vinden dat je de islam niet mag verlaten, is dat een probleem van de islam en moslims – niet het probleem van de westerse samenleving.
9. Nieuwkomers claimen dat ze er eigen rechtsregels op na moeten kunnen houden (in de islam: op basis van de sharia).
10. Nieuwkomers wil men te vriend houden. Politici ventileren op de meeste van bovenstaande negen punten een mening die dichtbij de mijne komt. Zij uiten hun zorgen. De meesten belijden met de mond dat de rechtsstaat staat als een huis en dat, bijvoorbeeld, in dit land voor shariarechtspraak geen plaats is. Maar intussen gebeurt er in concreto bar weinig. Ik ben nog niet vergeten dat het ‘tegengaan van islamisering geen doelstelling van beleid’ mag zijn. Maar dat is allesbehalve Westers en ‘vrij’. Westers is dat moslims, christenen, hindoes, Joden, ietsisten en andere -isten en -fielen vrijheid van geloof, overtuiging en verkondiging hebben. Islamisering daarentegen houdt verdringing en dwang in. De basis is onverdraagzaamheid en minachting voor alles wat niet islamitisch is. Dat niet willen tegengaan – mét behoud van en garanties voor geloofsvrijheid voor iedere inwoner – grenst aan het waanzinnige. Het symboliseert een ziekelijke drang tot zelfvernietiging.

En daarmee is het plaatje rond. Er verandert eigenlijk geen reet.