DE WERELD NU

Hoeveel roodharigen zijn er te zien op televisie?

roodharigen

Ja, hoeveel roodharigen zijn er eigenlijk te zien in allerlei programma’s op televisie? En om de vraag uit te breiden: hoeveel zitten er in de regering, parlement, zijn burgemeester of wethouder? Hoeveel zitten er in de hoogste echelons van bedrijven en ministeries, staan voor de klas, op de preekstoel, zijn journalist of toneelspeler?

Het moet moeilijk zijn voor roodharigen om de eigen identiteit te vinden met zo weinig zichtbare en belangrijke rolmodellen. In de überblonde serie ‘Dokter Deen’ is er welgeteld één roodharige aanwezig. Hij speelt de zielige barkeeper die niet altijd de juiste dingen zegt, verliefd wordt op paarden en regelmatig bij de dokter op het spreekuur verschijnt vanwege zijn hypochondrie. Die roodharige mag nooit dokter Deen redden van een of andere narigheid, Hij wordt afgeschilderd als dumbo. De überhollandse serie bevestigt hier het vooroordeel dat je aan roodharigen helemaal niets hebt. Ze zijn nog net goed genoeg om in een dienende functie voor de überblonden een biertje te tappen.

Het ergste is dat er geen vereniging, instituut, politieke partij, of leerstoel bestaat die het voor de bleekhuidige roodharigen opneemt. Er vindt geen belangenbehartiging plaats om hem kansen te geven en discriminatie weg te nemen. Er is geen diversiteitsbeleid dat hem een plaats onder de zon geeft. In de jaarlijkse troonrede wordt hij niet genoemd, er worden geen boeken over zijn lot geschreven, er zijn geen buitenlandse mogendheden die het voor hen opnemen. Er is geen buitenland waar hij onder zijns gelijken kan zijn. De media negeren de roodharigen alsof ze niet bestaan. Alleen als ze een zielige dumbo nodig hebben casten ze een roodharige.

Het begint al bij de geboorte. Als het kopje verschijnt roept de verloskundige verschrikt “ohjee een rooie!”. De ouders schrikken eveneens, maar nemen zich voor van hem evenveel te houden als van hun blonde kindjes. Als peuter begrijpt hij nog niet alles, ook niet als oma zegt: “toch jammer van dat rode haar”. Tegen de tijd dat hij kleuter is weet hij: “ik ben anders dan de rest” en dan moet het echte leven nog beginnen. Dat begint als regel op de basisschool. Het rode haar wordt een mikpunt van de bully’s en hun aanhang. Ze maken hem duidelijk dat hij er eigenlijk niet bij hoort, dat hij minder en zwakker is en op niemand kan rekenen. Hij staat er alleen voor en de beste strategie is om zo onopvallend door het leven te gaan wat met een rode haarkleur nog niet meevalt. Zijn onderwijzer zal minder hoge verwachtingen van hem hebben en vermoedelijk is het aantal analfabeten onder roodharigen hoger dan gemiddeld.

De roodharige begint met weinig zelfvertrouwen aan het vervolgonderwijs. Juist in die fase begint de identiteitsvorming van belang te worden. De roodharige hoort echter nergens bij en heeft als hij hersens heeft geen andere uitweg dan nar of nerd te worden. Hoe hij ook zijn best doet, hij heeft weinig kansen. Zelfs op een boekhoudbureau hebben ze liever een blonde medewerker. De roodharige gaat liever niet bij de politie, het leger of de brandweer omdat het daar vol zit met bully’s die hem onbeschaamd vragen of zij geslachtshaar ook rood is en dat dan wel willen zien.

Het leven van de roodharige wordt gevuld met stress en stressvermijding. Hij is vaker ziek en belandt nog al eens op de bank bij de psychiater. Die geeft hem kalmeringsmiddelen om de stress te dempen, wat kan hij anders doen. Veel roodharigen gebruiken allerlei middelen om hun sproeten te verbergen en hun haar blond te verven. Wat aan de buitenkant gerepareerd kan worden, kan aan de binnenkant echter niet. Hij wordt nooit beoordeeld op wat hij kan, maar altijd weer op hoe hij eruit ziet. Zijn trouwste vriend zal een hond zijn. Wie gaat er nou een biertje drinken met een rooie. Dat leidt alleen maar tot situaties waarin je niet weet wat je moet doen. Wat moet je bijvoorbeeld doen als een gespierde blonde je rooie vriend begint te treiteren. Dat risico loop je liever niet.

Het leven is zwaar voor een rooie. Je familie kan al tien eeuwen op Nederlandse bodem vertoeven, maar er echt bij horen is niet van toepassing. Je leven is nog zwaarder dan dat van de gemiddelde migrant. Die kan altijd nog terugvallen op zijn gemeenschap die uitsluiting veroordeelt en iedereen die anders is een racist noemt. Dat kan een rooie niet. De rooie heeft als regel een bleke huid die eerder verbrandt dan bruin wordt. Voor de gekleurde migrant is hij een typisch voorbeeld van een bleekscheet en dat laten ze hem weten ook.

Laten we lief zijn voor roodharigen en andere minderheden met kleuraspecten. Anders worden ze terrorist, of terroriseren ons als columnist.


Dit artikel verscheen eerder op Peter’s Blogboek

2 reacties

  1. Karina schreef:

    Met plezier gelezen.

  2. Gerrit Joost schreef:

    Jan wordt eerder aangenomen dan Piet. Piet valt overal buiten de boot. Ze maken Piet altijd zwart en dit mag ook al niet meer… Het is echt sneu als je Piet heet.