DE WERELD NU

Het evenwicht in de rechtsstaat

rechtsstaat

In het algemeen onderscheidt men drie centra van de macht bij de overheid: de uitvoerende, de wetgevende en de rechtsprekende macht.

Alle drie deze machten behoorden oorspronkelijk tot het machtsbereik van de vorst, maar gesplitst kunnen zij elkaar in evenwicht kunnen houden. Dat was de gedachte die men onder meer kan terug vinden bij Montesquieu.

Het is dit systeem van checks en balances dat in de praktijk de werkzaamheid van de rechtsstaat moet garanderen en machtsmisbruik tegengaan. In de Verenigde Staten bestaat dit systeem tot op grote hoogte maar in Europa niet meer.

Wanneer te veel macht in één hand komt dan kan er formeel nog wel sprake zijn van democratie en van een rechtsstaat, maar de praktijk is dan meestal anders. In de West-Europese democratische rechtstaten is de macht minder opvallend in één hand gekomen dan dat in de vroegere communistische landen van oost Europa het geval was. Minder ook dan het nu nog steeds is in China en Rusland en Latijns Amerikaanse landen als Venezuela en Cuba. Maar ook in West Europa is er geen sprake meer van het oorspronkelijke machtsevenwicht.

Het onderscheid tussen uitvoerende en wetgevende macht is vaag geworden. Parlement, regering en politieke partijen vormen een groot complex waarbinnen geen onderlinge checks and balances meer bestaan. Alleen de rechterlijke macht is nog min of meer onafhankelijk[1]. De pers wordt wel als een nieuwe macht erkend, maar het begrip vierde macht, waarbij men er van uit gaat dat de drie oorspronkelijke machten nog steeds bestaan, is op de pers eigenlijk niet van toepassing.

Men zou ook aan het ambtenarenapparaat nog een aparte positie kunnen toemeten. De tijd dat ambtenaren de gehoorzame uitvoerders waren van de instructies van de politieke machthebbers is immers voorbij.

Het apparaat leidt in hoofdzaak een eigen leven en voegt zich alleen voor zover de politiek de grenzen in acht neemt die de ambtenaren stellen. De reguliere partijen passen zich aan en nieuwe partijen zoals de SP en de PVV komen niet aan de macht.

Het onderscheid tussen politiek en ambtenarij is vloeiend geworden. Wie in een van beide carrière wil maken gebruikt de andere als springplank.

Een en ander heeft tot gevolg gehad dat het bestuurlijk politieke complex in Den Haag een wereld apart is geworden dat meer naar binnen is gericht dan op de aanpak van de problemen die in de samenleving leven.

Tegen het streven naar eenwording in Europa vallen veel bezwaren in te brengen , zoals Baudet c.s. naar aanleiding van het referendum indertijd hebben laten weten. Maar het zou tot voordeel kunnen hebben dat de bestaande machtsstructuren in de lidstaten van de Unie eens grondig op de schop gaan. En daar is alle aanleiding toe.


  1. De minister van justitie heeft een paar jaar geleden de rechters onder druk gezet om meer ‘omzet’ te maken. Daar is de rechterlijke macht gelukkig tegen in opstand gekomen. In de eerste plaats heeft de minister zich met ‘de omzet’ van de rechterlijke macht niet te bemoeien en bovendien is in een rechtsstaat de kwaliteit van meer belang dan de kwantiteit. Wel zou het departement kunnen zorgen voor een nieuw soort rechters die zich met eenvoudige zaken bezig houden.

Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp

1 reactie

  1. Victor Onrust schreef:

    “Alleen de rechterlijke macht is nog min of meer onafhankelijk” Meer min dan meer. Ik ben nu “De liegende rechter” ( https://www.bol.com/nl/p/de-liegende-rechter/9200000064042219/ ) aan het lezen. Geschreven door de slachtoffer-advocaat zelf, dus nogal wijdlopig. Maar wel zeer schokkend. En het is geen incident.