DE WERELD NU

Herlezen: Philip K. Dick

Vreemdeling, Pastorale 1943

Philip K. Dick is een van de bekendste auteurs die niemand kent. Maar weinigen zullen zijn verhalen en romans gelezen hebben, omdat alleen de kaft al afstootte: SF!

Met de inleiding hierboven refereer ik aan het algemeen geldende idee dat SF vooral pulp is. Daar zijn natuurlijk argumenten voor, heel goede zelfs. Desondanks doet het veel af aan de vaardigheid en kwaliteiten van veel auteurs die in het genre actief waren, en er ten onrechte een soort van literair stigma aan over hielden. Is oude SF (nieuwe komt nauwelijks nog uit, als genre staat het zwaar onder druk) nog de moeite van het lezen waard? Wat u wellicht zoudt moeten overdenken, is dat we vandaag de dag leven in een toekomst waar men in de jaren zestig en zeventig over schreef.

Waarom noemde ik Philip K. Dick een van de bekendste auteurs die niemand kent? Omdat naast 44 romans zijn beste werk uit korte verhalen bestaat, die zo rijk aan ideeën zijn dat je er heel veel mee kunt. En de groep die er de afgelopen jaren het meest mee deed zijn regisseurs van allerhande films, zoals:

Blade Runner (1982), (oorspronkelijke titel: Dromen androïden van elektrische schapen?
Total Recall (1990),
Minority Report (2002),
A Scanner Darkly (2006),
Paycheck (2003),
Next (2007),
The Adjustment Bureau (2011)

Onder anderen.

Wat ik maar zeggen wil, niet gering voor iemand waarvan u nog nooit hoorde. Het is vrijwel onmogelijk nooit eerder met het werk van Dick in aanraking te zijn geweest, ondanks dat u zijn naam hier mogelijk hier voor het eerst ziet. Zie voor de totale omvang van de invloed van Philip K. Dick het hierboven gelinkte Wiki-lemma. U zult staan te kijken van invloed en omvang.

Wat bracht me er op dit weekend? Curieus genoeg een van zijn verhalen die vorige week werkelijkheid geworden bleek. De CIA werd afgelopen week door WikiLeaks te kijk gezet als samenzweerder met een aantal elektronicagiganten in staat geweest persoonlijke elektronica als TV’s telefoons etcetera te gebruiken als afluisterapparatuur. Ook als ze niet aan stond. Het deed me gelijk denken aan een briljant verhaal, waarin een vertegenwoordiger die TV’s verkoopt desgevraagd een speciaal model kan leveren, maar tegen tien keer de normale prijs.

De reden voor die hoge prijs is niet meteen duidelijk, maar naar het verhaal zicht ontspint kom je er achter dat er een geheim kanaal beschikbaar is op het ‘speciale model’. Via dat kanaal kun je heen en weer schakelen naar TV’s die elders uit staan, en die gebruiken om een inkijkje te nemen in het dagelijks leven van andere TV-bezitters.

Zoals u beseffen zult, is dit niet alleen een voorschot op porno (door het verhaal geenszins genoemd, maar het volgt er logisch uit), maar eveneens op reality TV en andere TV-programma’s waarin ons dagelijks leven tot op de minuut gevolgd wordt in (vrijwel) al haar facetten. In het verhaal krijgt de hoofdpersoon een toestel op proef, en zien we hem gefascineerd kijken naar een echtelijke ruzie die elders in de stad plaats vindt. Hij vindt het interessanter TV dan het reguliere programma.

Hij besluit het toestel te kopen, omdat, zoals de verkoper opmerkt, het te interessant is om niet te hebben, en dat je alléén als eigenaar van een speciaal model tweerichtingsverkeer hebt. Op de achtergrond hoort u de CIA knikken.

Een eenvoudig maar briljant verhaal, dat als ik me goed herinner begin jaren zestig geschreven werd. Veel van Dicks korte verhalen bezitten dit type briljante visies op toekomstige ontwikkelingen. Zijn romans vind ik zelden groots, wat voor mij illustreert dat zijn ideeën belangrijker waren dan zijn literaire kwaliteiten.

SF is vaker werkelijkheid geworden, veel vaker zelfs. Meest beroemde voorbeeld zijn de drie Wetten van Robotica die door Isaac Asimov werden geformuleerd, en bij de programmering van ook heden ten dage worden gebruikt.

Philip K. Dick (1928-1982) is niet oud geworden. Hij kreeg op zijn 53e een hersenbloeding waaraan hij is overleden. De meeste erkenning buiten de SF kwam pas na zijn dood, alleen met Bladerunner is men de verfilming nog begonnen tijdens zijn leven.

3 reacties

  1. Nog een bespreking van SF: Asimov’s Foundation
    http://verenoflood.nu/de-tweede-schepping/

  2. D. G. Neree schreef:

    Leuk om te lezen.
    Inderdaad was het stempel “SF” een reden voor literaire critici om het genre als minderwaardig te beschouwen, op hetzelfde niveau als detectiveverhalen en andere als “pulp” aangemerkte genres. Na WOII en vooral de jaren ’50 en ’60 was het echter het genre dat alle implicaties onderzocht van de technologische explosie die sinds de uitvinding van de stoommachine en de beheersing van elektriciteit e.d. plaatsvond, met Jules Verne als grondlegger van het genre. In mijn jeugd stond mijn boekenkast vol met de pockets van Bruna, Meulenhoff, etcetera. SF (ik zal maar niet zeggen hoe ik eraan kwam) en verslond ik alles op dat gebied.

    Achteraf gezien is SF grofweg in drie of vier stromingen te verdelen, met natuurlijk overlappingen en vreemde eenden in de bijt. Aan de ene kant was er de ‘technische’ SF, die vooral de technologische mogelijkheden onderzocht, zoals ruimtevaart en robots, met als belangrijkste auteur Isaac Asimov en aan het andere uiterste van het spectrum de naar Fantasy neigende beschrijvingen van en belevenissen op andere planeten en wereldvreemde (!) samenlevingen, met als voorbeeld schrijvers als Ursula le Guinn en Jack Vance. Daartussenin bevonden zich de meer psychologische SF, waar de aandacht meer uitging naar de maatschappelijke en psychologische toestanden in een mogelijke (utopische, dystopische of chaotische) toekomst. De laatste stroming las ik het liefst. de technische SF vond ik vaak te gekunsteld en de mensen in de verhalen te eendimonsionaal. Hier ook als voorbeeld Isaac Asimov. De avonturen in beschavingen op andere planeten vond ik eigenlijk in het Fantasygenre thuishoren en voegden naar mijn mening niet zoveel toe qua het ‘science’science fiction.
    Van de middelste stroming smulde ik en vooral van de korte verhalen. Hier hoorde Philip K. Dick inderdaad bij, evenals Robert Sheckley, Robert Heinlein, Ray Bradbury en de zeer humoristische verhalen (met altijd een twist op het eind) van Fredric Brown. Maar de lijst is langer natuurlijk en niet alle schrijvers bonden zich aan één stroming.

    Wat die schrijvers gemeen hebben denk ik, is het onderzoek naar wat werkelijkheid is en de plaats en functie van de menselijke waarneming en identiteit daarin. Is de werkelijkheid werkelijk zoals we hem waarnemen of bestaan er evenzoveel werkelijkheden als er mensen zijn? Het grote literaire belang van schrijvers als de genoemden is dat ze buiten de bestaande ‘werkelijkheidsframes’ probeerden te treden en zich niet tevreden stelden met de geijkte thema’s zoals bijvoorbeeld detectiveverhalen in een science-fictionsetting. In de ‘psychologische’ stroming werd meer ‘inner space’ onderzocht dan de ‘outer space’ danwel de wisselwerking daartussen of de grensvervaging bij de ontdekkingstocht door parallelle universa zowel als door psychedelica opgewekte alternatieve werkelijkheden.

    Schrijvers als Philip K. Dick hebben in mijn jeugd een grote invloed gehad op mijn ontwikkeling en daarvoor dank ik ze hartelijk, evenals Hannibal voor bovenstaand artikel, dat even een deur opent naar dit verleden van de toekomst zal ik maar zeggen.

  3. D. G. Neree schreef:

    @Victor. Even terugkomend op je reactie onder het Asimovartikel (reageren is daar afgesloten). http://verenoflood.nu/de-tweede-schepping/
    Ik ben er min of meer van overtuigd dat moraal en ethiek uit logische principes bestaan die het individu bekijken als onderdeel van het geheel en een actieve acteur in het heden, die zijn eigen toekomst en dat van ‘het collectief’ bepaalt. Immers: een gebod als “Gij zult niet stelen” is niet zozeer een verbod, maar kan beschouwd worden als een objectieve logica. Bijvoorbeeld: door te stelen kweek je een sfeer waardoor jij zelf straks ook bestolen wordt en als stelen gemeengoed is, dan is er geen zekerheid en bescherming, waardoor niet alleen het individu maar ook het collectief in zijn bestaan bedreigd wordt.

    Het zou dus in principe mogelijk zijn om de logische structuur van moraal/ethiek in een computerprogramma in te bouwen. Maar in de praktijk zal een dergelijke robot voortdurend voor situaties komen te staan waar hij/het een afweging moet maken en buiten de logica moeten treden, waardoor een dergelijke robot pas na vele mislukkingen en ervaringen tot betere acties kan komen, maar die mislukkingen kunnen al wel grote schade aanrichten.

    Het is een interessant probleem, dat in de toekomst acuter zal worden denk ik.