DE WERELD NU

Haar politieke toekomst kan dit kabinet al niet meer schelen

hoe een parlement de democratie af schaft

Dit jaar laat ik de APB aan me voorbij gaan, want dit kabinet heeft geen politieke toekomst. Mij is volkomen duidelijk dat dit kabinet hoogstens uit zal voeren wat de fractieleiders tijdens de formatie overeengekomen zijn, en liefst zo min mogelijk meer of anders.

Dat ik geen signaal van vertrouwen in de politieke toekomst zie heeft redenen. Redenen die verder gaan dan de merkwaardige bemensing (NB: veel relatief onervaren mensen uit partijen die zich voorstaan op hun bestuurlijke gewicht) van deze regering, al is dat ook zeker een factor.

Zo hebben we daar de krampachtige wijze waarop diverse maatregelen van start af werden aangevat. Het raadgevend referendum werd zonder discussie van belang van tafel geveegd. Niet omdat er zwaarwegende redenen voor waren, maar omdat de premier er niet mee kon omgaan. Inspraakmogelijkheden voor een mondige bevolking is niet wat Mark Rutte als ideaal regeringsmodel beschouwt, maar vooral het tempo waarmee dit werd doorgedrukt was tamelijk verbazingwekkend. Er moest kennelijk zoveel mogelijk tijd tussen de afschaffing en de eerstvolgende verkiezingen worden gevlochten, en daar mocht de zorgvuldigheid best het slachtoffer van worden. Niet alleen een bestuurlijk affront aan het electoraat, maar tevens een eerste bedekte uiting van wantrouwen in de politieke toekomst van deze coalitie.

Dan de discussie over de dividendbelasting. Ook hier zien we een volkomen uit de hand gelopen discussie die slechts wordt afgestopt met het machtswoord van het regeerakkoord. Diverse fractieleiders hielden er op de meest nadrukkelijke wijze afstand van, met slechts afspraak is afspraak als argument. Of die afspraken goed voor het land zijn – zaken die in de volle breedte van het parlement besproken dienen te worden – doet voor niemand binnen de coalitie nog ter zake. De verveeldheid waarmee al tijdens de afschaffing van het raadgevende referendum de bezwaren van de oppositie werden aangehoord kreeg hiermee een herkenbaar vervolg.

Ook de beloften over de koopkrachtgroei die het kabinet bij gelegenheid van Prinsjesdag doet tonen eenzelfde onverschilligheid – en dat voor een kabinet met een meerderheid van slechts één zetel in de Tweede Kamer. Een kabinet bovendien, dat haar meerderheid in de Eerste Kamer komend voorjaar zal verliezen tenzij er een waar wonder gebeurt. Opnieuw geen signaal van vertrouwen in de eigen politieke toekomst. Tegen de tijd dat het volk ontdekt dat het met alle voorspiegelingen op Prinsjesdag bedrogen is, zou dit kabinet de eigen uitvaart al hebben kunnen bijwonen. Wie dan leeft, die dan zorgt? Men zou GroenLinks èn de SP moeten verleiden tot (incidentele) steun, maar de facto betekent dat óók dat de mening van de ChristenUnie binnen dit kabinet niet langer ter zake zal doen. Twee mogelijkheden; a)  de CU slikt verder alles voor zoete koek b) de CU blaast zelf het kabinet op. Al dan niet met het dreigement van verkiezingen of door eenvoudig te vertrekken. Verkiezingen zijn het enige waar de coalitie nu angst voor zou moeten hebben, maar de voortdurende neergang van de Regentenpartijen bij verkiezingen en in peilingen maakt dat Rutte3 met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid het laatste kabinet oude stijl (zoals na de Tweede Wereldoorlog) dat we zullen meemaken voor de komende decennia.

Dan zijn er nog wat losse eindjes die al evenmin het idee geven dat dit kabinet een politieke toekomst heeft.

1.Premier Rutte zit overduidelijk te azen op een baantje in Brussel (de onwil om tijdens de formatie zelfs maar te spreken met de PVV demonstreerde een hondse trouw aan de directieven uit Brussel) . Al in een vorige situatie waarin dat speelde (Balkenende) werd vastgesteld dat het vertrek van de premier binnen het Nederlandse staatsrecht nieuwe verkiezingen noodzakelijk zou maken. Pijnlijk genoeg zou dat ditmaal mede afhangen van de stand van de peilingen, waarbij de score van zowel VVD als GL bepalend zal zijn.

2.En als laatste wat ik vandaag noemen wil is de afwezigheid van het thema asielmigratie, immigratie en integratie uit de troonrede. De suggestie dat het kabinet dat maar een hete aardappel vindt spreekt uit alles, en dat de premier Brusselse ambities heeft maakt het nog minder eenvoudig het zelfs maar ter sprake te brengen. Talenwonder Timmermans zou het niet verdragen dat zijn eigen achterland hem daarin in de steek laat, en het gekuip waartoe deze in staat is zou de premier Brusselse schade kunnen doen oplopen. Door mopperend precies te doen wat Brussel wil houdt Rutte het Europese midden. Wat zijn kiezers willen doet voor hem niet langer ter zake – het zal eenvoudig zijn probleem nooit meer worden.

Dat overduidelijke ongeloof in de eigen politieke toekomst van dit kabinet maakt dat er alleen onderhoud aan zal worden verricht als voor de premier geen baantje in Brussel beschikbaar komt. Dan is – om de politieke toekomst aan te kunnen – een nieuwe onderhandelingsronde over het regeerakkoord eind 2019 aangewezen. Als echter voor die tijd een economische crisis uitbreekt zal dit kabinet geruisloos verdwijnen. De kans daarop is groter dan veel mensen beseffen.