DE WERELD NU

Geloof

geloof

Geloof gaat niet over de waarheid, als tegengesteld aan leugen. Geloof gaat ook niet over de inhoud van heilige boeken. Geloof gaat over de samenleving waar het deel van uit maakt.

Ik zag een gesprek op de TV tussen twee gelovige joden van wie er een homoseksueel was. Die was er zich van bewust dat seksuele omgang tussen twee personen van het hetzelfde geslacht in Leviticus is verboden. Voor joden en christenen geldt immers hetzelfde als voor mohammedanen: het praktiseren van homoseksualiteit mag niet. Toch had hij in zijn contact met rabbijnen daar nooit last van gehad, zoals ook dominees en pastoors in Nederland niet vlug meer het soort Bijbelteksten in de mond zullen nemen die in dit gesprek aan de orde kwamen.

Een geloofsgemeenschap kan blijven bestaan ook al worden de geloofswaarheden niet allemaal meer aanvaard en al verandert het wereldbeeld van de gelovigen.

Gematigde moslims, Tariq Ramadan bijvoorbeeld, als je zijn uitspraken in Rotterdam voor oprecht aanneemt, zijn van mening dat dit ook geldt voor hun geloof. We zien daar in de praktijk alleen duidelijk minder van dan bij de christelijke en joodse geloofsgemeenschappen. Dat heeft te maken met het gebruik van geweld voor het handhaven van geloofswaarheden. De islam kent dat soort godsdienstig geïnspireerd geweld. In het joden- en christendom is het niet langer gangbaar.

Er blijkt dus een relevant verschil te zijn tussen de islam en de andere twee monotheïstische godsdiensten op dit belangrijke punt: Bij de joden en christenen roepen de godsdienstige leiders niet openlijk op tot geweld en bij de islam wel. Dat heeft niet met de geloofsinhoud te maken, in ieder geval niet met de joodse geloofsleer. Die is even gewelddadig als de mohammedaanse. En ook niet alle godsdienstleraren roepen op tot geweld, maar voldoende doen het wel. Zij worden door hun collega’s niet openlijk afgevallen en gecorrigeerd en zij bepalen in het algemeen de publieke opinie in moslimlanden. Egypte, dat toch geldt als een van de meest ontwikkelde landen in de Dar al Islam, heeft in de loop der jaren een aantal van haar liberale godsdienstleraren het land onder bedreiging met geweld zien verlaten. Anderen trekken zich terug uit het openbare leven.

Geweld is ook niet beperkt tot handhaving van godsdienstige regels, het breidt zich uit naar andere aspecten van de samenleving. In Maleisië, dat enige eeuwen Britse beschaving achter de rug heeft, permitteert de premier zich een optreden tegen niet-moslims en trouwens ook tegen islamitische politieke tegenstanders, waarmee hij in geen Angelsaksisch of Europees land politiek zou overleven. Men dient zich hierbij goed te realiseren dat geweld om meer dan een reden verwerpelijk is. Niet alleen vanwege zijn directe gevolgen maar ook omdat het de positieve ontwikkeling van een samenleving in de weg staat en minderheden erdoor in staat zijn hun wil aan meerderheden op te leggen.

In het buurland van Maleisië, de Filipijnen, dat overwegend katholiek is, zijn de moslims een bron van geweld. In het andere buurland, Indonesië, zijn het de moslims die de terreuraanslagen plegen tegen vreemdelingen en die hun christelijke landgenoten vervolgen, al is de schaal van het moslimgeweld daar relatief beperkter dan op de Filipijnen.

De vraag die de rest van de wereld zich zou moeten stellen is hoe de ideeën van mensen als Ramadan, die hier in Europa een humanistische en geweldloze islam predikt, kunnen worden verwezenlijkt en wie zich daar in de moslimwereld sterk voor zou willen maken. Alleen als in de moslimwereld zelf het voortouw wordt genomen voor een liberalisering, kan het westen daar effectief steun aan geven. Mocht blijken dat geluiden als die van Ramadan alleen in het westen worden gehoord en geen enkele weerklank hebben in de Dar al Islam, zoals dat tot nu toe het geval lijkt te zijn, dan hoeft niemand erg optimistisch zijn over de mogelijkheden in Nederland en andere westerse landen. In het westen is de islam een middel tot culturele zelfhandhaving van de moslims. Hun identiteit wordt daarom niet in het westen bepaald maar in de thuislanden. Het zijn niet de westers televisie-uitzendingen die worden bekeken, ook niet als hun geloofsgenoten daar optreden, maar de satellietbeelden uit het Midden Oosten en de Maghreb.

Marcouch en zijn omgeving en ook voormalig burgemeester Cohen van Amsterdam waren van mening dat een liberale islam met behulp van westerse overheden tot stand kan worden gebracht. Zij meenden dat dit een vooruitgang kon zijn ook als het alleen zou gebeuren binnen de Europese gemeenschappen van moslims. Dat is geen idee dat op voorhand zou moeten worden verworpen, maar hoe stelt men het zich precies voor? Marcouch meent dat het kan door middel van liberale Koranlessen op Nederlandse scholen. Zou dat zonder contradwang kunnen lukken als de in Nederland werkzame imams zich daar tegen verzetten en de ouders oproepen die lessen voor hun kinderen te mijden? Kan de Nederlandse overheid wel ingrijpen in de richtingenstrijd binnen de islam? Staat dat niet averechts op de scheiding van kerk en staat en is het uiteindelijk niet in strijd met de godsdienstvrijheid? De ervaringen zijn tot nu toe niet erg positief. Toen in de Turkse moslimgemeenschap in Amsterdam een meer orthodoxe richting de overhand kreeg, heeft de gemeente zonder succes geprobeerd om irreguliere subsidies die aan de liberale vleugel waren verleend weer in te trekken. Terecht beriepen de orthodoxen zich toen op hun recht van inmenging verschoond te blijven. Daar had het ingrijpen van de lokale overheid in elk geval niet goed gewerkt.

Zouden we in een afweging tussen handhaving van het recht en integratie van de islamitische gemeenschap onze grondwettelijke waarborgen en vrijheden opzij willen zetten? Zijn we bereid wetten en verdragen daarvoor aan te passen? Ethiek is vaak een kwestie van dit soort afwegingen. Max Weber waarschuwde al dat een Gesinnungsethik of een huiver voor vuile handen doorgaans tot slechte politiek leidt.

Ik ben bang dat in dit geval de hoeveelheid goodwill in Nederland tegenover de moslims die dit impliceert en omgekeerd ook van de moslims tegenover de Nederlandse samenleving niet toereikend zal zijn voor het soort beleid dat Cohen en Marcouch voorstaan en dat daarom een naaste toekomst van conflicten waarschijnlijker blijft dan een van integratie en wederzijdse tegemoetkoming.


Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp

4 reacties

  1. Bob Fleumer schreef:

    Tariq Ramadan preekt taqiya dat doen alle moslims, zo niet dan zijn het geen moslims meer.
    Om de islam in een goed daglicht te stellen moet je wel liegen want het is een moordenaars bende.

  2. Thomas schreef:

    Een liberale islam is te vergelijken met een leeuw die spinazie eet., gewoon flauwekul.

  3. Johan P schreef:

    Kletkoek.
    Dit is het soort geneuzel dat politici de burgers voorkauwen. Er bestaat geen gematigde islam. Er bestaan alleen moslims die islam niet zo strict volgen. Echter, op het moment dat ze zouden moeten kiezen tussen gematigd zijn en worden vervolgd door degenen die de leer wel strict volgen of zich conformeren zal het leeuwendeel zich conformeren en op zn best achter gesloten deuren zichzelf voor de gek houden.
    Islam drijft op geweld. Het is niet voor niets dat de doodstraf de straf is voor het verlaten van islam. Zonder die dwang was islam nooit zo groot geworden.
    Iedereen die beweert islam te kunnen omvormen leeft of in een droomwereld, of liegt. En ja, soms zijn dingen gewoon zo simpel.

  4. toon kasdorp schreef:

    Progressieve mensen in Amerika en Europa zijn zelf godsdienstloos maar verdedigen de vrijheid van godsdienst van iedereen en met name van de moslims die hier meestal illegaal verblijven. Dat heeft iets sympathieks, vind ik, maar ze hebben geen idee wat het moslim geloof aanricht onder onze immigranten hier. We zouden lang niet zo veel last hebben van de immigratie, als we moskeeën, moslimscholen en andere uitingen van dat geloof zouden verbieden en het gemakkelijk zouden maken voor streng gelovigen om ergens anders heen te gaan. Het zou beter zijn als we alle immigranten van moslim afkomst zouden voorzien van een nieuwe woonplaats ergens in Afrika. Als we Marokko een behoorlijk bedrag zouden bieden voor haar grensgebied met Mauritanië zouden we ze daar onder kunnen brengen. Dat zou bovendien het soort project zijn dat Europa haar zelfvertrouwen terug zou kunnen geven.