DE WERELD NU

Falende democratie?

Bedreigingen, eenheid van prijs, een land van deugers, Academisch tuig, Stalinisme, Duitsland, Applestore overval, Olympische Spelen, Rechters, wereldregering, Oekraïne, Therapeutenangst, Qatar, Cultuur en politiek, Onveilig, basis, Politiek, Zwart, Overlast, Vrouwen en kinderen

Een van de belangrijkste zaken die de gedachten van weldenkend Nederland de laatste jaren bezighoudt is het `falen van de democratie`.

Dat hiermee in Nederland in de eerste plaats wordt bedoeld, dat het electoraat zich heeft afgekeerd van de systeempartijen PvdA en CDA is al een indicatie dat de invulling van de vraag wellicht mankementen vertoont. Navenant is het afgeven van gevestigde politici op populisten. Populisme is de essentiële corrigerende factor van een gezonde democratie, want het kan alleen gedijen als het electoraat zich door de zittende regenten als onvoldoende gehoord beschouwt.

Ik gebruik de term regenten in de bovenstaande zin niet per ongeluk of in een poging een tegenstelling te creëren tussen volksvertegenwoordiging en bestuur. Regentesk gedrag van bestuurders genereert namelijk populisme. Het is het excuus voor een rode lap die ontevredenen gebruiken voor hun aanvallen op de zittende macht. Maar ontevredenen zijn er altijd. Niet alleen is het onmogelijk iedereen tevreden te stellen, altijd zijn er ook die zich niet tevreden willen láten stellen. Bij vrijwel elke verkiezing doen er kleine splinterpartijtjes mee, die zo goed als altijd met een miniem aantal stemmen de vergetelheid tegemoet gaan. Als echter voldoende onvrede ontstaat om populisten een kans te geven, is de praktijk dat één partij als de focus van die onvrede functioneert, ongeacht de concurrentie van de gebruikelijke kansloze splinterpartijtjes.

Dat één partij die onvrede blijkt te kanaliseren is op zich al een signaal, dat het niet gaat om een algemene onvrede (hoezeer die ook een grote rol kan spelen), maar dat een breed gevoeld ongenoegen zich in één bedding perst. Er is dus sprake van een zeker groepsgedrag. Splinterpartijtjes zijn altijd een manifestatie van mensen die buiten het centrum van de macht zijn gevallen, soms zelfs buiten de maatschappij. De consequentie van een brede populistische beweging is dat een breed gevoeld ongenoegen aan de oppervlakte komt. Ongenoegen, dat geen uitweg wist te vinden via de geijkte kanalen van de gevestigde partijen. Binnen gevestigde partijen zijn carrièrekansen niet zelden belangrijker dan als specifiek gevoelde wensen van nieuwkomers.

Daar komt nog iets bij. Sociale mobiliteit binnen een maatschappij volgt een cyclisch patroon. Elites hebben de neiging zich af te sluiten voor nieuwkomers, en als die verstopping voldoende knellend wordt, moet een zekere vorm van revolutie die verstarring doorbreken. In een gezonde democratische samenleving gaat dat met horten en stoten, maar het zal geen waarachtige revolutie tot gevolg hebben. In het ideale geval zal het worden opgepakt door gevestigde groepen, die het elan ook ten eigen dienste zullen gebruiken om veranderingen te bewerkstelligen. De jaren zestig zijn een uitnemend voorbeeld van een dergelijke omwenteling binnen de Nederlandse politiek.

Uit de aard der zaak, geregeerd door het cyclische karakter dat ik al noemde, is het echter onvermijdelijk dat de verworvenheden van de omwenteling in een later stadium verworden tot knellende banden. Altijd ontstaat een nieuwe groep die zaken anders (beter!?) wil regelen, en altijd zal er aanleiding ontstaan tot een generatiestrijd, die ook een strijd om de macht is.

Een falende democratie wordt daarom niet gekenmerkt door het opkomen van populistische bewegingen en een proces van verzet tegen de heersende regenten. Integendeel. In een falende democratie wordt een dergelijke beweging van onderaf door regenten onderdrukt, en wordt een groep duurzaam uitgesloten van deelname aan het landsbestuur. Hoe groter de groep is die wordt buitengesloten, hoe groter het falen van de democratie is.