DE WERELD NU

Europees parlement: piep, jank, krijs

Na vier maanden openbaar gesteggel (en wie weet hoe lang al achter de coulissen) kwamen gisteren de Europese regeringsleiders tot overeenstemming over de EU-begroting voor de komende zeven jaar. Voor het eerst steeg deze niet al op voorhand, maar dat is zo ongeveer het enige dat er positief aan was. Het Europees parlement (EP) is er in ieder geval diep ongelukkig mee, aangezien er nu voor lange tijd een rem op uit-, ver- en her- te delen geld komt.

Het steigeren van het EP wordt vooralsnog prima verbeeld door de heren Schulz (parlementsvoorzitter) en Verhofstadt (EU-verdwaasde), maar de onvrede binnen het EP zou groot en parlementsbreed zijn. Er zijn allerlei geluiden dat men zinnens is dit begrotingsverhaal (waarvoor haar instemming verplicht is), af te keuren. Een bevreemdende situatie, aangezien de constitutionele plek van het EP binnen de federale EU-structuur niet meer dan zwevend is, met onduidelijke en onlogische bevoegdheden, veel nutteloze bezigheden en weinig echte macht. Een volledige heronderhandeling van het begrotingsresultaat van gisteren lijkt gezien de lange voorweg niet te verwachten, zodat een al te grote mond van de Europarlementariërs vermoedelijk vooral tot gezichtsverlies leiden zal. Men kan immers alleen accepteren of verwerpen, recht van amendement heeft het EP niet. Maar binnen de onwerkelijkheid van de EU-farce zal wel ruimte zijn ingebouwd om ook tegenover het EP nog een concessie in te bouwen. Bureaucraten gunnen elkaar wat.

Curieus genoeg lijkt één van de argumenten vanuit het EP op een gezond standpunt te duiden, op het eerste gezicht althans. Gisteravond was bij het Belgische programma Terzake Guy Verhofstadt te zien, die uitlegde dat er zelfs een tekort was ingebouwd in die zevenjarige begroting – tegenover een begroting van 960 miljard stond slechts voor 908 miljard overeengekomen inkomsten. De hypocriete opportunist riep er schande van – op zich terecht – na eerst al maanden te hebben lopen grommen dat er vooral méér geld uitgegeven moest kunnen worden. Dat hij na toewijzing van een groter budget nog een aantal jaren de tijd zou kunnen nemen eens te bedenken wat hij met extra middelen allemaal zou kunnen doen, en zich geen zorgen maakt door wie dat geld eerst geleend moet worden, is de realiteit van het EP: men wil meer verdelen, maar heeft nog geen idee waarover. Alleen dat het duur wordt is zeker.

Maar voorbedachte rade in de tekorten in de uitgaven van de EU, wat is dat eigenlijk voor een akkoord? Uiteindelijk zal de burger via zijn overheden alsnog de tekorten moeten bijpassen, maar dat was altijd al de EU-werkelijkheid. Over het aantal jaren achtereenvolgend dat de EU geen goedkeurende accountantsverklaring heeft gekregen van haar uitgaven verschillen de meningen, maar dat is vooral een definitiekwestie – het enig juiste antwoord is namelijk: nog nooit. En het EP wordt geacht zorg te dragen voor die controle!! Het principe van een parlement is: controle op de uitgaven, zodat de burger niet te veel betaalt voor goed gouvernement. Uit deze definitie valt niet moeilijk te begrijpen dat het EP een nutteloos instituut is.

Wie de komende 7 jaar precies wat gaat betalen volgens de gisteren gemaakte afspraken is eigenlijk irrelevant. Zelfs het begrotingsgat is irrelevant, want de inflatie die de komende jaren zal ontstaan lost dat probleem ongetwijfeld op. Dat men het principe toelaat is dan wel weer ongezond, aangezien dit voor de toekomst alleen maar ongezonde precedenten schept die slechts kunnen uitmonden in eigen belastingheffing door het EP, of de bijzonder ongewenste instelling van Eurobonds.

Verhofstadt hekelde gisteren ook de termijn van 7 jaar waarvoor de afspraken van de regeringsleiders gelden. Het werd zelfs uitgesproken vermakelijk toen hij begon te refereren aan de vijfjarenplannen van de SovjetUnie zaliger nagedachtenis, want die werkten immers ook niet (sic!!). Het besef dat juist die lange termijn een uitstekend bewijs vormt voor de nutteloosheid van wat men abusievelijk beschouwt als de volksvertegenwoordiging binnen de constitutionele bouwval EU drong niet bij Verhofstadt door. Er is geen (te voorziene) noodzaak voor de uitgaven en successen hebben een hoge toevalsfactor, maar die 960 miljard mag desalniettemin worden uitgedeeld vanuit deze speeltuin van orgastisch eurofiel genot.

Ongetwijfeld zal het EP middels wat concessies over de streep worden getrokken, maar eens te meer zal zij daarmee bewijzen binnen de EU geen nuttige functie te vervullen.

-/-/-/-/-

 

Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.