DE WERELD NU

Europastad EUrode

Europastad

De Nederlands-Duitse grens is terug voor de mensen in de symbolische ‘Europastad’ Eurode, beter bekend als de twin-cities Kerkrade aan de westzijde en Herzogenrath aan de oostzijde van de Nieuwstraat die tevens als landsgrens dienst doet.

Kerkrade en Herzogenrath hebben ieder plm. 45.000 inwoners. Traditioneel wordt/werd in beide steden Ripuarisch dialect gesproken, dat verwant is aan het Keuls.

Het WRR-rapport ‘De nieuwe verscheidenheid’, van mei 2018, signaleert op pag. 100 in een apart kader een onvoorziene achteruitgang van de sociale cohesie:

“Toen de mijnen nog open waren, was er vooral arbeidsmigratie. Deze gastarbeiders, die zij aan zij met de lokale bevolking in de mijnen werkten, deden al snel mee in het lokale verenigingsleven.

Na het sluiten van de mijnen bestond de migratie vooral uit grensmigratie. Vanwege de grote verschillen in huizenprijzen en om fiscale redenen verhuisden veel Duitsers naar de mijnstreek. Deze groep migranten behield zijn sociale netwerk in Duitsland. Ze wonen weliswaar in Parkstad Limburg, maar ze werken in Duitsland, nemen daar aan het verenigingsleven deel, doen daar hun boodschappen en brengen daar hun kinderen naar school.

Met name in Kerkrade/Herzogenrath loopt de grens door de stad. Vóór de Tweede Wereldoorlog was het vanzelfsprekend dat je over de grens werkte, en daar werden dan ook sociaal-culturele contacten gelegd.

Maar na de Tweede Wereldoorlog zijn de nationale identiteiten belangrijker geworden. De inwoners van Herzogenrath zijn sterk verduitst en de inwoners van Kerkrade vernederlandst. De verduitste Herzogenrather die vanwege de woningmarkt ten westen van de grens kwamen wonen, blijven tegenwoordig sociaal-cultureel erg verbonden met Duitsland en leven als het ware met de rug naar de Kerkraadse samenleving. Dit bleef ook zo nadat de grens in de Neustraße/Nieuwstraat totaal was verdwenen. In de beleving van de inwoners van Kerkrade en Herzogenrath was de grens er nog wel, een beetje analoog aan het Berlijnse fenomeen van ‘die Mauer im Kopf’.”

Kerkrade ligt overigens vlakbij de Limburgse thuisbasis van EU-commissaris en PvdA-lijsttrekker voor het EU-parlement Frans Timmermans, die hiervan ongetwijfeld op de hoogte is. Lijkt me niet prettig om te moeten functioneren in een intellectuele spagaat tussen wensen en werkelijkheid.

Na het vertrek van Napoleon werd in 1815 op het Congres van Wenen besloten de stad te splitsen en Kerkrade (en de rest van Limburg) toe te delen aan Nederland (volwaardig pas in 1866 na het uiteenvallen van de Duitse Bond) en Herzogenrath aan Pruisen. Sinds 1998 bestaat het openbaar lichaam Eurode op grond van het verdrag van Anholt – een van de vele samenwerkingsverbanden in de grensstreek. Uit recente regeringsdocumenten blijkt dat het beleid vooral gericht is op het faciliteren van arbeid over de grens, maar dat er na twintig jaar nog weinig concrete nuttige resultaten zijn.

Overigens is er sinds 1976 een territoriaal veel grotere regionale samenwerking: de Euregio Maas-Rijn met ongeveer dezelfde doelstellingen die verder gefaciliteerd werd door verdragen zoals Schengen in 1985 en Maastricht in 1992 en de invoering van de euro als symbool van eenheid in 2002.

Ook met België zijn allerlei contacten. Zo werd in 2008 het zogenaamde Limburgcharter getekend, waarmee men wilde bereiken dat voortaan de benamingen West- en Oost-Limburg gehanteerd worden voor respectievelijk Belgisch- en Nederlands-Limburg. Alsof er geen landsgrenzen meer zouden mogen bestaan. Ook hier is nix van terechtgekomen.

Zouden in deze tijden van ontkerkelijking duitse filosofen zoals Fichte en Hegel dan toch gelijk krijgen met hun beweringen dat de natie de religie vervangt?

Dat zou enerzijds mede de opkomst van Brexit-achtige politieke stromingen verklaren en betekenen dat de Eu al over zijn hoogtepunt heen is, terwijl het anderzijds weinig goeds belooft qua integratie van minderheden, zoals blijkt uit de opkomst van de Bij-1 en DENK-achtigen die zich enten op politieke ontwikkelingen in hun land van oorsprong.

Of zijn het gewoon de auto en het internet die de noodzaak voor territoriale integratie hebben verminderd en definitief het accent hebben verplaatst naar functionele sociale cohesie?


Dit artikel verscheen eerder op Polderland