DE WERELD NU

Eurofielen vóór Brexit

Als Eurofielen vóór Brexit pleiten, moet je zeker hun argumenten bezien.

Ze zijn er echt, mensen die voorheen voorstander waren van een (groeiende) EU, maar daar van teruggekomen zijn, of vinden dat de huidige EU slecht aansluit bij hun vroegere voorstelling van hun ideaal. Dat kan best een gevolg zijn van een naïef wereldbeeld vroeger, maar dat maakt een gedegen analyse er van echter juist zoveel te meer interessant. Ook omdat het lessen leert aan zowel de fanatieke tegenstanders als de mensen die (nog) geen twijfel kennen.

Dat de fanatiekste voorstanders van de EU momenteel in Brussel zitten is vanzelfsprekend een teken aan de wand. Onvermijdelijk moest daarom een groot deel van de fanatieke tegenstanders er ook neerstrijken – dat is hoe democratie werkt. Dat van tijd tot tijd eertijdse voorstanders gedesillusioneerd Brussel verlaten wordt door media die het allemaal heel spannend vinden liever vergeten. Liever spreken zij dan af voor een interview met een flutpoliticus als Jan Terlouw, die op zijn oude dag plotsklaps werd bevangen door illusies van allemaal samen gezellig zijn, maar wiens jeugdboeken juist een gezond wantrouwen tegen dergelijke algemeenheden uitstralen.

De Britse pers heeft op dit gebied en betere reputatie, alsook de politici uit het UK. Het is het enige land in Europa waar met de regelmaat van de klok (auto)biografieën van oud-politici worden gepubliceerd – in Nederland een ondergeschoven en ondergewaardeerd genre. De autobiografie van David Lord Owen lijkt er niet te komen, maar deze oud Labour-politicus en LibDem-oprichter is zijn leven lang een voorvechter geweest van de EU, al moet ik dat in zijn geval direct nuanceren als: EEG. Owen maakte deze week bekend dat hij voorstander is van Brexit. Zijn belangrijkste argument is daarentegen ietwat bijzonder, want het komt tot dusver in debatten vrijwel niet naar voren. Owen stelt dat een vertrek het UK zal verplichten weer zelf na te denken welke richting te kiezen, en met welke redenen:

The pre-eminent need will be to become more productive and competitive, something driven by investing in research and training and through welcoming immigration from people from different countries who can contribute most to our economy and to our quality of life. These are changes that have a cost attached to them but they are necessary in or out of the EU. They have been largely ducked by political leaders in all parties in recent years. They cannot be ducked any longer if we decide to leave. That in a nutshell is the case for leaving: a challenge and an opportunity.

Het is een bijzonder interessante stelling, omdat Owen er op wijst dat het lidmaatschap van de EU leidt tot indolentie en een gebrek aan initiatief. Of je dat van de zakelijke en industriële elite zou kunnen zeggen kan ik zonder verdere gegevens moeilijk beoordelen, maar politiek lijkt het te kloppen. De lethargische, bureaucratie van de EU zelf is er het beste voorbeeld van. De vloeibaarheid van de Brusselse besluitvorming laat zich nog het best vergelijken met die van natuurlijk asfalt: eens in de zoveel jaar gebeurt er iets van belang, maar het precieze moment is moeilijk voorspelbaar en je kunt er jarenlang tevergeefs op wachten.

Een euroscepticus van wat oudere standing als ex-Tory-leider Michael Howard is het meest bezorgd over de veiligheid die bij de Brusselse bureaucraten niet in veilige handen is (Owen noemt dit overigens ook als een belangrijk argument).

Heel terecht, want bureaucraten op dat niveau zijn niet bezorgd over de veiligheid van de gemiddelde burger. Zij kijken naar percentages veiligheidsrisico’s in ambtelijk vastgestelde onderzoeken – het argument dat de instromende asielmigranten maar een half procent zullen vormen van de gehele Europese bevolking is een klassiek voorbeeld hiervan. De vrouwen voor het Keulse hoofdstation weten sinds 1 januari van dit jaar beter. Te weten dat 99% van alle criminelen net als U en ik ’s nachts slaapt stelt ons terecht niet gerust: het gaat om die ene procent die we niet tegen willen komen als we in het holst van de nacht onze eigen WC bezoeken.

Het aloude gezegde over leugens, grote leugens en statistieken als oplopende rangorde van onbetrouwbaarheid is niet voor niets ontstaan in een tijd dat in Europese landen de bureaucratie begon uit te dijen. En dat de Brusselse bureaucratie nog lang niet de omvang heeft bereikt van die in de lidstaten doet daarbij niet ter zake. Waar het om gaat is dat het een laag is die komt bovenop de al bestaande nationale bureaucratie.

Dat besef lijkt bij bovenstaande heren aangaande een vertrek uit de EU een rol te spelen, al vertalen zij dat elk subtiel anders. Toch is dat de essentie: gigantische bureaucratieën verstikken democratische controle. En wat je weggegeven hebt krijg je nooit terug, tenzij je het aan de EU ontworstelt. Dat is de les die Brexit ons leren zal. Het valt te hopen dat het niet te lang zal duren eer de rest van Europa hiervan de wijsheid beseft.