DE WERELD NU

Euro = eenwording?!

Stelt u voor: de eurozone wordt onhoudbaar. Aanhoudende stakingen en massademonstraties doen politici in Griekenland, Spanje en Portugal zwichten. Ze schrappen delen van de grootschalige bezuinigingsplannen. De markt straft het gedrag en de koers van de euro keldert. In het holst van de nacht op het zoveelste Europese crisisberaad gebeurt het onvermijdelijke: bondskanselier Merkel kondigt de herinvoering van de D-Mark (E-Mark) aan.

De grootste economie van Europa trekt zich terug uit de euro, de meest verregaande en ambitieuze vorm van samenwerking binnen de Unie. Nog voor de zon opkomt boven het Schumanplein in Brussel is de eurozone uiteengevallen.

Wat zouden de consequenties voor de Europese economie zijn? Het is nog louter een denkexercitie, maar economen zijn er wel mee bezig.
Vorige week concludeerde ING dat de gevolgen vrij rampzalig zouden zijn. Toch zijn er ook positievere voorspellingen. Misschien niet geheel toevallig komen die uit Britse hoek. Afgelopen weekend publiceerde consultancybedrijf CapitalEconomics een opmerkelijk rapport, onder leiding van econoom Roger Bootle.

Bootle begint zijn rapport met het quoten van Wim Duisenberg, de eerste president van de Europese Centrale Bank. In 1999 zei Duisenberg:

”The true benefits of the euro derive from the fact that it is a unique opportunity to shape a macroeconomic environment conducive to stability, growth and emloymenty.”

Vervolgens concludeert Bootle, samen met een team van researchers, dat de eurozone tot nu toe gefaald heeft. Het grootste probleem volgens Bootle is dat door de lage rente van de ECB de lonen en productiekosten in Zuid-Europese landen te snel, te hoog zijn geworden, waardoor de landen niet meer concurrerend zijn. Hij schrijft:

”From the launch of the Euro, German competitiveness continued to improve, whereas in Italy and Spain for example costs continued to rise, creating a growing disadvantage against their German competitor. The loss of competitiveness in terms of unit labour costs between the PIIGS on the one hand, and Germany on the other, which has taken place since 1999, amounts to some 30%.”

Om de concurrentiepositie te verbeteren zouden de Zuid-Europese landen volgens de economen van Capital Economics meer dan tien jaar lang moeten bezuinigen op lonen. En dan is het nog de vraag of het zou lukken nu dat Duitsland, de economische motor van de unie, duidelijk heeft laten weten geen expansief begrotingsbeleid te willen voeren om de Duitse vraag naar (bijvoorbeeld Zuid-Europese) goederen en diensten te stimuleren. Daarmee staat vast dat het voor de Zuid-Europese staten vrijwel onmogelijk wordt hun achterstand in te lopen.
Tenslotte hebben de de zuidelijke lidstaten nóg een structureel probleem. Zij hebben concurrenten gekregen. VW verplaatste vroeger haar fabrieken naar Spanje en Portugal, nu naar Polen en Roemenië. De Oosteuropese landen zijn competitiever en hebben beter Engels en internet. Ze zijn ook veel goedkoper. Verder hebben zij een substantieel deel van de EU fondsen gekregen.
Failliet gaan is voor de PIIGS geen structurele oplossing want daarmee worden Spaanse of Griekse werknemers niet concurrerender. Ophouden met de euro? Daar begint het interessant te worden, volgens Bootle. Er zijn verschillende opties:

Optie 1 – Alleen de PIIGS stappen uit de euro: Het voordeel is volgens Capital Economics dat er geen verplichting meer is om de PIIGS financieel te helpen. Die landen kunnen hun eigen munt invoeren en die flink devalueren om snel weer concurrerend te worden. Het nadeel is dat ook binnen de Noord-Europese landen grote concurrentieverschillen bestaan, waardoor volgens Bootle de kern van het probleem niet opgelost wordt: de eurozone blijft een monetaire unie met verschillende soorten economieën.

Optie 2 – De neuro en de zeuro: Twee muntheenheden, één voor sterkere landen, één voor zwakkere landen. Het voordeel is dat de PIIGS volgens Bootle ongeveer evenveel moeten devalueren om weer met Duitsland te kunnen concurreren. In tegenstelling tot de eerste optie zou het voor de landen makkelijker blijven om onderling te handelen. Ook zouden de zeuro onder de Europees Centrale Bank kunnen vallen, waardoor de politieke gevolgen minder zijn. Het lijkt niet alsof Portugal, Ierland, Italië, Griekenland en Spanje verbannen worden.

Optie 3 – Drie euro’s (neuro, zeuro en D-Mark plus)
: Frankrijk, België, Nederland en Finland hebben een soortgelijke concurrentiepositie. Dat zou een monetaire unie kunnen worden. De PIIGS Groep zou een gezamenlijke munt kunnen voeren. Duitsland en Oostenrijk zouden de derde munt voeren. Hierover schrijft Bootle: ”There is every possibility that the eurozone without Germany would perform better since the continuing members would no longer be depressed by Germany’s relentless and growing competitive advantage over them[.]”

Wat zijn de stabilisatiemechanismen?
Er zijn 3 Europese mechanismen om een economie te stabiliseren.

1) Solidariteit, zie 2e artikel EU verdrag. Solidariteit binnen Nederland is er met Zuid-Limburg en Oost Groningen. Alle uitkeringen zijn gelijk terwijl sommige regio’s veel meer uitkeringen kennen. Binnen de EU wordt dit principe à € 45 miljard Euro per jaar uitgevoerd via de structuurfondsen. Dat is echter veel te weinig, en wij willen niet meer betalen aan de EU.
2) Mobiliteit van werknemers. Dit is hèt probleem in de EU. Door sociale voorzieningen trekken laaggeschoolde mensen NIET rond (zoals wel in campers in de VS). Dus de Grieken komen niet hier werken terwijl ze dat wel mogen en moeten doen. 50 jaar geleden was er meer laaggeschoolde mobiliteit dan nu.
3) Monetair beleid, die mogelijkheid is weggevallen door de Euro.

Lopen we de hierboven opgesomde lijstjes even langs, dan zien we aan de monetaire scenario´s, dat dit een terugval in de ambities van de EU zou betekenen. Niet alleen zou de ontvlechting van de Euro een grote hypotheek leggen op toekomstig gezamenlijk monetair beleid, een situatie waarin twee of drie munten naast elkaar komen te staan maakt het onmogelijk om landen die beter (of slechter!) gaan presteren, over te hevelen naar het andere systeem. Daarmee komt er ook een bom te liggen onder een toekomstige politieke eenwording van de EU, hetgeen immers het grote onuitgesproken doel is van de moloch in Brussel.
Als we vervolgens gaan kijken naar de stabilisatiemechanismen, dan is na het wegvallen van het monetair beleid, als optie eigenlijk alleen de Europese solidariteit overgebleven als mogelijkheid om controle te houden over de koers van de Euro.

Daarmee blijkt de beslissing over de Euro zeer nauw verbonden te zijn met de staatkundige toekomst van de EU, en ligt de sleutel bij Duitsland. Als Merkel besluit dat Duitsland niet langer de kar wil trekken, dan is de politieke eenwording van de EU op middellange termijn niet langer mogelijk. Daardoor zouden er eilanden van verschillende snelheden in de EU ontstaan. Anderzijds zouden de huidige problemen wel eens kunnen functioneren als katalysator voor een verdere eenwording. Op dit moment lijkt men op Europees topniveau inderdaad voor deze laatste variant te kiezen.
Om deze keuze geloofwaardig door te kunnen zetten, zullen de PIIGS eerst zelf orde op zaken moeten stellen. Als dit pas na een Europese eenwording plaats zou vinden, kan men de beschuldiging van kolonialisme niet eenvoudig negeren. De geldstromen van de rijke landen naar de PIIGS zal zich in de toekomst door de enkelvoudige begroting van de EU grotendeels aan het oog van de bevolking van de individuele lidstaten onttrekken, waarmee de meeste oppositie effectief de mond wordt gesnoerd.

 

 

Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.