DE WERELD NU

Ethische faculteit

Vreemdeling, Pastorale 1943

Ik las een roman van de Engelse schrijver of schrijfster K.J. Parker. Het is een werk dat The Company heet en het boek intrigeerde me. Ik heb geprobeerd uit te puzzelen wat zij precies bedoelde en zal proberen daar hier verslag van uit te brengen.

Het is een roman, geen filosofisch werk, maar het gaat over een ethisch-filosofisch probleem. Over twee problemen eigenlijk. Het eerste betreft de groepsethiek van een militaire eenheid. Die eenheid is gevormd in tijd van oorlog en herleeft als men de mensen weer bij elkaar brengt voor een gemeenschappelijk project in vredestijd. Het tweede probleem is het ontbreken van gevoel voor goed en kwaad bij een van de leden van de groep, terwijl de betrokkene wel een aantal maatschappelijk heel bruikbare eigenschappen heeft, waaronder loyaliteit, competentie, wilskracht en andere leidinggevende kwaliteiten. Gevoel voor goed en kwaad noem ik de ethische faculteit, het spontane gevoel zoals dat honderd jaar geleden beschreven werd door de filosoof G. E. Moore in zijn Principia Ethica en bevestigd is door de neurologische wetenschap van de laatste decennia.

De hoofdpersoon moordt, liegt, steelt en licht op. Hij neemt het de familie van zijn beste vriend in de groep kwalijk dat die de boerderij van zijn vader gekocht heeft, toen zijn vader als gevolg van oorlogsomstandigheden aan de grond zat. Als gevolg daarvan heeft hij ongemotiveerde en serieuze moorddadige gevoelens t.a.v. de broers van die vriend. Dat was een van de redenen waarom hij die vriend en tegelijk ook maar de andere leden van de afdeling een aantal jaren heeft gemeden. Dit vertelde hij hem op een gegeven moment, omdat het hem altijd dwars had gezeten en hij vond dat zoiets tussen vrienden niet moest blijven doorzeuren. Het zou afbreuk gedaan hebben aan de vriendschap als hij dit niet aan hem kwijt had gekund. Hij is dan verbaasd dat zijn vriend later wat schuw wordt in zijn gezelschap.

Hij is niet de enige doorgedraaide in het wereldje waarin hij verkeert en dat hij voor een groot deel zelf heeft gecreëerd, maar wel de enige met deze opmerkelijke en vrij extreme combinatie: geen spontaan ethisch gevoel, wel een groot verantwoordelijkheidsbesef en leiderschapskwaliteiten.

Parker is een goede schrijver, dus zij legt je dit soort dingen niet uit. Je moet het maar begrijpen, afleiden uit het gedrag van de personen in het verhaal. Wat je er mee moet is niet duidelijk, behalve dan misschien de constatering dat wat werkt in oorlogstijd destructief is in tijd van vrede en dat samenlevingen die op oorlog zijn ingesteld niet meer goed functioneren als de vrede uitbreekt.

Wanneer je de gedachten van Parker toepast op de recente Europese geschiedenis, dan kun je constateren dat Duitsland na de eerste wereldoorlog een oorlogscultuur behield, maar er na de tweede wereldoorlog vanaf is gekomen door de shock van de nu overduidelijke nederlaag en de schaamte over de Holocaust.


[1] Zie bijvoorbeeld Dick Swaab, Wij zijn ons brein. ISBN10 902543522X


K.J. Parker – The company (2009)
ISBN13: 9780316038539
Nieuwprijs $14.99


Deze bespreking verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp