DE WERELD NU

Dividendbelasting markeert Rutte als weinig anders

hoe een parlement de democratie af schaft

Elke keer dat het woord dividendbelasting valt, vraag je je af wat er nu weer mee mis kan gaan. Dat het afschaffen er van al bijna net zo’n prestigeproject geworden is als het afschaffen van het raadgevend referendum is tekenend voor Rutte3 en haar beleid.

Is het afschaffen van de dividendbelasting objectief te rechtvaardigen? In politiek opzicht is het eenvoudig: 76 van de 150 zetelbezetters in de Tweede Kamer hebben zich er toe verbonden, dus dat is helder genoeg. Al blijft het ietwat marginaal. Maatschappelijk? Dat ligt al moeilijker: in zekere zin is het een vorm van belasting die iets onethisch heeft: het is belasting op al eerder belaste zaken die nog extra worden afgeroomd. Bovendien blijkt het in de praktijk een belasting die vooral effectief is op het belasten van buitenlandse investeerders in ons land. Dat heeft iets onaangenaams. buitenlanders zwaarder belasten omdat zij buitenlanders zijn? Ergens klinkt dat niet goed, en als het over mensen met een gezicht ging .was het kabaal niet te overzien geweest.

Wat steeds duidelijker wordt is dat het door Mark Rutte als een halszaak wordt beschouwd. een halszaak waarvoor diverse onderlingen als pionnen vooruit worden geschoven, maar die onder geen beding mislukken mag. Gisteren had de Kamer de grootste moeite de premier zover te krijgen dat hij de beantwoording van vragen op zich nam. Dat de Kamer het verwachte resultaat kreeg: vaagheid en glibberige antwoorden mocht de pret klaarblijkelijk niet drukken. In het verleden is wel eens gespeculeerd dat kleinere Kamermeerderheden die een kabinet schragen de dualiteit tussen regering en parlement zouden versterken, maar als Rutte en zijn derde kabinet tot dusver iets bewezen, dan is dat dàt niet waar is. Er is minder dualiteit dan ooit.

Het debatje gisteren liep dus weer op weinig of niets uit. Een herhaling van zetten, maar waar dat bij schaken tot een verplichte remise leidt, betekent het in de politieke praktijk dat de regering in zo’n geval doet wat ze zelf wil. Terwijl er ondertussen redenen genoeg zijn de gehele kwestie van de afschaffing van de dividendbelasting opnieuw te heroverwegen. Zoals ik hierboven al zei, zijn er wel degelijk goede argumenten voor. Maar de wijze waarop het aan de steel wordt gestoken bewijst dat argumenten er nooit toe hebben gedaan voor Rutte cs. Dat werpt de vraag op wat de regering hiermee werkelijk betaalt, en waarom Rutte daarvoor geen ander middel geschikt achtte. Niets voor niets is een belangrijk adagium in de politiek, en dat zou een belangrijke overweging moeten zijn bij besluiten als deze.

Cui bono? Het ziet er niet naar uit dat de Kamer daar zelfs maar aan toe gaat komen, zodat het antwoord hierop pas door de geschiedenis zal worden gegeven. Of Rutte nu inderdaad naar Brussel vertrekt of niet.


Meer over de dividendbelasting vindt u hier.

3 reacties

  1. Gerrit Joost schreef:

    Waarom geldt de belastingwetgeving niet voor iedereen en is er ruimte voor individuele afspraken? Wie mag dit doen? Wie houdt er controle op? Wat is het termijn? Hoe weet diegene die de afspraak maakt, dat het voor ons land (schatkist) goed is om dit te doen? Mijn meest prangende vraag is: Waarom zijn deze afspraken geheim en wordt zelfs de Tweede Kamer geheel buitenspel gezet?

  2. Juanito schreef:

    @ Gerrit:
    Het meeste stemvee uit de 2e kamer is van het type weet niet/geen mening. Die “volksvertenwoordigers” stemmen wat hun bazen willen.
    Andere afgevaardigden kiezen, is dus het devies aan de kiezer.

  3. Gerrit Joost schreef:

    Hallo Juanito, het gaat erom dat de afspraken geheim zijn, zelfs voor de leden van de Tweede Kamer. Met andere afgevaardigden kom je er niet. Artikel 67 geloof ik van de Belastingwet stelt dat individuele afspraken geheim zijn. Waarom staat dit artikel in de wet en welke Belastingambtenaar beslist hierover op welke gronden? Individuele afspraken zijn een vorm van rechtsongelijkheid. De afspraken onttrekken zich bovendien buiten het toezicht dat de Tweede Kamer moet uitoefenen.