DE WERELD NU

Diplomafetijisme

Bedreigingen, eenheid van prijs, een land van deugers, Academisch tuig, Stalinisme, Duitsland, Applestore overval, Olympische Spelen, Rechters, wereldregering, Oekraïne, Therapeutenangst, Qatar, Cultuur en politiek, Onveilig, basis, Politiek, Zwart, Overlast, Vrouwen en kinderen

De fixatie van linksdenkende mensen met diploma’s heb ik nooit goed begrepen. Mogelijk stamt het nog uit de tijd dat allerlei dubieuze types zwaaiend met hun adelspatenten maatschappelijke voorrechten opeisten, die zij op basis van hun verdiensten nooit zouden krijgen. Maar dat zou toch zo ver achter ons moeten liggen dat het nog slechts een prominente plek in het vergeetboek verdient?

Maar nee.

Eén van mijn mooiste herinneringen aan de oude DDR is mijn eerste bezoek aan Oost-Berlijn (ca. 1988). Er was zelfs een metro, maar mijn gezelschap zo min als ik begrepen hoe we de beschikbare apparatuur een kaartje konden ontfutselen. Ook observatie van passanten op weg naar de treinstellen bracht geen uitsluitsel: sommige mensen gooiden geld in een apparaat en pakten een kaartje, maar anderen leken dat betalen probleemloos over te slaan. Als wij geld in een apparaat gooiden, kwam er in ieder geval niets uit.

Na een kwartiertje puzzelen hielp een vriendelijke Oost-Duitser ons, met de onsterfelijke woorden: Geld nie wichtig, Karte wichtig! Waarop hij (zonder geld te gebruiken) een sliert kaartjes uit het apparaat rukte, er drie voor ons afscheurde, en zijn weg fluitend vervolgde. Een wijze les.

Deze gedachtegang lijkt ook leidend te zijn bij instellingen als Hogeschool InHolland, getuige de manier waarop diploma’s daar de laatste jaren voor iedere belangstellende beschikbaar bleken. Dat instellingen worden afgerekend op de diploma’s die zij afgeven, in plaats van op de kwaliteit van hun afgestudeerden, bevordert dat natuurlijk. Het is zelfs zozeer ingeburgerd, dat gutmensch-politici zich niet kunnen voorstellen dat je de wereld aankunt zonder een fraai gekalligrafeerd papiertje, waarop in gezwollen termen kond wordt gedaan van het afronden van de een of andere onzin-studie.

Neem nu de argumentatie van de gemeenteraad Amsterdam rond de illegale kinderen die hier wel mogen leren, maar wie de wet niet de mogelijkheid biedt middels een stage een diploma te vergaren. Alsof de verkregen opleiding in laten we zeggen Afrika volstrekt waardeloos is zonder de handtekening van een van de onderknuppels van Doekel Terpstra.

Kom nou zeg!

In de eerste plaats is een stage in Nederland als voorbereiding op een arbeidzaam leven in Afrika slechts in hoogst zeldzame gevallen echt van waarde, maar ik geef toe dat dat een non-argument is. Belangrijker lijkt me, dat iemand iets kan, en een goede Nederlandse opleiding zou ook zonder stage een goede uitgangspositie moeten zijn in het land van herkomst voor het kind van illegale ouders. Mits je inderdaad iets geleerd hebt, natuurlijk.

Een ander punt van belang lijkt me het gewicht van een diploma op de arbeidsmarkt in pak-em-beet Angola. Kan men daar bepalen wat zo een Nederlands diploma eigenlijk waard is? Als we mogen geloven wat ons wordt verteld over al die zielige asielzoekers die hier arriveren zonder de taal te spreken, lijkt het onvoorstelbaar dat een met ronkende Nederlandse teksten bedrukt papiertje toekomstige Afrikaanse werkgevers behulpzaam zal zijn bij het bepalen van de toegevoegde waarde van een sollicitant. Dus opnieuw: belangrijk is vooral dat de teruggekeerde leerling daadwerkelijk iets kan, en dat ter plekke kan bewijzen.

De enige situatie waarin het voor deze kinderen van illegalen belangrijk kan zijn om middels een stage een Nederlands diploma te verwerven, is als ze uiteindelijk hier zouden mogen blijven. Dát is het debat dat minister Kamp en wethouder Asscher van de Amsterdamse PvdA afgelopen donderdagavond eigenlijk voerden, en waarover Kamp duidelijk maakte, dat die kinderen uiteindelijk hoe dan ook het land zullen moeten verlaten.

Het hypocriete gejammer over al dan niet een diploma halen is niet meer dan een excuus om te gaan zeuren, en natuurlijk trappen veel mensen – waarvan de kinderen na vier jaar rondhangen op een moderne hogeschool ook zo’n fraai papiertje kregen – hier in. Desalniettemin, lieve dames en heren: als u bovenstaande tot u door laat dringen, zult u dienen te beseffen dat u met veel mooie woorden bedrogen wordt.

En eigenlijk hoop ik dan, dat wethouder Asscher zijn eigen argumenten niet gelooft. Want dat zou pas echt treurig zijn.

 

Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.