DE WERELD NU

Democraten of Eurocraten

hoe een parlement de democratie af schaft

Gisteravond werd als groot nieuws gebracht dat een vrijwel gefossiliseerde man die mitglieder was bij de oprichting van D66 meent dat een referendum ‘uit de tijd is’. Nee zeg, stel je voor.

De herkenbaarheid van een meeloper is nooit ingewikkeld, al kost het van sommigen tijd te onderscheiden waar het hen oorspronkelijk om ging. Je hebt mensen met idealen, en je hebt mensen die van die idealisten gebruik zullen maken om een eigen carrière te bouwen, die zonder dat idealistische diesellocje nooit van de grond was gekomen. En mensen voor wie het vooral een egotrip was te kunnen verkondigen ‘er bij te horen’. Mensen, van wie niemand ooit zou hebben gehoord alvorens een advertentie verkondigt dat het hun vrienden ernstig spijt dat zij er niet meer zijn. Edo Spier is ontegenzeglijk van het laatste type, al vermoed ik dat het zijn eertijdse politieke vrienden vooral spijt dat hij er nog wèl is.

Niet alleen toont Spier met zijn uitspraken klip en klaar dat D66 voor vele betrokkenen niets anders was dan een vehikel naar het centrum van de macht en dat inspraak geen middel was dat vrijelijk beschikbaar moet zijn. Maar ook etaleert hij de arrogantie te denken dat hijzelf en de zijnen alles beter weten. Nu liggen de kerkhoven vol met mensen die meenden niet gemist te kunnen worden, maar enfin. Komt tijd, komt raad. Dat Alexander Pechtold een aardige illustratie is wat er gebeuren kan als dergelijke types op de ‘front bench’ terecht komen is een probleem dat D66 zelf maar op moet zien te lossen. Mij gaat het vandaag om wat ze veroorzaken, en de consequenties daar van.

Het tijdperk Pechtold bij D66 is een curiosum. Pechtold heeft zijn carrière gebouwd op het tegenspreken van Geert Wilders, en heeft dat jaren geleden ook wel eens toegegeven. Daarmee maakte Pechtold zich niet alleen onmisbaar, maar zorgde hij er tevens voor dat er binnen D66 geen redelijk alternatief meer is voor zijn eigen misbaar. Competente en incompetente D66’ers zijn de afgelopen 10 jaar in grote getale het Binnenhof ontvlucht, en laten nog nauwelijks van zich horen. D66 is Pechtold geworden, zoals Pechtold eerst D66 werd. De kwaliteit van de D66-delegatieleiders in Eerste Kamer en EP zijn hiervan vooral een onderstreping.

Dat Pechtold een curiosum is, laat zich ook illustreren met de losse gedachte aan wie hem zou moeten opvolgen als hij onverhoeds onder de tram zou verdwalen. Geen idee. Weinig mensen zouden iemand kunnen noemen vrees ik. In de Tweede Kamer zou ik hoogstens van de helft van de leden de naam kunnen noemen, en ik volg het politieke proces dagelijks op de voet.

Het eeuwige D66-dilemma onder vorige leiders was altijd, dat het een net-activistische partij was met de drang om mee te regeren. Onvermijdelijk moet dat tot jojo’en leiden bij verkiezingen – en dat deed het dan ook met overgave. De huidige omvang van D66 is dan ook meer een gevolg van het geweld waarmee de PvdA haar eertijdse aanhang de deur uitjoeg, dan met overtuiging. Dat die potentiële PvdA’ers ook in de partij zelf diep zijn doorgedrongen, laat zich demonstreren met de bestuurlijke obsessie van de sociaalliberalen. Er moet ‘in redelijkheid’ worden bestuurd, en wie kan dat beter dan de geurloze jongens en meisjes van D66, de klonen van Pechtold?

Deze ontwikkeling tot P66 is de verklaring waarom D66 de D zou moeten laten vallen. Het past niet langer bij de partij en haar ambities. Haar gespartel als het woord referendum ter sprake komt, en het ongemak dat prominenten uitstralen als de gekozen burgemeester ter sprake komt laten geen ruimte voor twijfel. Democratie is voor D66 een gepasseerd station, en het ideaal van de EU lonkt. Het doet er niet toe of de partijnaam wordt gewijzigd in P66 of E66, beiden zijn toepasselijk. Maar op de D kan zij geen rechten meer gelden doen.

Eurocratie en democratie zijn onverenigbaar. Theoretisch was dat al aangetoond, en als zelfs een eeuwige spagaatpartij als D66 er niet in slaagt die twee verkoopbaar tezamen te brengen, kunt U het rustig als een hopeloos parcours beschouwen. Misschien moet D66 Edo Spier dankbaar zijn, dat hij onverwacht en ongedacht zijn partij een zetje geeft op deze weg naar erkenning van haar eigen aard.

2 reacties

  1. Kees Bruin schreef:

    Wat de auteur hier over figuren als Edo Spier zegt, nl dat het meelopers, opportunisten en napraters zijn, kan van vrijwel de gehele generatie politici die in de jaren 60 en vooral 70 opgang heeft gemaakt gezegd worden. En van journalisten, bestuurders en noem ze verder maar op. Lees het verhaal “Het verraad van mijn generatie” van Gerrit Komrij er nog maar eens op na. Of nog beter, kijk eens op de site van Maarten Maartensz, die waardeloze figuren uit de echelons der ex-communisten als Elsbeth Etty, Gijs Schreuders, Ella Vogelaar genadeloos fileert als “een bende schijnheilige poseurs”. Inderdaad, dát waren het , en de lijst kan met tallozen, waaronder Edo Spier, worden aangevuld.

  2. carthago schreef:

    Raak geschreven ! Het eclatante van het referendum standpunt van D666 fossiel Spier is dat hij in feite een fatwa uitspreekt over het bestaansrecht van P666. Dankzij het verleden referendum standpunt van D666 kon pechtold ooit goede sier maken met vernieuwing van democratisch bestuur, nu moet ie het doen met vernieling van democratisch bestuur.