DE WERELD NU

De verdeling van intelligentie onder mensen

intelligentie onder mensen

De verdeling van intelligentie onder mensen is – anders dan wij als samenleving ideologisch zouden willen – niet gelijk. Zie bijvoorbeeld de verschillen tussen mannen en vrouwen.

Al een paar generaties bestaat de meerderheid van studenten en scholieren in Nederland en Europa uit vrouwen. We hebben intussen een tweede en derde feministische golf achter de rug. Daarom zou je verwachten dat we zo langzamerhand een evenredig percentage vrouwelijke sterren zouden hebben in de academische wereld. Meer vrouwelijk Nobelprijswinnaars bijvoorbeeld dan in de tijd van Madame Curie.

Maar neem je de belangrijkste Nobelprijzen, die voor Natuur- en Scheikunde, dan blijken er tot 2014 maar zes vrouwelijke winnaars te zijn geweest. Voor natuurkunde na de Curies geen een en voor scheikunde in 1964 de Engelse Dorothy Crowfoot Hodgkin, in 2009 Ada E. Yonath en dit jaar  Frances Arnold.

Dat is een verwaarloosbaar percentage, waarvan de helft bovendien uit het eerste deel van de vorige eeuw stamt en is toegekend aan leden van één familie.

Verreweg de meeste vrouwelijke laureaten zijn Nobelprijswinnaars voor de vrede en ook de literatuur scoort relatief veel vrouwen. Er zijn natuurlijk ook veel meer vrouwelijke auteurs dan natuur- of scheikundigen. In feite zijn er veel meer vrouwelijke dan mannelijke romanschrijvers, maar toch blijven de mannelijke Nobelprijswinnaars ook daar in de meerderheid. Hoe komt dat?

Feministen, zoals professor Tonkens uit Nijmegen, zeggen dan meestal dat dit komt omdat de meeste zittende hoogleraren en laureaten nog steeds mannen zijn en dat die elkaar een kontje geven. Het is moeilijk om dat te geloven. De meeste mannen zijn meer op vrouwen dan op andere mannen gesteld en stellen er prijs op vrouwen in hun omgeving te hebben.

Wie bovendien de moeite neemt om een gelijk aantal top publicaties van vrouwen en mannen op een willekeurig wetenschappelijk terrein te lezen komt er niet omheen om te constateren dat die 12% vrouwelijke hoogleraren die we in Nederland hebben nog behoorlijk aan de hoge kant is.

In de lagere regionen van de wetenschap, net als in de overeenkomstige regionen van het bedrijfsleven, is het aantal vrouwen de laatste decennia disproportioneel toegenomen. Het komt alleen niet tot uitdrukking aan de top.

Ik heb daar een theorietje over, waar ik, als ik sociobioloog zou zijn, onderzoek naar zou doen. Die theorie luidt dat tussen mannen de intellectuele begaafdheid veel minder egaal is verdeeld dan tussen vrouwen. Dat heeft dan tot gevolg dat er meer slimme vrouwen zijn dan slimme mannen, maar meer superslimme mannen dan superslimme vrouwen.

Iets dergelijks doet zich voor bij de Afrikaanse Bantoe negers. Gemiddeld zijn die minder begaafd dan Europeanen maar de verdeling van de begaafdheid binnen de groep lijkt extremer. Dat zou betekenen dat er meer kans is op een Nelson Mandela in Afrika dan in Europa, maar dat je meer kans hebt op een ordelijke en goed georganiseerde samenleving in Europa. Omdat Bantoe ’s gemiddeld over meer testosteron lijken te beschikken dan Europeanen zou ik mijn onderzoek richten op het verband tussen het niveau van testosteron en de statistische verdeling van intelligentie en andere competenties. Misschien heb je geluk en komt er wat uit zo’n onderzoek.

Ik heb over dit onderwerp nog een ander theorietje. Ik denk dat het onderling verschil in intelligentie bij vrouwen relatief klein is, omdat ze zes miljoen jaar lang ongeveer dezelfde taken hebben verricht, namelijk in de huishouding. Bij mannen is het verschil groot omdat leidinggevenden intelligent moeten zijn. Bij mensen die precies moeten doen wat ze gezegd wordt, is dat eerder een nadeel.


Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp

2 reacties

  1. D. G. Neree schreef:

    Pas maar op dat de meningenpolitie je geen bezoekje brengt, lol.

  2. IA schreef:

    Ik ben niet links maar ik vind dit een erg dom stukje… Het rammelt aan alle kanten