DE WERELD NU

De toespraak die Alexander Pechtold niet hield

Lieve partijgenoten,

Vandaag sta ik voor jullie op het 102e partijcongres van D66 in de prachtige Beurs van Berlage en om meteen maar met de deur in huis te vallen: het roer moet om! De afgelopen weken ben ik te rade gegaan bij mijzelf, bij de beginselen van onze partij die bijna 50 jaar geleden werd opgericht en vooral bij de zwijgende meerderheid van ons volk. En die laatste zei mij: jongen, jullie zijn verkeerd bezig!

Is het niet zo, lieve partijvrienden, dat wij zijn opgericht in 1966 omdat onze grote roerganger Hans van Mierlo en met hem een hele generatie jonge politici, zich grote zorgen maakten over de ernstige devaluatie van onze democratie?

Die D66’ers van het eerste uur wilden de kloof dichten tussen enerzijds de loze beloften van politici en anderzijds de grauwe werkelijkheid van een laffe coalitiepolitiek, door de burger een directe stem te geven. Een stem op de premier, een stem op de burgemeester en een stem op een parlementariër die je kent door een districtenstelsel. Ook wilden wij toen de bevolking invloed geven door het referendum, niet slappe aftreksels zoals een raadgevend of correctief referendum, maar gewoon een echt, bindend referendum over elk gewenst onderwerp.

Was het niet Hans van Mierlo die in 1967 stelde dat bijvoorbeeld een gevoelige kwestie als de rol van de koning in ons staatsbestel zich bij uitstek leent om via een referendum aan de bevolking voor te leggen? En dat geldt natuurlijk voor tal van onderwerpen. Mijn nieuwe vriend, de zwijgende meerderheid, schijnt bijzonder in zijn nopjes te zijn met dat idee.

(er ontstaat enige beroering in de tot dan toe muisstille zaal: Sophie in ’t Veld is flauw gevallen. Pechtold verlaat het spreekgestoelte en biedt liefdevol Eerste Hulp, maar zet daarna zijn toespraak onverdroten voort. Sophie is inmiddels weer bij haar positieven gekomen).

Lieve partijvrienden, ik wil nu enige woorden wijden aan het Europese ideaal, het ideaal dat wij altijd gekoesterd hebben, toen en ook nu. Ook mijn vriend, de zwijgende meerderheid, wil graag dat grensoverschrijdende problemen zoals milieuvervuiling, criminaliteit, illegaal oversteken van de grens of terrorisme, adequaat worden aangepakt in de Europese arena.

Om dat voor elkaar te boksen hebben we effectieve Europese instellingen nodig, zoals Sophie al aangaf in haar speech, waarvoor jullie terecht een staande ovatie gaven. Maar, beste partijvrienden, is het wel een goed idee om onze soevereiniteit over te dragen aan Europese instellingen, nu deze nog helemaal niet democratisch functioneren, sterker nog, nu wij nog niet eens erin geslaagd zijn in onze doelstelling van 1966 te verwezenlijken: het vitaliseren van de democratie op het nationale vlak? Kunnen wij een Europees Parlement met een onduidelijk fractiesysteem en een lage opkomst bij verkiezingen, beschouwen als het hart van de democratie, zoals Sophie riep in al haar enthousiasme? Mij gaat dat een paar stapjes te ver. Ik zeg jullie heel eerlijk, ik heb daar grote bedenkingen bij, mede ingegeven door mijn goeroe: de zwijgende meerderheid.

Ik heb daarom besloten een taskforce in te stellen die gaat onderzoeken hoe wij als D66 effectiever kunnen samenwerken op het Europese vlak, zonder in te boeten op onze nationale soevereiniteit. Geen onderwerp zal door die taskforce geschuwd worden, ook niet het monetaire taboe. We zullen open kijken naar de voor- en nadelen van de eenheidseuro en deze nog eens goed tegen het licht houden. Wij zijn immers democraten!

(er ontstaat weer beroering in de zaal. Een oudere man, die erg lijkt op Laurens-Jan Brinkhorst, begint woedend om zich heen te slaan, maar wordt tot rust gebracht door partijgenoten. Pechtold laat zich niet afleiden en gaat onverdroten door met de toespraak).

Daarom, lieve partijvrienden, zeg ik: En nu vooruit, maar wel de andere kant op! Eerst Nederland democratiseren, voordat we al onze bevoegdheden overdragen aan Brussel!

(Pechtold trekt nu zijn colbert uit en begint zijn overhemd los te knopen. Hieronder wordt een T-shirt zichtbaar met de nationale driekleur. Een huivering trekt door de zaal. Een groep aanhangers van Sophie in ’t Veld met EU-vlaggetjes, verlaat huilend de zaal. De man die erg lijkt op Brinkhorst staat driftig te bellen; hij wil dat de GGZ de spreker afvoert).

Het is Bingo in de Beurs van Berlage.