DE WERELD NU

De toekomst van de Bankenunie

De Bankenunie die de EU vorige week overeenkwam lijkt de ergste problemen van de Eurozone te hebben opgelost. De reactie van de financiële markten weerspiegelt echter niet de onderliggende werkelijkheid, doch hoogstens de vooruitzichten voor het komende jaar. En dan nog vooral de prognoses daarvan.

De opwaardering van de kredietrating van Griekenland door S&P, en de mogelijke gevolgen er van – waarover ik eergisteren schreef – hebben nog een consequentie waaraan ik nog niet toekwam. S&P gaat er blijkbaar van uit, dat de schulden van Griekenland nu door de EU worden gegarandeerd, en dat een Grexit uitgesloten kan worden. Maar waarom heeft Griekenland dan niet gelijk een AA-rating gekregen, dewelke volgens alle ratingbureau’s het EU-gemiddelde is, zoals wordt bewezen door de rating van de noodfondsen ESM en EFSF? Scheelt een dergelijke situatie ook meer dan alleen formeel met een van Eurobonds? En zou Griekenland daadwerkelijk weer toegang hebben tot de geldmarkten, hetgeen de nieuwe rating suggereert?

Het antwoord ligt in de wankele basis van die Bankenunie, ook legaal (Duitsland!). Landen als Zweden en Polen hebben al aangegeven dat de huidige voorstellen voor hen onacceptabel zijn. Finland overweegt een referendum, dat hoogstwaarschijnlijk negatief zal uitpakken. Groot-Brittannië begint steeds serieuzer aanstalten te maken de EU te verlaten: het door Cameron beloofde referendum kan alleen maar uitlopen op een eurofiel bloedbad. En dat terwijl de vooruitzichten voor de Eurozone in 2013 slecht zijn, en bovendien voortdurend neerwaarts worden bijgesteld. Oók voor Duitsland.

Een detail dat in de euforie over de totstandkoming van het Bankenunie-compromis door velen over het hoofd werd gezien, is dat Duitsland er in is geslaagd de Ländesbanken buiten het toezicht te houden. En juist bij deze instellingen zit binnen Duitsland de grootste pijn. Precieze cijfers zijn niet voorhanden (sic!), maar men gaat er van uit dat enkele van deze banken technisch failliet zijn. Dat 36 Duitse banken door de regering-Merkel echter zijn uitverkoren tot systeembanken die ten koste van alles moeten worden beschermd, roept de vraag op in hoeverre zij door risico’s zullen worden weerhouden van al te drieste avonturen, nu hen de status van ‘onsterfelijkheid’ is verleend.

De plannen voor de Bankenunie miskennen bovendien opnieuw de basale zwakheden die de Eurozone instabiel houden. De opluchting die het bereiken van een compromis heeft veroorzaakt indiceert dat de overeenkomst als zodanig belangrijker was dan de inhoud. Alwéér. In feite moddert de EU op deze wijze nu al drie jaar op dezelfde wijze voort. Italië heeft mogelijk net op tijd de steven gewend, maar Spanje zit al tot de nek in het moeras. Hervormingen in deze landen zijn al moeilijk genoeg, maar Frankrijk zal er ook aan moeten geloven. En de Fransen zijn niet gewend met de pink op de naad van hun uniform te luisteren naar wat Brussel van hen verlangt. Zeker president Hollande niet, toch al het meest eigengereide jongetje in de Europese bijspijkerklas economie.

Nu de zwakheden weer enige tijd onder het tapijt zullen mogen broeien, zal de EU moeten doorpakken. Gaat dat gebeuren? Onwaarschijnlijk. Duitsland was al niet enthousiast, en bovendien is 2013 een verkiezingsjaar. Merkel zal al moeite genoeg hebben zich de SDP van het lijf te houden, en kan daarbij geen problemen hebben die in Duitsland als explosief zullen worden ervaren. We kunnen er dus op rekenen dat zij zal proberen dezelfde terugtrekkende beweging te maken als na de top van 19 juni, waarbij van de aanvankelijk met veel fanfare gepresenteerde resultaten uiteindelijk niets overbleef. Merkel kan zich eenvoudig niet permitteren om in de aanloop naar verkiezingen politiek voor de voeten geworpen te krijgen dat zij een Transferunie mogelijk heeft gemaakt.

En dan zijn daar ook nog Italië en Berlusconi. Berlusconi sprak eerder deze week ware woorden, die in de Federale Kerk van de Eurozone natuurlijk ketterij zijn:

If Germany doesn’t accept that the ECB must be a real central bank, if interest rates don’t come down, we will be forced to leave the euro and return to our own currency in order to be competitive.

Berlusconi wil kort gezegd dat de ECB de geldpers aanzet, nog harder dan eigenlijk al gebeurt. Italië zou zonder euro geen enkel economisch probleem hebben, want met een eigen munt zou het land zich eenvoudig uit de problemen kunnen devalueren. Premier zal Berlusconi niet snel meer worden, maar zijn rol is nog lang niet uitgespeeld. Italië gaat waarschijnlijk op 24 februari naar de stembus, en het resultaat kan de EU op haar grondvesten doen schudden.

 

 

Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.