DE WERELD NU

De toegankelijkheid van het systeem

De belangrijkste competentie van een rechter is te kunnen wegen en inschatten.

Een rechter hoort de verhalen van twee partijen en kijkt naar de feite die hem worden voorgelegd. Hij schat de bekwaamheid van deskundigen in en de betrouwbaarheid van getuigen. Daarnaast moet hij fouten in redeneringen kunnen opmerken en dossiers snel en grondig tot zich kunnen nemen. Maar zijn gewogen oordeel blijft zijn belangrijkste bekwaamheid. Dat is ook het standpunt dat Leendert Verheij innam in zijn publieke discussie met de academische deskundigen die aan de competentie van de Nederlandse strafrechters twijfelden.

Rechters hebben in ons soort samenlevingen een meer centrale functie dan bijvoorbeeld in het Midden Oosten. Wanneer iemand in Syrië of Irak onrecht wordt aangedaan grijpt hij zijn wapen verzamelt zijn familie en neemt wraak. Wij proberen waar mogelijk het geweld te bannen uit de samenleving. Conflicten worden uitgepraat of mensen beslissen dat ze de zaak laten rusten omdat ze het ondergane onrecht minder belangrijk vinden dan de sores van een conflict. Is het conflict niet te vermijden of uit te praten dan is er in laatste instantie de rechter.

Hij is de sluitsteen op het gebouw. Zolang er toegankelijke rechters zijn is er altijd een uitweg. Maar die weg is tegenwoordig duur en de uitkomst is vaak niet bevredigend. Juist omdat de rechter en de rechtsprocedure de kern is van de rechtsstaat is het belangrijk dat recht toegankelijk blijft voor iedereen, voor de gevallen dat er geen andere oplossing meer is. Kunnen mensen het recht niet meer betalen of duurt een uitspraak te lang om soelaas te bieden in een onhoudbare situatie dan hebben we een probleem dat de kern raakt van onze samenleving.

In het proefschrift van de bekende Leidse rechtsgeleerde E.M. Meijers wordt uiteengezet dat er een ingebouwde tendens is in het procesrecht om ingewikkelder te worden en dat procedures langduriger en kostbaarder worden als de wetgever niet van tijd tot tijd ingrijpt.

Als de overheid niet periodiek snoeit in de regelgeving en de processuele complicaties, dan slibt het systeem dicht. De vraag lijkt op het ogenblik niet te zijn of een dergelijk ingrijpen van de wetgever nodig is maar hoe en wanneer.

Wie zelf onderdeel uitmaakt van het systeem ziet door de bomen vaak het bos niet meer en de invloed van buitenstaanders op alles wat met justitie te maken heeft is miniem.

Persoonlijk denk ik dat het Kabinet en de Kamer zo flink moeten zijn om zich op dit punt grondig te laten voorlichten door een groep wijze mensen die zelf geen onderdeel uitmaken van het systeem. Een stel verstandige buitenstaanders die van het probleem voldoende afweten om advies te kunnen geven hoe we terug kunnen komen naar een systeem dat voor iedereen toegankelijk is en dat het toenemende geweld in de samenleving kan uitbannen.


Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp