DE WERELD NU

De Rijksbegroting

Het is al weer een paar jaar geleden dat ik die eens nauwkeurig heb doorgelezen. En dat viel me niet mee. Wat me er vooral van is bijgebleven, is dat te veel net zo erg is als te weinig.

De berg aan irrelevante en ongeorganiseerde gegevens die over je wordt uitgestort in de rijksbegroting kan geen zinnige basis zijn voor discussie en dat is zij ook niet. De Kamer discussieert over de miljoenennota en over het lijstje met cijfers en feiten dat er aan is gehecht. Het wetsontwerp waar de kamer in hoofdstukken over debatteert en stemt is onleesbaar, ik denk eigenlijk ook voor degenen die het hebben opgesteld.

Wie probeert uit te vinden wat de in de begroting van onderwijs de uitgaven zijn die aan management worden besteed in verhouding tot de lerarensalarissen, om maar een voorbeeld te geven, die komt van een koude kermis thuis. Hij vindt het niet, ook niet met de bijgeleverde zoekmachine en via het internet. Wie wil weten waar het geld op de begroting voor ontwikkelingshulp daadwerkelijk aan besteed wordt, vindt het ook niet. Dit zijn maar voorbeelden maar het geldt heel algemeen. De rijksbegroting is onleesbaar en het systeem ervan zou grondig op de helling moeten.

Wie het handzame boekje De Samenvatting van de Rijksbegroting er op na slaat wordt ook niet veel wijzer. Hij leest wat de rijksoverheid aan ons kwijt wil qua informatie, maar komt over de daadwerkelijke besteding van de overheidsgelden niet veel meer te weten. Wel over de beleidsvoornemens.

Er zijn zes pijlers voor het beleid. Ik citeer:

Pijler 1 Een actieve internationale en Europese rol

Pijler 2 Een innovatieve, concurrerende en ondernemende economie

Pijler 3 Een duurzame leefomgeving

Pijler 4 Sociale samenhang

Pijler 5 Veiligheid, stabiliteit en respect

Pijler 6 Overheid en dienstbare publieke sector.

Die pijler 6 is een beetje een verkeerde naam. Bedoeld is “grotere dienstbaarheid van de overheid en de publieke sector aan de burger” als beleidsprioriteit. Dat blijkt uit de nadere toelichting die weer in zeven onderdelen is verdeeld. De – toenmalige – kabinetsdoelstellingen waren:

  1. Een slagvaardige, integere en divers samengestelde (rijks)overheid.
  2. Het verbeteren van de bestuurlijke verhoudingen.
  3. De publieke dienstverlening merkbaar verbeteren.
  4. Koninkrijksrelaties.
  5. Een rechtvaardig en effectief asiel- en migratiebeleid.
  6. Een bloeiend cultureel leven.
  7. Een modern medialandschap.

Het gaat denk ik om de punten 1 en 2 en wat daar uit moet voortvloeien is verbetering bij de pijlers 2, 3, 4 en 5, maar hoe en wanneer, dat blijkt nergens uit.

De Nederlandse overheid functioneert niet goed zei Pim Fortuijn bij voortduring. Het staat er ongeveer zo bij als in de nadagen van de Republiek van de Zeven Provinciën, zei hij en hij had wel gelijk.

De inrichting van de departementen dateert van vóór Thorbecke en is nooit grondig op de helling geweest In de bijna twee eeuwen die de overheidsorganisatie nu bestaat is er nooit iets fundamenteels veranderd. Als er nieuwe taken en problemen kwamen dan werden ze op de bestaande gestapeld en de ministeries zijn als gevolg daarvan organisatorische doolhoven geworden. De regering, maar ook de secretarissen generaal en de directeuren generaal weten er de weg niet meer en bemoeien zich vrijwel uitsluitend met een klein plukje ambtenaren dat ze om zich heen verzameld hebben. De rest doet zijn dagelijks werk praktisch zonder toezicht van boven af. Echt regeren met deze apparaten is niet meer mogelijk.

Dat de regering daadwerkelijk leiding gaf aan de overheid is verleden tijd. Men reageert op wat door de publiciteit aan de orde wordt gesteld en dat is het zo ongeveer. Voor de rest doet de overheid maar zo’n beetje op eigen houtje en die democratische controle van het parlement is schone schijn.

———————————————————————————————-

Eerder verschenen op het Blog van Toon Kasdorp