DE WERELD NU

De PSP-insteek van de PVV

PSP

Wanneer je jeugdig van geest (en lichaam) bent, maar toch al ongeveer een halve eeuw politiek geïnteresseerd, vallen je soms overeenkomsten op die anderen niet zien. Recent diende de PVV een motie in, die bij mij herinneringen opriep aan de PSP-insteek uit de jaren tachtig.

Verderop kom ik terug op waar dat ‘PSP’ en die insteek voor staat/stond. Op de site van de PPV zelf is hij (nog?) niet terug te vinden, maar op Twitter werd volop melding gemaakt van een opmerkelijke motie die ongeveer twee weken geleden in de Tweede Kamer werd ingediend door de sympathieke Machiel de Graaf.

Moties worden om sterk uiteenlopende redenen ingediend. Het belangrijkste onderscheid is tussen enerzijds moties waarbij de inhoud voorop staat en anderzijds moties die in hoofdzaak een politiek-strategische betekenis hebben.

Veel van die inhoudelijke moties worden aangenomen met een grote meerderheid van stemmen; niet zelden zelfs unaniem. Vanuit partijen of door organisaties of individuen in de samenleving met goede contacten met partijen, worden verbetervoorstellen gedaan en die worden op inhoud beoordeeld. Het betreft voorstellen die de politieke verhoudingen niet op scherp zetten. Ook moties die uit de hoek van de oppositie komen, ja zelfs moties van de PVV, maken kans om aangenomen te worden.

Daarnaast zijn er moties die meer of minder direct, meer of minder massief, het kabinet (of B&W op gemeentelijk of GS op provinciaal niveau) de wacht aanzeggen. Tenzij het kabinet zelf voorafgaand aan de stemming erover aangeeft dat uitvoeren ervan onaanvaardbaar is, staat niet vast wat er na het aannemen ervan mee gebeurt. Wanneer de partijen waarop het kabinet steunt, bang zijn voor nieuwe verkiezingen – zoals ten tijde van het vorige kabinet of dat wat er nu zit – kan het moties ongestraft naast zich neerleggen. Een opvallend recent voorbeeld was een motie over de EU-aanpak van nepnieuws.

Moties (hetzelfde geldt trouwens voor initiatief wetsvoorstellen) indienen, waarvan je als indiener zéker bent dat die met kleine of grote meerderheid verworpen zullen worden door de Tweede Kamer, zijn niet per definitie nutteloos. Dat geldt zowel voor meer inhoudelijke als voor meer politiek-strategische moties.

Stemmingen over politiek-strategische moties kunnen aan het licht brengen of kritische Kamerleden uit de fracties waarop het kabinet steunt, het laten zitten van het kabinet zwaarder vinden wegen dan hun inhoudelijke kritiek (denk aan de ChristenUnie, denk aan meneer Omtzigt). Of andersom kan bijvoorbeeld in beeld komen dat oppositie partijen die het onderling over veel zaken oneens zijn, in specifieke kwesties het kabinetsbeleid gezamenlijk afkeuren.

Vaag en krom
De politiek-strategische meest succesvolle motie die ik ken, was zo krom en vaag geformuleerd dat “een serieuze Kamervoorzitter de motie niet eens in stemming [zou] hebben gebracht”. Ik heb het natuurlijk over deze motie van vernedering:

PSP

Ruim twee jaar geleden schreef ik over deze motie:

Het was geen motie van wantrouwen of afkeuring. Vanwege de steun vanuit de fracties van VVD en CDA voor deze ‘motie van vernedering’ had de PVV toen direct de stekker eruit moeten trekken. Ik realiseer me dat het tamelijk gemakkelijk is om dit – terugkijkend na ruim 5 jaar – vast te stellen. Dat is echter beslist geen reden om het niet alsnog heel expliciet te doen. Vooral niet omdat de onderliggende problematiek nog niet verdwenen is. Integendeel. En ik heb het dan niet over de leer van Mohammed als zodanig, maar over de politieke verhoudingen in Nederland.

De overweldigend grote steun voor deze motie – ondanks dat hij zelfs was afgeraden door aantredend VVD-premier Rutte steunden ook de fracties van VVD en CDA hem – vormde het grootste succes van Femke Halsema en Tofik Dibi, welke laatste na zijn uit de kast komen helemáál van het padje is geraakt.

De motie van Machiel de Graaf was in meerdere opzichten het bijna perfecte spiegelbeeld van die motie van vernedering. In plaats van het opzettelijk vage ‘islamisering’ gaat het hierin om het zo mogelijk nog vagere begrip ‘de-islamisering’. In plaats van verbijsterend brede steun kreeg deze motie uitsluitend stemmen van PVV-Kamerleden en net als de motie Halsema-Cohen-Roemer-Pechtold draagt de stemming erover bij aan het isolement van de PVV.

Een week geleden werd in de Haagse gemeenteraad een motie aangenomen van de PVV-fractie (die tegenwoordig nog maar één man sterk is). Ja, er bestaat nog een soort cordon sanitaire rond de PVV, maar dat brokkelt af, mede dankzij het feit dat DENK in een overwinningsroes lijkt te verkeren. Mevrouw Toorenburg liep vorige week weg uit de plenaire Tweede Kamervergadering – nooit eerder drukte een CDA-politica zo nadrukkelijk uit dat ze de PVV verkoos boven DENK!

Half grappend bood ik een paar maanden geleden aan om een gesprek te faciliteren tussen PVV-Kamerlid Beertema en SP-kamerlid Peter Kwint. Kwint liet me in reactie daarop weten dat PVV en SP de week ervoor nog samen een motie hadden ingediend. Wanneer het de bedoeling was van de PVV om haar eigen isolement te benadrukken/versterken had ze nauwelijks een geschikter middel kunnen bedenken dan deze de-islamiserings-motie. Maar het ding had natuurlijk een ander doel.

Hilarische terugblik
Daarmee kom ik terug bij die PSP-insteek. Ik vermoed dat er in Nederland slechts een kleine honderd mensen zijn die zich iets kunnen herinneren van de gebeurtenissen die zich in de Pacifistisch Socialistisch Partij afspeelden in de jaren voordat die partij met de Politieke Partij Radikalen (PPR), de Communistische Partij Nederland (CPN) en de Evangelische Volkspartij (EVP [1]) fuseerde en opging in GroenLinks.

Jongere lezers denken misschien dat ik hier een grap maak, maar destijds – het gaat dan over de eerste helft van de jaren 80 – kende de PSP dus echt een uitgesproken utopische vleugel en een meer realistische. Die meer realistische vleugel pleitte al zo ongeveer vanaf de monsteroverwinning die Den Uyl bij de verkiezingen van 1977 boekte – de PvdA won evenveel zetels als CPN, PPR en PSP samen verloren en kwam op 53! – voor samenwerking tussen de kleine linkse partijen. Om te bewijzen hoe weinig de activisten van de PPR deugden, produceerden de utopisten overzichten van moties die zo weinig kans hadden om aangenomen te worden, dat zelfs de Radikalen ze niet hadden gesteund. Je zou het ironisch kunnen noemen dat die realisten op tamelijk grote schaal de PSP hadden verlaten toen enkele jaren later de utopisten alsnog fuseerden met die eerder door hen verafschuwden.

Energie stoppen in het benadrukken van het verschil met partijen die in een aantal opzichten het dichtst bij je staan: het doet ook denken aan DENK dat met graagte lieden als Aboutaleb – dan zijn zelfs die hersenloze lui [van #Pegida] verstandiger en Marcouch op de korrel neemt. Treurig.

In Rotterdam leek het er kort voor de gemeenteraadsverkiezingen op dat de PVV niet DENK of NIDA of PvdA of D66 of SP of GroenLinks als belangrijkste tegenstander beschouwde, maar Leefbaar. Dat resulteerde in 11 schamele zetels voor Leefbaar en 1 met gemak binnengehaalde voor de PVV… Nog treuriger.

Ik zie net dat Geert Wilders nu een negatieve uitspraak van Annabel Nanninga over de PVV weer in herinnering brengt: een uitspraak van bijna tien jaar geleden! Het lijkt er dus helaas op dat die motie en die tactiek in Rotterdam geen eenmalige uitglijders waren van de PVV. De verkiezingen in maart worden daarom in veel opzichten interessant.

Natuurlijk: behoudt de coalitie haar (ene zetel) meerderheid in de Eerste Kamer?

Maar ook:

  • Waar wordt DENK groter dan moederpartij PvdA?
  • Verliest D66 meer dan de SP? Stopt de opmars van PvdD?
  • Welke partij wordt het grootste: VVD, CDA, FvD of GL?

Sommige ‘tweeps’ (mensen die een account hebben op Twitter) lijken van mening dat er geen verschil mag bestaan tussen je uitlatingen op Twitter en in de Tweede Kamer.PSP


  1. Dit wist ik niet, maar Wikipedia meldde het: “Een prominent lid van de EVP was generaal b.d. Chiel von Meijenfeldt, die zowel bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1982 als die van 1986 als nummer twee op de kandidatenlijst stond. Over Von Meijenfeldt werd in 1997 bekend dat hij in de jaren tachtig een belangrijke informant was van de Oost-Duitse Stasi.” Grappig: deze tekst vind je dus wel in de Nederlandse Wikipedia tekst over de EVP maar niet in de Engelse!

8 reacties

  1. Teunis schreef:

    Wilders schikt zich in de rol van de PVV als getuigenispartij.

  2. Carthago schreef:

    Waarom steunde Fvd de motie van PVV niet ?

  3. Dick H. Ahles schreef:

    Ik volgde met mijn vader in die tijd intensief de Nederlandse politiek als nutteloze toeschouwer Mijn vader en ik waren toeschouwers als non-conformisten; broertje dood aan alles en iedereen die de een positie van autoriteit aanmeten; beide pacifistisch (iets van de Gandhi en Jezus variant van geweldloosheid) en een hekel aan alles wat militair was; mijn vader meer op de christelijke, ik meer op de liberale toer; en dus nooit wetend op wie je nu weer fatsoenlijk kon stemmen . We keken samen naar de debatten op TV; we lazen drie tot vier kranten per dag (vader had een boekwinkel dus kranten waren altijd voorhanden). Bespraken dagelijks – later – met name via de telefoon het Nederlandse politieke nieuws. Ik had politicologie gestudeerd aan de VU. Mijn vader vond dat ik burgemeester moest worden.

    Ik kan mij de interne strijd van de PSP dus goed herinneren. Als dienstweigeraar (ik werd afgekeurd, dus hoefde ik het niet te gaan praktiseren!) was ik wel geïnteresseerd in de PSP, maar vond hun agressieve en intolerante opstelling tegen andersdenkende zeer hypocriet. Ik zei altijd: “hun pacifisme is zo fundamenteel dat ze bereid zijn op de koppen van hun tegenstanders een atoombom te gooien”.

    Dus de analyse van Groenendijk met plezier gelezen.

    Aan ons politieke bestel van coalitievorming zitten goede en slechte kanten. De door Groenendijk geconstateerde merkwaardige gedrag van partijen om gelijkgestemde partijen zo fanatiek aan te vallen is er één gevolg van. Dat heeft natuurlijk alles te maken met het gegeven dat stemmenwinst zelden komt (alleen bij het effect van een persoonlijkheid die stemmen krijgt zonder dat de stemmers weten waar hij/zij voor staat) van politieke tegenstanders maar van partijen die in het politieke spectrum dicht bij je staan. Daar moet je je dus van willen onderscheiden. Met het effect van wat je bij het prisoners-dilemma kan verwachten.

  4. Dick Kraaij schreef:

    Ook de ChristenUnie doet dit: “Energie stoppen in het benadrukken van het verschil met partijen die in een aantal opzichten het dichtst bij je staan…”

  5. Frans Groenendijk schreef:

    @Carthago Ik kan natuurlijk niet namens de fractie spreken ook al ben ik FvD-lid.
    Persoonlijk zeg ik: jammer, maar helaas.
    Wanneer we eind 2019 20 zetels winnen is dat mooi, maar wanneer tegelijkertijd de PVV er dan 15 verliest, tempert dat wel de vreugde.
    Wij kunnen de PVV niet beschermen tegen tactische en strategische blunders.
    In Rotterdam verloor de PVV tussen 2015 (provinciale staten) en 2018 (gemeenteraad) meer dan 2/3 van haar stemmen.

  6. Karina schreef:

    @Carthago:
    Je bent mij net voor. Heel jammer. Ik had gehoopt op samenwerking tussen FvD en PVV.
    FvD zal zich goed achter de oren moet krabben. Ze zijn aan het afzakken naar de partijen van de roeptoeters.
    Eens zal de burger dit en de gaten hebben en zullen ze in de peilingen naar beneden vallen.
    Spijtig….want wat als een gedeelte van deze stemmen weer terug gaan naar CDA en VVD?

  7. Hans schreef:

    De heer Lewinsky legt wel de vinger op de zere plek.
    In deze tijden is het voorzichtig manoevreren. Je moet wel in leven blijven om heikele punten aan te kunnen pakken. Echte vrijheid van meningsuiting hebben we niet meer, die is met het pappen en nathouden beleid al verdwenen.
    Je moet de “moeilijke onderwerpen” dus salonfähig maken.
    Daarbij zul je strategische keuzes moeten maken en dat kan tot verwarring leiden.
    FVD heeft nu de kans om haar groeiende aanwas te laten zien dat ze (via social media) haar keuzes wil toelichten en uitleggen.
    Dan bouw je stevigheid in je beleid.
    Gebeurt dit niet dan creeër je een groep kiezers die alleen nog weten dat ze voor het behoud van Nederland zijn maar niet meer weten of ze FVD of PVV moeten stemmen.
    Misschien gaan ze gewoon niet meer stemmen.
    Om nog iets te kunnen bereiken zal er een mandaat moeten liggen in 2021 van tenminste 50 zetels voor FVD en PVV samen.
    Lukt het in 2021 en ook in 2025 niet dan hebben we de boot voorgoed gemist.

  8. Frans Groenendijk schreef:

    ‘Update’:
    Ik neig naar optimisme, vooral voor de wat langere termijn. Door een misverstand kwam ik door de eerste selectie van kandidaten voor de FvD-lijst voor de Provinciale Staten van Overijssel. Dat maakte me TE optimistisch over de rol die de partij van Thierry Baudet in de komende jaren zou willen en kunnen spelen.
    Nu dat misverstand aan het licht is gekomen, heb ik mijn lidmaatschap beëindigd.
    Geen misverstand: grote kans dat ik in de nabije toekomst vaker op de partij van Baudet zal stemmen dan op die van Wilders.