DE WERELD NU

Zimbabwe – De ondergang van Rhodesië

bankproblemen, economische aanraders, Zimbabwe

Deze week kwam Robert Mugabe ten val. In dit essay schetst Toon Kasdorp hoe hij zijn positie verwierf, en ten koste waarvan.

De Wereld Gezondheid Organisatie is teruggekomen op haar besluit om de drie en negentig jarige Robert Mugabe tot goodwill ambassadeur te benoemen. Dat was ook een absurd besluit. Iedereen heeft kunnen zien hoe het met Rhodesië bergaf is gegaan sinds Mugabe daar aan de macht gekomen is. Hij heeft geen erg goede naam meer in Europa sinds zijn bevolking honger leidt en epidemieën het land geteisterd hebben, maar de kwalijke rol die Engeland en andere Europese landen bij het aan de macht komen van deze boef gespeeld hebben, is altijd wat onderbelicht gebleven.

De ZAPU van Mugabe en Joshua Nkomo is een van de vele ‘bevrijdingsorganisaties’ geweest die sinds het optreden van de Mau Mau in Afrika hebben geacteerd om de macht in handen te krijgen. Door het gebruik van het woord bevrijding wisten zij zich gesteund door de progressieve westerse leiders zonder dat er ooit vragen werden gesteld naar de methoden waarvan zij zich bedienden of naar de gevolgen die hun optreden meebracht voor de te bevrijden bevolking.

Mugabe is iemand die er uitziet als een Europeaan met een donkere huid, maar die volgens de burgerlijke stand gewoon van Shona afkomst is. Mugabe scheidde zich om etnische redenen van de ZAPU af. Shona’s zijn de meerderheidsstam in Zimbabwe. Nkomo en de meerderheid van ZAPU waren Matabelen, een veel kleinere maar krijgshaftige gemeenschap, van Zuid-Afrikaanse Zoeloeafkomst. De Matabelen leven in een overzichtelijk gebied aan de Zambezi, bij de grens met Zuid Afrika, de Shona in de rest van het land. Mugabe sloot zich aan bij de Zimbabwe African National Union (ZANU) de reguliere bevrijdingsbeweging van dominee Ndabaningi Sithole. Mugabe nam de macht binnen de ZANU in 1975 over van Sithole. Nkomo en Mugabe waren sindsdien hoofd van rivaliserende groepen die soms samenwerkten en soms elkaar bestreden.

In 1964 werden Nkomo en Mugabe tezamen met Sithole gevangen gezet. Onder druk van zijn bondgenoot Vorster, de Zuid-Afrikaanse premier, en indirecte druk uit Engeland liet Ian Smith de drie in 1974 vrij. Dat was ten aanzien van Sithole terecht maar tegenover Nkomo en Mugabe, naar later zou blijken, ten onrechte. Die twee hervatten onmiddellijk na hun vrijlating hun terroristische activiteiten. Nkomo week uit naar Zambia van waaruit hij over de grens aanslagen pleegde, vooral tegen blanke boeren en mijnbouwmaatschappijen. Nkomo kon daarbij rekenen op de steun van de Zambiaanse president Kenneth Kaunda, zelf een voormalig leider van een bevrijdingsbeweging en van diens bondgenoten de Sovjet-Unie en haar satellieten. Mugabe en ZANU moesten het meer hebben van gelijkgezinde organisaties uit Afrika zelf en van de belangrijke financiële en politieke steun van de antiapartheidsbeweging in Engeland, Nederland en andere Europese landen.

In 1979 kwamen er in Zuid-Rhodesië voor de eerste en enige keer vrije verkiezingen waaraan iedereen, blank of zwart, kon meedoen, zonder gevaar geïntimideerd of mishandeld te worden. Die verkiezingen werden gewonnen door bisschop Abel Muzorewa, die een overgangsregering vormde. Nkomo en Mugabe erkenden de uitslag niet en zetten hun gewelddadige activiteiten tegen elkaar en tegen het nieuwe Zimbabwe voort. Onder zware Engelse druk gingen Nkomo en Mugabe na enige maanden toch weer rond de tafel zitten. Zij sloegen de handen ineen en hun beide partijen fuseerden tot ZANU-Zapu. Het zogenaamde “Lancaster House Akkoord” dat eind 1979 tot stand kwam en waaraan Muzorewa onverstandig genoeg zijn medewerking gaf, voorzag in nieuwe verkiezingen in februari 1980. Die verkiezingen konden nu georganiseerd worden door ZANU-ZAPU en waren van dezelfde kwaliteit als die van Juni 2008. Zware gewapende intimidatie bracht Mugabe de overwinning en de democratische bisschop Muzorewa werd uitgerangeerd.

Nkomo werd niet in het kabinet van Mugabe opgenomen. In 1982 werd hij gearresteerd op beschuldiging van het smeden van een complot tegen de regering. Mugabe’s troepen vielen Matabeleland, het thuisland van Nkomo binnen, en ontwapenden diens rivaliserende groep. “De Vijfde Colonne” van Nkomo, zoals hij door Mugabe werd genoemd, hield op te bestaan. Nkomo werd daarna niet verder vervolgd. Nadat Zimbabwe na 1987 in feite een eenpartijstaat was geworden verkreeg Nkomo een ceremoniële functie binnen de partij waarvan hij sinds het Lancaster akkoord lid was. Morgan Tsvangirai, die nog een tijdlang als vluchteling in de Nederlandse ambassade heeft gezeten, is sindsdien naast Ian Smith de enige politicus in Rhodesië geweest die zich niet aan Mugabe heeft onderworpen.

Wat was het alternatief geweest voor de ramp die Mugabe heeft aangericht, een bankroet land waar niemand zijn leven en zijn eigendommen meer zeker is en dat ooit het op één na rijkste land van Zuidelijk Afrika was?

Rhodesië is in de regio een van de weinige landen geweest waar een ordelijke overgang van kolonialisme naar zelfstandigheid plaats vond, culminerend in de verkiezingen die door Muzorewa werden gewonnen. Mugabe en Nkomo accepteerden de democratische procedure niet en meenden heel consequent dat de enige echte macht de macht is die komt uit de loop van een geweer. Wat was er gebeurd als Margaret Thatcher niet gezwicht was voor de internationale en binnenlandse druk en de democratie in Zimbabwe een kans had gegeven? Om dat te bezien is het misschien nuttig om wat dieper in te gaan op de gebeurtenissen zoals die zich vanaf 1965 hebben ontwikkeld.

In november 1965 riep de toenmalige blanke regering Smith de onafhankelijkheid uit, binnen het Gemene Best, de Unilateral Declaration of Independence. Deze onafhankelijkheidsverklaring werd in de internationale politieke wereld alleen door Zuid-Afrika erkend. Direct na de onafhankelijkheidsverklaring volgde een door Engeland georganiseerde boycot van Rhodesische tabak en mijnbouwproducten en kwamen er sancties van de VN. Dat was een zware slag voor de bevolking van Rhodesië maar in mindere mate voor Ian Smith. Smith en zijn regering konden vrij gemakkelijk standhouden, omdat de buurlanden Zuid-Afrika en het Portugese Mozambique gewoon handel bleven drijven met Rhodesië terwijl ook veel internationale bedrijven de boycot als onethisch beschouwden en die waar mogelijk negeerden.

De terroristische organisaties die voor de onafhankelijkheidsverklaring vanuit andere Afrikaanse landen aanvallen uitvoerden op boerderijen van blanke boeren en op ongewapende regeringskantoren, werden door de troepen van Rhodesië met succes bestreden in binnen en buitenland. Dat laatste leidde tot een gespannen situatie met de buurlanden die de terroristen gastvrijheid steunden, vooral met het voormalige Noord Rhodesië (Zambia). Maar behalve Zuid Afrika stelde geen van die buurlanden, economisch of militair veel voor. De goed getrainde Selous Scouts, elite-eenheden van het Rhodesische leger van Ian Smith, gebruikten met succes de tactieken van de counter insurgency operations die de Britten hadden toegepast tegen de Mau Mau in Kenya.

Militair waren de bendes in de verte niet tegen de troepen van Ian Smith opgewassen. Zonder het koloniale ingrijpen van Groot Brittannië had het regime, dat gebaseerd was op de actieve steun van twintig duizend blanke settlers en de passieve steun van het vreedzame deel van de zwarte bevolking, zich tot in lengte van dagen kunnen handhaven.
Nadat Mozambique in 1974 onafhankelijk werd van Portugal en ook daar de voormalige terroristen het voor het zeggen kregen viel een belangrijke handelspartner van het blanke regime in Rhodesië weg. Het FRELIMO-regime in Mozambique begon ZANU te ondersteunen. ZANU leden konden in Mozambique een paramilitaire opleiding volgen en vanuit Mozambique aanvallen plegen over de grens met Rhodesië. De ZAPU-leden van Nkomo ontvingen als vanouds hun opleiding in het Zambia van Kaunda, die niet zoveel op had met Mugabe. ZAPU hoorde tot de Afrikaanse Internationale die door de communistische landen werd gesteund. De Zuid Afrikaanse ANC was daarin de leidende kracht en Kaunda tweede man.

De algemene verkiezingen van 1979 werden gehouden met medewerking van het regime Smith, dat daardoor vrijwillig zijn machtspositie opgaf. Abel Muzarewa won deze verkiezingen en werd de eerste Afrikaanse premier van Rhodesië, dat vervolgens werd omgedoopt in Zimbabwe. Maar de oorlog ging door. Robert Mugabe en Joshua Nkomo wilden de macht niet krijgen door verkiezingen maar door geweld. Macht, zei Stalin, komt uit de loop van een geweer en Mugabe was zijn getrouwe volgeling. Eind 1979 stemde premier Muzarewa erin toe om met Groot-Brittannië en de leiders van het Patriottische Front ( PF, de gelegenheidscoalitie van Mugabe en Nkomo) de Lancaster House besprekingen te voeren. Die besprekingen eindigden in de Lancaster House Overeenkomst.

Zimbabwe kwam als gevolg daarvan tijdelijk onder een rechtstreeks Brits gezag, dat tot doel had het regime van Ian Smith te ontmantelen zonder dat de blanke settlers zich daar tegen zouden verzetten. Lord Soames werd gouverneur. Er werden nieuwe verkiezingen uitgeschreven. Als er intimidatie zou worden toegepast op de kiezers zouden de partijen die dit deden, uitgesloten worden van de verkiezingen heette het van tevoren, maar dat bleek een charade. Dankzij de intimidatie van Zanu PF tegen de lokale bevolking en omdat Lord Soames de andere kant opkeek, kwam Zanu PF met Mugabe als grote overwinnaar uit de bus. Een schandelijke vertoning en het rechtstreekse gevolg van de Rhodesië-politiek van Harold Wilson en diens medestanders, al werd de laatste hand aan het project gelegd door Margaret Thatcher.

In 1980 werd Zimbabwe een erkende republiek binnen het Britse Gemenebest. Robert Mugabe, de voorzitter van ZANU-PF, werd premier. Volgens de afgesproken regeling mochten de blanken 20 zetels houden, nog best veel, aangezien de verkiezingen nu langs etnische lijnen werden georganiseerd en de blanken slechts een kleine minderheid vormen in Zimbabwe. Die 20 zetels gingen naar de partij van Ian Smith, die ook zelf parlementariër werd. In 1987 verviel deze regeling. Desondanks werd Smith in het parlement gekozen. Maar in 1988 werd hem de toegang tot het parlement geweigerd, omdat hij Zuid-Afrikaanse zakenlui ‘tips’ zou hebben gegeven hoe de Zimbabwaanse invoerrechten te omzeilen! Toegegeven moet overigens worden dat Smith niet slechter werd behandeld dan de voormalige vrienden van Mugabe. Niemand kwam er onder Mugabe goed van af.

Smith liet zich niet intimideren en gaf na zijn verbanning uit het parlement nog regelmatig interviews. Hij liet daarin blijken van zijn afschuw over de roversmethoden van het regime Mugabe, met name over de landverdelingpolitiek, die niet aan de gewone mensen maar aan de partijgenoten van Mugabe ten goede kwamen. Op 20 november 2007 overleed Ian Smith in Zuid-Afrika na al enige tijd ziek te zijn geweest, een moedig en bekwaam man, die voor Rhodesië/Zimbabwe als regeringsleider het betere alternatief is geweest voor Nkomo en Mugabe tot hij door de Britten en de internationale gemeenschap uit zijn positie werd verdreven.

Rhodesië is een voorbeeld van de fatale gevolgen van de dekolonisatie in Afrika, maar er zijn er een hele reeks aan vooraf gegaan. Het moet worden erkend dat een humanistische westerse samenleving niet samen gaat met kolonialisme en imperialisme. Dekolonisatie paste in het naoorlogse patroon. Maar nadat de Afrikanen eerst het slachtoffer waren geworden van het kolonialisme zijn ze het daarna geworden van de dekolonisatie. Niet alleen in Zimbabwe maar overal in Afrika zijn corrupte boeven aan de macht gekomen en bij geen van hen staat het belang van de gewone mensen op de eerste plaats.

De prekoloniale structuren die pasten in de Afrikaanse cultuur zijn overal vervangen door quasi Europese staatsinrichtingen die prompt werden misbruikt voor tribale doeleinden. Dictators als Mugabe in Zimbabwe en Mobutu in Kongo stellen de norm en als er al ergens een fatsoenlijke man tussen zit, zoals de onderwijzer Nyerere in Tanzania, dan isoleert zijn omgeving hem van de werkelijkheid en worden de armoede en de corruptie in zijn land waar mogelijk erger dan in de buurlanden.

Harold Wilson waste als Pontius Pilatus zijn handen in onschuld, maar hij is verantwoordelijk voor de ellende die de bewoners van Zimbabwe en masse de grens overdreef naar Zuid Afrika. Ook Margaret Thatcher heeft geen goed figuur geslagen in deze kwestie. De naam van Lord Soames zal in dit Afrikaanse land geassocieerd blijven met de honger en de epidemieën die in het voetspoor kwamen van Mugabe.


Dit essay verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp


Meer (recente) informatie over Zimbabwe vindt u hier

3 reacties

  1. Cool Pete schreef:

    Goed, informatief overzicht van de voorafgaande ontwikkelingen in Rhodesie / Zimbabwe.
    Een klein, maar saillant detail, mis ik: dat Mugabe van ex-priester tot marxist gegaan is.

    Ook dit artikel, sterkt mij in de mening – ik geef toe, achteraf –
    dat de meeste mensen in veel “kolonieen”, het onder “het kolonialisme” beter hadden en betere ontwikkelings-mogelijkheden hadden, dan na de “dekolonisatie”.

  2. kasdorp schreef:

    Ja, dat is bewijsbaar zo, maar tegelijk zo lijnrecht in strijd met de heersende progressieve ideologie dat het nutteloos was om dat aan te tonen. Natuurlijk was het beter geweest om goed opgeleide Afrikanen over de kleurbarrière heen te tillen en een honderdjarig emancipatie programma te maken voor de rest van Afrika

  3. Dick Ahles schreef:

    Dank voor het Rhodesie artikel. ook de ellende van de dekolonisatie is overduidelijk verwoord.
    ik denk dat de westerse oude koloniale wereld het beste maar volledig afzijdig kan blijven. zowel wat betreft ontwikkelingshulp, wapenverkopen, maar vooral ook morele veroordelingen en militaire steun aan welke door de ellende ook getroffen bevolkingsgroep. ik denk dat dat de enige weg is dat ook in Afrika goedwilende en vreedzame afrikanen uiteindelijk weer hun in de afrikaanse cultuur en tradities passende samenlevingen vorm weten te geven.